3 1. OPENING De VOORZITTER opent de vergadering en heet allen welkom. Hij deelt mede dat de heer Gorissen verhinderd is vanwege familieomstandigheden. Voor wethouder Heijmans is het vanavond zijn laatste raadsvergadering in de gemeente Steenbergen. 2. RONDVRAAG PUBLIEKE TRIBUNE De heer C. DE NEVE spreekt als volgt: 'Geachte voorzitter, Mede aan de hand van kranteartikelen wil ik gebruik maken van de rondvraag zoals vermeld in uw agenda van de raadsvergadering van hedenavond. Hierbij ga ik er van uit dat uw commentaar op mijn brief door de pers juist is weergegeven. In de kranten staan woorden van u en uw wethouder Heijmans als onacceptabel, vuilspuiterij, black out, kletst uit zijn nek, hand overspeeld, trappen naar de gemeente, enzovoorts. Naast deze onjuiste weergave vraag ik u bij de beantwoording van mijn vragen een andere woordkeus te hanteren. In de brief die ik aan de raadsleden geschreven heb, staat: 'Alleen wanneer men bij de overheid goede kennissen heeft of er zijn andere mensen die zich voor jouw plannen inzetten (inclusief politiek), worden plannen adequaat aangepakt. Twee weken geleden is er door een campinghouder in het openbaar verklaard dat hij in zeer korte tijd een vergunning had omdat er binnen de provincie iemand zijn plannen behartigd heeft die zelf op zo een natuurcamping kampeert. Niet ik, maar u noemt dit vriendjespolitiek. Daarnaast zie ik het verschil niet tussen mijn opmerking en de goodwill waarover u spreekt en die wij zo hard nodig hebben. Met de zinsnede: 'de afdeling ROM van de gemeente is niet in staat haar taak goed uit te voeren' schoffeer ik geen ambtenaren. Hiermee geef ik aan dat de capaciteit onvoldoende is waardoor zaken te lang blijven liggen. Wat hiervan de oorzaak is, heb ik mij niet over uit gelaten. De opmerking: 'tot overmaat van ramp durft wethouder Heijmans zich achter een bestemmingsplan van 1957 te verschuilen' is korrekt. Door dit totaal achterhaalde bestemmingsplan is wel bio- industrie toegestaan, maar recreatie niet. Als klap op de vuurpijl durft u te beweren dat de samenleving tegen de jachthaven is. Mijnheer de voorzitter, u heeft het over misschien nog geen 10% van de bevolking van Steenbergen. Ik denk ongeveer hetzelfde percentage dat vóór de varkensmesterijen is. Het is voor mij onbegrijpelijk dat de jachthaven in de gemeente Steenbergen die op milieutechnisch gebied het verst vooruitloopt, geen cent subsidie wil, voor algemene voorzieningen zorgt waarvan iedereen vrij gebruik kan maken, niet beter door de gemeente gesteund wordt door de aanvragen adequater en op volgorde te behandelen. Al jaren worden wij door ROM toegezegd dat ons uitbreidingsplan spoedig aan de beurt is, maar telkens komt er iets anders tussen wat voorrang krijgt. De aanvragen voor de bio-industrie liggen er sedert december 1993, toen lagen onze plannen al drie jaar bij u op de plank. In de kranten wordt gesuggereerd dat de bodemprocedure nog niet is afgerond. Dit is onjuist, de bodemprocedure is op 12 maart 1993 door de Raad van State in ons voordeel beslist. Aan de hand van het hierbovengenoemde wil ik het volgende aan u vragen: 1. Kunt u mij het verschil uitleggen tussen mijn opmerking: 'Alleen wanneer men bij de overheid goede kennissen heeft'...enzovoorts en uw opmerking 'dat ik met mijn brief de goodwill verspeel die ik zo hard nodig heb'. 2. Kunt u mij aangeven waarom ik goodwill nodig heb? 3. Waarom hebben wij van de gemeente geen enkele reaktie ontvangen op onze brief van 21 december 1994, zelfs geen ontvangstbevestiging? 4. Binnen welke termijn dient een aanvraag behandeld te zijn en wat kan iemand er aan doen als dit niet gebeurt? 5. Waarom worden aanvragen niet op volgorde van binnenkomst behandeld en wie bepaalt wat eerst wordt behandeld? Mijnheer de voorzitter, het is niet mijn bedoeling hoge bomen neer te halen maar ik heb de indruk dat de aanleg van de 2e fase van onze jachthaven voor het college geen must is.'

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1995 | | pagina 11