7
Het is niet zo dat de gemeente gepoogd heeft om van de f 120.000,- subsidie een zo groot
mogelijk deel binnen te krijgen. De achterliggende gedachte van het geheel is dat gekeken moet
worden naar de totale exploitatie/lasten, ook die welke voor de stichtingen in de toekomst te
berekenen zijn. Bepaalde isolerende maatregelen kunnen voor de stichtingen op termijn heel goed
zijn. Er zal duidelijk naast elkaar moeten worden gelegd en berekend moeten worden of de volgorde
thans het beste is of dat er geschoven moet worden. Dit zal gestaafd moeten worden met onderlig
gende gegevens met betrekking tot besparingen die op zouden kunnen treden. Die discussie heeft
de wethouder toegezegd. Hij zal daarover met de besturen spreken. Het is niet vanzelfsprekend dat
de volgorde blijft zoals die is. Het betreft een aantal zaken die subsidiabel zijn, daar is in grote lijnen
overeenstemming over. Nadrukkelijk zal consensus bereikt moeten worden over de volgorde waarin
de subsidietoewijzing plaatsvindt.
Mevrouw BAARTMANS wijst er nogmaals op dat het Juliana Welzijns Fonds niet de lokale overheid
subsidieert maar de gemeenschapshuizen.
Het gaat volgens haar niet om de prioriteitenstelling van uitvoering van werkzaamheden maar om de
verdeling van de subsidie. De kritiek van de gemeenschapshuizen bestaat hieruit dat de gemeente
60% van de subsidie opsoupeert terwijl het restant voor de gemeenschapshuizen is.
De heer GORISSEN heeft in eerste instantie ook gerefereerd naar de 60% van de kosten. Ook de
dekking is aangegeven. Hij zou hier graag een antwoord op krijgen.
Na de tweede termijn zou hij graag een schorsing willen.
De heer FLAMELING is het in zeer grote lijnen eens met mevrouw Baartmans. Verder zijn er een
aantal storende fouten gemaakt in de subsidie-aanvraag. Met name wordt het bedrag afwisselend
in- en exclusief btw aangevraagd. Dit geeft een verschil van f 14.000,- op het budget. Het
financiële plaatje gaat er daardoor anders uitzien. Hij verneemt ook nog graag het antwoord op de
vraag waarom het 1 Vz jaar heeft geduurd voordat de kwestie door de gemeente is opgepikt.
Wethouder REIJNDERS antwoordt mevrouw Baartmans dat de volgorde er wel degelijk toe doet. De
volgorde bepaalt ook de bedragen die naar de stichtingen toe gaan. Er zijn projecten bij ten laste van
de gemeente en projecten ten laste van het bestuur van de gemeenschapshuizen. Als de volgorde
wijzigt verandert daarmee gelijktijdig de subsidiestroom.
Wat betreft het gestelde door de heer Gorissen. De beste vorm van democratie is er met elkaar
uitkomen op basis van argumenten. Als aan elke voorziening puur een prijskaartje wordt gehangen
terzake de lasten zou uit de gesprekken met de besturen duidelijkheid kunnen komen over de
juistheid van de volgorde of een eventuele bijstelling daarvan. Het lijkt de WETHOUDER op voorhand
niet verstandig om een andere regelgeving toe te passen. De besturen zouden geconfronteerd
kunnen worden met hogere energielasten omdat de subsidiestroom anders gelopen is. De WETHOU
DER is er voorstander van om de zaken goed naast elkaar te zetten. Te bezien waar het meeste
voordeel te behalen valt. De besturen zullen de subsidie moeten aanvragen. De WETHOUDER tracht
te zorgen dat de gelden die beschikbaar gesteld worden zo efficiënt mogelijk gebruikt worden. Hij
meent dat die afweging gemaakt moet worden. De raad kan dan beoordelen of hij het er inhoudelijk
mee eens is of niet.
Terzake de btw. De WETHOUDER zal de heer Flameling na de schorsing antwoorden.
Aangaande de tijdsduur. De WETHOUDER heeft dit nagegaan. In 1994 lag er een brief gericht aan
het college. In het kader van het Juliana Welzijns Fonds kon subsidie worden verkregen. Het
ambtelijk advies luidde: voor kennisgeving aannemen en initiatieven van de diverse besturen
afwachten. De WETHOUDER heeft zelf geconcludeerd, afgaande op het stuk, dat de verant
woordelijke stichtingen die stap ook zouden nemen. Er is gewacht op initiatief van de stichtingen.
Naarmate de tijd verstreek is er telefonisch bij het Regionaal Centrum een vraag om reactie binnen
gekomen van het Juliana Welzijns Fonds. Toen is de kwestie binnen de gemeente opgepakt. De
gemeente heeft een aantal zaken ingebracht. De zaak is gaan lopen. Het resultaat ligt thans voor de
raad. Een aantal zaken blijven nu nog onduidelijk. Aanvullend overleg moet worden gepleegd. Dit
had in één keer meegenomen kunnen worden. Dat is te betreuren. De WETHOUDER hoopt alsnog,
dat na goed overleg deze zaak geregeld wordt.
De heer GORISSEN informeert voor de schorsing nog of een wijziging in de prioriteitenstelling
automatisch van invloed is op het voordelig saldo van f 33.000,-. Is dit niet het geval dan blijft zijn
vraag overeind dat hij dan graag een andere toedeling zou zien, ongeacht de prioriteitenstelling.