4 De provincie heeft zich in het verleden behoorlijk onttrokken aan haar verantwoordelijkheid be treffende de grasdrogerij zeker ten aanzien van de volksgezondheid. De gemeente Steenbergen dient als het nodig is het onderzoek te laten doen. Zou uit het onderzoek blijken dat er niets aan de hand is, dan betekent dat een grote geruststelling voor de mensen en de gemeente. Komt er wel iets uit dan denkt hij dat evengoed de drogerij zich die verantwoordelijkheid zou willen aantrekken om te kijken wat dan te doen. Wethouder HEIJMANS rectificeert dat op het moment dat de uitspraak op de voorlopige voorziening er zou zijn ook bekend zou zijn wat de drogerij exact droogt. Dit is een misverstand van zijn kant geweest. De gemeente weet uitsluitend exact wat de drogerij niet droogt. Wat betreft het onderzoek. Als het schriftelijk antwoord van de provincie moet worden afgewacht dan zou het nog wel eens heel lang kunnen gaan duren. De WETHOUDER verwacht dan een heilloze weg. De VOORZITTER deelt mede dat het voor het college een worsteling is geweest of het college hals over kop in het diepe moet springen zonder te weten waar hij mee bezig is. Van de uitspraak van de Raad van State is op dit moment nog slechts ontvangen de pagina's 10 en 11. Het is erg belangrijk dat de gemeente zich het totale bericht van de Raad van State met de hele inhoudelijkheid eigen maakt. Dat de gemeente ook inderdaad weet waar het onderzoek zich op zou moeten richten. Het college vindt een schriftelijk antwoord van de provincie gewenst. Dit voor het geval het college de provincie nog eens een keer zou willen aanspreken. Wethouder Heijmans heeft gesteld dat hoe dan ook het onderzoek moet plaatsvinden. Wethouder Onland en de Voorzitter zijn van mening dat opgepast moet worden dat voor die f 35.000,-, op basis van wat de Raad van State nu in zijn stuk heeft staan, niet het verkeerde onderzoek wordt voorgelegd aan Wageningen. De provincie laat zich in dit soort zaken als het gaat om de volksgezondheid begeleiden door het Rijks Instituut Voor Milieu en Volksgezondheid. Als de provincie tot bepaalde uitspraken komt is dat niet alleen maar een politieke kreet, maar ook gebaseerd op empirisch vastgestelde gegevens die zij ten aanzien van dit soort zaken heeft. De meerderheid van het college vindt op dit moment dat als het komt tot een onderzoek zij dat wil doen middels een voorstel aan de raad gebaseerd op de gegevens die het college vindt nodig te hebben. Er worden nu een aantal stoffen uitgesloten. Over dertien maanden is er een werkende drogerij die een ander effekt heeft op de uitstoot. In meerderheid vindt het college dan dat de zaken goed op een rij moeten worden gezet alvorens f 35.000,- uit te geven waarvan niet bekend is of het de ongerustheid echt wegneemt. Inhoudelijk dient een goede opdracht te worden gegeven aan Wageningen. Het antwoord daarvan moet te duiden zijn. De voorzitter sprak over het RIVM, aldus de heer IJZERMANS. Hij vraagt zich in dit verband af of de heren van de Gewestelijke Gezondheids Dienst dan wel krullejongens zijn. Er liggen twee brieven van deze dienst op tafel die nog steeds niet weersproken of afgezwakt zijn. Behalve voor de bewoners is het toch ook in het belang van de ondernemer duidelijkheid te verkrijgen. De heer IJZERMANS heeft er vrede mee als het college toezegt in mei of in juni met een voorstel te komen hoe de opdracht aan Wageningen te verstrekken. Die toezegging is gedaan antwoordt de VOORZITTER. Wat betreft de brieven van de Gewestelijke Gezondheids Dienst. Door de dienst is in ieder geval wel aangegeven dat de brieven slordig zijn geschreven. De heer REIJNDERS sluit zich aan bij de heer IJZERMANS. Hij dringt er met klem op aan dat het college toezegt om al het mogelijke te doen om in ieder geval uiterlijk in juni met een voorstel te komen. De heer VAN ZANTVLIET merkt op dat de Werknemers Partij Steenbergen ruim een jaar geleden geopperd heeft om bij de provincie geld los te krijgen voor een onderzoek. Toen is dat eigenlijk een beetje lachende van tafel geveegd. Nu ligt de verantwoordelijkheid bij de gemeente. De Werknemers Partij Steenbergen geeft het college mee eerst de rapportage van de Raad van State af te wachten. Dit zo spoedig mogelijk te behandelen en daarna zo snel als kan daarmee terug te komen naar de raad. De heer RASENBERG staat erg positief tegenover het onderzoek. Gelet echter op de beperkende voorwaarden die genoemd zijn door de Raad van State vraagt hij zich af of de offerte zoals uitgebracht is ook uitgevoerd kan worden. Het is daarom te overwegen eerst de zaken goed te bestuderen voor een besluit genomen wordt. De raadsleden, aldus de VOORZITTER, ontvangen in ieder geval een afschrift van het stuk van de Raad van State over deze zaak.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1994 | | pagina 68