IV.14
IV.17
10
Heeft het college al een standpunt ingenomen over deze kwestie, vraagt mevrouw
BAARTMANS.
Neen, antwoordt de VOORZITTER. De vraag is voorgelegd aan de organisatie Midden- en
Kleinbedrijf. Zij en de vakbonden hebben hieraan geen behoefte.
Brief D66/Gemeente Belangen, Werknemers Partij Steenbergen en PvdA naar aanleiding
van de A4.
De brief, aldus de heer VAN REUEN gaat over het verslag van de commissievergadering
ruimtelijke ordening en economische zaken. In de bewuste vergadering heeft de fraktie
van de PvdA zich vooralsnog duidelijk uitgesproken voor de westelijke variant. In het
verslag staat dat het college gemachtigd zou zijn om zoveel mogelijk te doen wat in de
notitie stond. Dit kan zo niet passeren. Twee frakties, waaronder de PvdA, hebben zich
duidelijk uitgesproken voor de westelijke variant. De fraktie van D66/Gemeente Belangen
heeft geen duidelijk standpunt ingenomen.
De PvdA meent dat een commissie het college niet kan machtigen. Dat kan alleen de
raad. Op grond van de stellingname van de PvdA ten opzichte van de omleiding kan het
niet zo zijn dat de PvdA het college machtigt met dit verhaal verder te gaan. Dit is
verkeerd genotuleerd.
De beleving van de VOORZITTER en de aanwezige ambtenaren was een andere. Er zit een
enorme nuancering in. Er is heel duidelijk door een aantal mensen aangegeven dat zij
vooraf nog kiezen en blijven staan op de westelijke variant, maar dat men zich kan vinden
in het verder onderzoeken van de voorstellen zoals het college die heeft aangegeven. Op
29 juni 1995 volgt in deze raad een fundamentele discussie. In de commissie heeft de
voorzitter de ruimte gevraagd om in de onderhandelingsfase in het openbaar te discussi
eren en consensus te zoeken. Er is nog geen standpunt ingenomen. De raad zal moeten
komen met een onderbouwing van zijn tracékeuze. Die onderbouwing moet er zijn voor
zowel de westelijke als de oostelijke variant. Die ruimte heeft het college gevraagd.
De heer VAN REUEN stelt dat de frakties zich hebben uitgesproken over de keuze van het
tracé. Dit moet de voorzitter meenemen.
Na de commissievergadering wist de voorzitter zich gesteund door D66/Gemeente
Belangen, de VVD en het CDA. Ook de PvdA heeft geen neen gezegd tegen het onderzoe
ken van beide varianten. Zij gaf wel aan dat haar voorkeur uitging naar een westelijk
tracé.
De heer FLAMELING beaamt dat de voorzitter in de commissievergadering toestemming
heeft gevraagd om de beide varianten te mogen onderzoeken. Dit werd niet door iedereen
afgewezen. De voorzitter moet echter niet uitstralen welke variant het moet worden. Dat
werkt polariserend.
De heer IJZERMANS heeft in de commissie tijdens zijn eerste betoog gezegd dat de PvdA
kiest voor het westelijk tracé. Aan het slot heeft hij heel duidelijk gemaakt dat de PvdA
niet voornemens was haar wisselgeld nu in te leveren. Dan moet het heel duidelijk zijn dat
de PvdA tot nader overleg blijft voor een westelijk tracé.
De heer GORISSEN merkt op dat Steenbergen nog geen keuze heeft gemaakt voor een
variant. De oostvariant wordt onderzocht. Hetgeen tijdens de commissievergadering
wordt gezegd dient ook meegewogen te worden. Het uitsluitend voor of tegen een
konklusie uitspreken is niet voldoende.
Wat betreft het standpunt van D66/Gemeente Belangen. Met de gegevens die op dit
moment voor handen zijn kiest zij voorlopig nog voor de westvariant. In juni volgt de
finale afweging.
Mevrouw BAARTMANS deelt mede dat de Werknemers Partij Steenbergen kiest voor de
westelijke variant, S31.
De VOORZITTER vraagt de keuze te onderbouwen.