i
i
3
1. OPENING
De VOORZITTER opent de vergadering en heet allen van harte welkom.
Hij deelt mede dat wethouder IJzermans ziek is. Naar verwachting zal de heer IJzermans morgen
weer gaan beginnen. De heer Rasenberg is verlaat doordat hij in een file staat.
2. RONDVRAAG PUBLIEKE TRIBUNE
Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt.
3. RONDVRAAG (DEZE BEGINT BIJ DE HEER A.F.C.J. VAN ELZAKKER)
Naar aanleiding van de brief van 30 november 1995 van het Streekgewest met betrekking tot het
milieubewust bouwen vraagt de heer A. VAN ELZAKKER hoe de gemeente Steenbergen daar
tegenover staat. Begin 1996 moeten de gemeenten een definitief besluit nemen over het plan
terzake het milieubewust bouwen.
Wethouder ONLAND antwoordt dat Steenbergen destijds, in tegenstelling tot een meerderheid van
de gewestgemeenten, bij de VOGM-aanvragen -Vervolg-bijdrageregeling Ontwikkeling Gemeentelijk
Milieubeleid- het duurzaam bouwen niet opgenomen heeft. Binnen het Streekgewest is gekeken hoe
in samenspraak met woningcorporaties en aannemers toch gekomen kan worden tot duurzaam
bouwen. Het Streekgewest heeft daartoe een plan opgezet. Ondanks dat Steenbergen het duurzaam
bouwen niet rechtstreeks opgenomen heeft kan zij er toch gebruik van maken.
Het college heeft met de Stichting Regionaal Woningbezit gesproken over duurzaam bouwen.
Duurzaam bouwen kan energiebesparend en op den duur ook kostenbesparend zijn. De Stichting
Regionaal Woningbezit heeft het college medegedeeld dat zij er niet negatief tegenover staat.
Wel ontvangt zij graag van alle gemeenten dezelfde richtlijnen. De WETHOUDER verwacht dat het
Streekgewest hieraan zal voldoen.
De WETHOUDER zegt toe dat het college open staat voor ideeën. Het college zal proberen met
aannemers, architecten en de Stichting Regionaal Woningbezit te komen tot duurzaam bouwen.
De heer DE NEVE stelt opnieuw de afvalcontainer van de Fatimaschool te De Heen aan de orde. Hij
wil het niet bij het schriftelijk ontvangen antwoord laten. Het gaat om f 334,-. Hij meent dat er een
goede voorbeeldfunctie van kan uitgaan.
Wethouder ONLAND antwoordt dat vanuit milieu-oogpunt en de lokale agenda 21 tijdens de
algemene beschouwingen besloten is om de basisscholen vanaf 1 november 1995 vrij te stellen van
het betalen voor een gft-bak. De Fatimaschool heeft om restitutie met terugwerkende kracht
gevraagd. Het college wijst dit af.
De heer LAMBERS informeert naar de discussie in de Streekgewestvergadering met betrekking tot
de Arbodienst. Ook verneemt hij graag het standpunt van Steenbergen in deze.
Wethouder REIJNDERS antwoordt dat de raad in de junivergadering van 1995 geïnformeerd is over
het standpunt van het college terzake de Arboplus. De raad kreeg toen het advies om de WSW niet
extern te laten gaan en Arboplus op te richten. Dit is aan de WSW bericht. Steenbergen heeft twee
kanttekeningen gemaakt. De certificeringsdatum van 1 januari 1996 zou naar de mening van
Steenbergen niet gehaald worden en gewezen is op het aantal cliënten dat onder Arboplus zou
komen te vallen. Dit aantal zou te kleinschalig zijn. Een Arbodienst zou minimaal 20.000 cliënten
uitgroeiend tot 60.000 cliënten moeten bevatten om zich op de markt te begeven. Hierna is het
enige tijd stil geweest.
Dan is er toch weer een voorstel op tafel gelegd om Arboplus het licht te laten zien. Tijdens het
portefeuillehoudersoverleg waren er een aantal gemeenten waaronder Etten-Leur, Steenbergen en
Roosendaal die grote moeite hadden met het extern gaan van Arboplus. Steenbergen heeft haar
zelfde kritiek op tafel gelegd. Toegegeven werd dat de certificeringsdatum niet gehaald zou worden.
Bij het Ministerie is verzocht om een generaal pardon. Toestemming om op 1 april de zaak rond te
hebben is verkregen. Wat betreft het aantal cliënten. In het voorstel werd geschermd met een aantal
van 6.500 nu (bleek 5.500 te zijn) uitgroeiend tot 10.000, 15.000, 20.000. Het dagelijks bestuur
durfde in feite haar eigen voorstel niet op tafel te leggen, omdat er behoorlijk veel weerstand was.
Op het allerlaatste moment heeft de gemeente Bergen op Zoom een voorzet gegeven om schoorvoe
tend met het opzetten van Arboplus in te stemmen onder een aantal voorwaarden. De belangrijkste
voorwaarde is dat men vindt dat het traject wat opgerekt moet worden. 1 Januari 1998 zou de
dienst definitief gestalte moeten krijgen.