4
8
De VVD is van mening dat het onderzoek, dat uiteindelijk toch moet worden opgebracht door de
belastingbetaler, beter zou kunnen worden uitgevoerd, nadat de aangepaste installatie is gebouwd.
Dit betekent een onderzoek over een jaar. En niet dan alleen, maar na een zekere periode nog eens
en zo verder. Een onderzoek eens in de twee jaar zou door de VVD zeker ondersteund worden, mits
dit in het belang is van efficiënte milieuhandhaving.
Nu een bedrag uitgeven van bijna Fl. 33.000,00 kan wellicht leiden tot enige geruststelling onder de
bevolking, maar gerealiseerd moet worden, dat slechts op enkele stoffen gemeten kan worden. Of
de ongerustheid onder de bevolking dan ook geheel wordt weggenomen is de vraag. Teneinde meer
zekerheid te verkrijgen omtrent de droogprocessen acht de VVD het wenselijk ook de ondernemer
daar bij te betrekken. Voorts is goede voorlichting naar de burgers noodzakelijk om te voorkomen
dat het beperkte onderzoek een averechts effect zou opleveren. Deze voorlichting kan bij voorbeeld
plaats vinden in overleg met het Comité Steenbergen Schoon.
De voorgestelde uitgave legt een forse claim op de begroting van de gemeente Steenbergen. Dit
klemt te meer omdat afgevraagd moet worden of deze aanslag op het gezamenlijk vermogen van de
Steenbergse burgers noodzakelijk is. Als het onderzoek een jaar geleden was uitgevoerd, zouden de
kosten voor de provincie zijn gekomen. Deze mogelijkheid is echter onbenut gebleven.
In de raadsvergadering van 27 mei 1993 zegde de wethouder toe, dat zij bij de provincie niet meer
had gevraagd, maar geëist, dat een onderzoek binnen enkele dagen zou plaatsvinden. De raad had
er daarbij op mogen vertrouwen dat zulks ook gebeurde. Op 14 juni 1993 werd naar aanleiding van
het onderwerp in het verslag van de commissie vergadering openbare werken als volgt genotuleerd:
"Naar aanleiding van de notulen merkt mevrouw Onland op dat er met de heer Van de Velde van de
grasdrogerij een afspraak is gemaakt voor een gesprek. De provincie heeft toegezegd dat er een
onderzoek komt naar de emissie. Ook meldt zij dat er door de grasdrogerij indertijd geen bezwaar is
ingediend tegen de woonwijk Noord-Oost. Van de Velde heeft niet gereageerd op het schrijven van
de raad.
De heer IJzermans vindt het initiatief van de provincie wel erg laat. Straks zijn zij geen partij meer."
einde citaat.
De notulen van deze vergadering werden pas vastgesteld na de vakantie op 9 augustus 1993.
De heer IJzermans heeft inmiddels het gelijk aan zijn kant gekregen. De provincie is buiten beeld en
de kosten komen voor rekening van de gemeente. Zover had het nooit hoeven komen. De VVD
vraagt het college antwoord op de vraag, waarom de raad nooit is geïnformeerd over het feit dat
een afspraak werd gemaakt tussen de directeur van de drogerij en de heer Kuipers van de
milieudienst om een onderzoek in te stellen op 1 juni 1993.
Naar aanleiding van klachten van bewoners zou toen worden gemeten. Van der Velde heeft op hen
gewacht tot 3 juni 1993. Toen nog niemand was komen opdagen belde hij zelf naar het gemeente
huis wanneer zijn bedrijf gecontroleerd kon worden. Telefonisch werd hem medegedeeld vanuit het
gemeentehuis, dat de meetploeg wel op het stadhuis was geweest, maar dat "wegens ziekte of zo
iets" de controle niet door was gegaan. Dat men vergeten was dit door te geven aan de drogerij
werd betreurd. Wat naar het oordeel van de VVD niet minder te betreuren is, is dat de raad hierover
nooit werd geïnformeerd. Wanneer het onderzoek conform de toezegging van de wethouder op
1 juni 1993 doorgang had gevonden, had nu wellicht afgezien kunnen worden van de voorgestelde
uitgave. Alvorens in te stemmen met het huidige voorstel wenst de VVD hierover opheldering.
Welke afspraken werden bedoeld door de wethouder? Is het niet zo, dat de eerst volgende
bespreking met de directeur en/of advocaat van de drogerij na 14 juni 1993 plaats vond op 21
december 1993, een half jaar later dus? Welke initiatieven heeft het college in de tussen liggende
tijd ontwikkeld om afspraken te maken met de ondernemer?
Tijdens die bespreking van 21 december 1993, die overigens werd voorgezeten door een provinciale
ambtenaar zijn vele zaken besproken. Waarom is het bespreekverslag niet ter kennis gebracht van
de raad?
Was er een legitieme reden om deze informatie te onthouden?