1. 2 3 OPENING De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed. Hij deelt mede bericht van verhindering te hebben ontvangen van de heer Van Elzakker wegens familieomstandigheden. De heer Flameling wordt om dezelfde reden later verwacht. VASTSTELLING NOTULEN OPENBARE VERGADERING VAN 31 MAART 1994 Pagina 3, agendapunt 2, zaal Akzo-fibers. Mevrouw BAARTMANS informeert naar de uitslag van het gesprek bij Akzo. Wethouder HEIJMANS antwoordt deze week een eerste oriënterend gesprek te hebben gehad met de direkteur van Akzo. De konklusie is dat de situatie niet zo rooskleurig is als aanvankelijk was geschetst. De Akzo is bereid om in een konstruktief overleg te bekijken wat er mogelijk is ten aanzien van hun kantine. De Akzo heeft daar een aantal voorwaarden onder gelegd. Zo is zij niet voornemens te investeren. Dit past niet in haar bedrijfsfilosofie. Verder blijft het een bedrijfskantine. Dit geeft beperkingen aan het gebruik. De WETHOUDER noemt overwerk en kontinudiensten. Het college heeft afgesproken een vervolggesprek te laten plaatsvinden. De direkteur van Akzo heeft die opening gelaten. Als dit allemaal op een rijtje staat komt de WETHOUDER daarmee terug. Pagina 5, agendapunt 6, tweede alinea, derde regel. De heer LAMBERS wijst er op dat in de tekst staat 'ouderregeling'. Dit dient te zijn 'oude regeling'. De VOORZITTER zegt korrektie toe. Pagina 14, agendapunt 10, derde alinea. De heer GORISSEN merkt op dat de brief van Leefbaarheidsgroep De Heen dd 21 januari 1994 nog niet ter inzage heeft gelegen van de raad. Hij had dit wel verwacht. Wanneer komt de brief ter inzage en zijn er binnen het college al beslissingen genomen? Op de brief staat dat deze aan alle frakties is afgegeven, aldus de VOORZITTER. De brief ligt momenteel voor pré-advies bij de diverse afdelingen. Het is een zeer komplexe brief met vele vragen. De integrale behandeling daarvan vergt enige tijd. De brief komt zo spoedig mogelijk met antwoorden naar de raad. Pagina 14, agendapunt 10, laatste regel van de pagina. Mevrouw BAARTMANS vraagt of reeds meer bekend is over de alternatieven voor Diuron. Wethouder ONLAND antwoordt dat het waarschijnlijk tot het eind van het jaar zal duren voor de gemeente heel duidelijk alle alternatieven op een rijtje heeft. Er zijn thans wel alternatieven, maar dan moet flink in de buidel worden getast. De WETHOUDER meent dat dit op dit moment niet verantwoord is. Eerst dient te worden nagegaan wat het beste is. Pagina 14, agendapunt 10, zesde alinea. De heer IJZERMANS informeert of al bekend is of de provincie wil participeren in het onderzoek naar Drogerij Janse bv. Wethouder HEIJMANS antwoordt dat gedeputeerde Van Nistelrooy 11/z week geleden telefonisch heeft laten weten dat de provincie niet bereid is bij te dragen in de kosten van het onderzoek. De reden is gelegen in het feit dat het niet opportuun zou zijn voor de provincie om daar aan mee te betalen. De heer Van Nistelrooy heeft nog wel het advies gedaan om een schriftelijke aanvraag in te dienen. Op voorhand liet hij echter weten dat het water naar de zee dragen zou zijn. Een negatief antwoord zou volgen. Het college heeft besloten toch een schriftelijke aanvraag te doen. Indien de provincie niet participeert stelt de heer IJZERMANS het college toch voor het onderzoek te laten uitvoeren. De bevolking van Steenbergen, zeker de wijk noordoost, wordt al een aantal jaren gekonfronteerd met stank. Dat is op zich al vreselijk. Maar door de Gewestelijke Gezondheids Dienst is vorig jaar bevestigd dat er toch mogelijk ook een ernstig gevaar voor de volksgezondheid zou zijn. Teneinde dit vast te kunnen stellen meent de heer IJZERMANS dat het noodzakelijk is dat er een onderzoek komt.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1994 | | pagina 67