6 Gelukkig zijn de coalitiepartijen op hun politieke dwaling teruggekomen. Hij hoopt namens zijn fraktie dat dergelijke politiek onverkwikkelijke zaken geen regel worden. Daarmee is de publieke zaak niet gediend. Overigens merkt hij op dat de Woningstichting geen directieve kan worden opgelegd met betrekking tot de verhouding koop- en huurwoningen. Dit ligt buiten de bevoegdheid van de raad. Mevrouw Onland komt om 20.05 uur binnen. De heer VAN REUEN spreekt namens de PvdA als volgt: 'Voorzitter, Het aangepaste voorstel zoals het ook reeds in de commissievergaderingen was gevraagd en het gesprek met het bestuur van de Stichting Regionaal Woningbezit hebben ons oordeel een andere wending gegeven. Onder andere het gegeven dat de doelstellingen van de Stichting zijn gewijzigd en het feit dat ook de Stichting geen relatie legt ten aanzien van de over te dragen grond zijn daar mede oorzaak van. Eveneens de gedachte dat wij steeds achter het standpunt van jaren geleden, met betrekking tot besteding van de gelden uit de pot stads- en dorpsvernieuwing, staan. Een en ander, de Stichting heeft dat ook toegegeven in het gesprek, had voorkomen kunnen worden door vroegtijdige communicatie over tussentijdse ontwikkelingen richting raad. Wij gaan daarom akkoord met dit voorstel, maar vragen u wel de toezegging dat de raad jaarlijks wordt geïnformeerd inzake de 4 verantwoordingsvelden van het Besluit Beheer Sociale Huursektor en dat de raad daar over mee kan praten.' De VOORZITTER kan de heer Van Reijen die toezegging doen. Dit wordt tot uitgangspunt gemaakt. De VOORZITTER merkt nog op dat niet zozeer de doelstelling van de Stichting Regionaal Woningbe zit ten aanzien van de serviceflat is gewijzigd maar dat de markt is veranderd. De Stichting heeft zich aan moeten passen. Hij konstateert dat in de breedte van de raad toch positief wordt gedacht over de zaak. Wat de communicatie betreft legt hij ook de schuld bij het college. Het college had ook beter met de raad hierover kunnen communiceren. De heer VAN REUEN licht toe dat hij met de gewijzigde doelstelling van de Stichting Regionaal Woningbezit heeft bedoeld dat de Stichting zich ook op andere terreinen, buiten de sociale woningbouw, begeeft. Ten aanzien van de communicatie is hem gebleken dat de Stichting een vrij passief beleid voert. De VOORZITTER merkt op dat de gemeente verantwoordelijk is voor het volkshuisvestingsbeleid. Zij moet dit positief kritisch blijven volgen. Hij meent dat het goed is dat de raad met de wethouder over het beleid en de veranderingen met elkaar van gedachten wisselt. Wethouder ONLAND stelt dat die verantwoordelijkheid van de gemeente goede afspraken voor de toekomst vereist met de woningcorporaties. Als alles op een rij staat kan apart hierover worden gesproken met mensen die precies de inhoud daarvan weten. De heer GORISSEN merkt op dat het gesprek met de Stichting Regionaal Woningbezit zeer verhelderend heeft gewerkt. Tijdens die bijeenkomst zijn gegevens beschikbaar gekomen die de vorige raadsvergadering niet bekend waren. Op die gegevens kan zijn fraktie positief reageren. D66/Gemeente Belangen kan daarom instemmen met het voorliggende voorstel. De VOORZITTER zegt toe dat de Woningbouwstichting zal worden uitgenodigd om samen met de raad in de commissie over een stuk visie op het volkshuisvestingsbeleid te praten. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 8. ACCEPTATIE SCHENKING SPEELATTRIBUUT VOOR ZWEMBAD DE MEERMIN De VOORZITTER deelt mede dat zwembad De Meermin 13 mei aanstaande om 14.00 uur officieel wordt geopend door wethouder Reijnders. De raad ontvangt nog een uitnodiging. Die middag zal het speelattribuut worden overgedragen. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1995 | | pagina 43