10 Daar bovenop komt dat de gemeenteraden steeds meer bevoegdheden ontnomen worden gezien de struktuur van de nieuwe regio's. Dat maakt het raadswerk niet aantrekkelijk. Ook de financiële gevolgen zijn niet te voorspellen. Voorlopig is er nu al f 0,42 per inwoner uitgetrokken. Wij zijn er van overtuigd dat het daar niet bij zal blijven. Dat een aantal zaken op elkaar afgestemd moeten worden dat lijkt ons een goede zaak zoals het fietsbeleid, het wegenbeleid, het goederenvervoer, het openbaar vervoer en het terugdringen van het autoverkeer. Ook dat spreekt ons aan. Hierbij wel de opmerking geplaatst dat de overheid hier zelf mede de oorzaak van geweest is. Een voorbeeld is het moeizaam tot stand komen van kleine industrieterreinen in de nabijheid van steden en woon gebieden, waardoor de werkgelegenheid elders gevonden moet worden. Ook het beleid van het openbaar vervoer laat te wensen over. Zeker op het platteland. Samenvattend voorzitter willen wij het oprichten van een vervoersregio het voordeel van de twijfel geven en zo onze steun geven aan het voorstel. Wel verwachten wij dat degene die onze gemeente straks vertegenwoordigd in die commissies goede kennis van zaken heeft over verkeer en vervoer en zich zeker niet onder laat sneeuwen door de grotere regio's. Ik wens die persoon die dat moet doen alle sterkte toe." De heer LAMBERS sluit zich volledig aan bij de woorden van de heer IJzermans. Wanneer hij kijkt naar de opmerkingen die in de landelijke politiek opgeld doen, dat de overheid een terugtredende overheid zou dienen te zijn merkt hij hier bar weinig van. Er komt opnieuw een nieuw instituut binnen de gewesten. Feitelijk wordt gevraagd om instemming voor het voteren van een krediet om een aantal externen weer aan het werk te kunnen helpen. Hij vraagt zich werkelijk af of het wel zo hard nodig is om al die externe deskundigheid opnieuw in huis te halen. Hij vreest dat het met dit voorstel dezelfde kant opgaat als het verhaal van de brugwachter. Die bouwde een hele organisatie om zich heen waarna de funktie brugwachter werd opgeheven. Waar hij zich met name het meeste zorg over maakt is dat de gemeente een stuk beleid moet uit gaan voeren wat weliswaar in de randstad en de agglomeratie Eindhoven goed zou kunnen funktioneren maar waar West-Brabant absoluut nog niet rijp voor is. West-Brabant heeft een buitengewoon slecht openbaar vervoersdek- kingsnet en hij voorziet op korte termijn, ondanks al de dure adviezen die worden uitgebracht, daar niet snel een verbetering in. Het voordeel van de twijfel wordt gegund. De VVD wil daarbij heel nadrukkelijk opmerken dat zij nu kan instemmen met dit voorstel, maar dat zij zeker niet staat te trappelen van ongeduld om dadelijk dat hele externe grote buro te laten groeien en uitbreiden en daarvoor steeds nieuwe kredieten te moeten voteren. De heer RASENBERG deelt mee dat dit voorstel reeds op 20 december 1993 in de Gewestraad is aangenomen. Verder ligt wettelijk vast wat het toekomstperspektief is voor bestuurders van gemeenten. In de commissie heeft de voorzitter gesteld dat het college unaniem zijn bedenkingen heeft tegen deze zaak. Hij vond dat vreemd omdat de voorzitter 20 december in de Gewestraad ingestemd heeft. Dit stuk heeft de fiat van de heer RASENBERG. Ook de heer Reijnders heeft indertijd ingestemd. De VOORZITTER merkt op dat de Gewestraad heeft ingestemd. De individuele raden moeten door middel van een raadsbesluit bewilligen omdat hier een taakoverdracht en een geldstroom aan de orde is. Wethouder Onland zal de gemeente in deze vertegenwoordigen. De VOORZITTER stelt dat de gemeenten op het gebied van verkeer en vervoer tot op heden niets hebben mogen doen. Het Rijk decentraliseert. Dat is door de kamer afgedwongen. Een van die decentralisatietaken is de verkeers- en vervoerstaak. Die moet naar de gewesten toe met eigen bevoegdheden en eigen geldmiddelen. Iedere regio mag een plaatje maken. Voor Noord-Brabant is 30 miljoen beschikbaar gesteld. Als de regio's niets doen dan gaat het geld naar de provincie en neemt zij de taak van het Rijk over. De gewestelijke samenwerking staat het dichtst bij de gemeente. De gemeente partici peert hier beter in dan bij de provincie. Men zit in een systeem met elkaar. Wil men uit de ruif van het Rijk geld krijgen dan zal men met plannen en voorstellen moeten komen die goed onderbouwd zijn. Ook het budget voor het regiovervoer gaat naar de gewesten toe. Steenbergen zegt ja tegen de samenwerking maar om nu te zeggen dat zij hier echt gelukkig mee is. Het zal met de vinger aan de pols gevolgd moeten worden. De heer IJZERMANS vult aan dat toen destijds de zaak behandeld is in de commissie hij diezelfde week op televisie een uitgebreid debat daarover zag. Het betrof met name de regio Utrecht. Gesteld werd dat de verkeer en vervoerregio's buitengewoon slecht functioneerde. Het openbaar vervoer en de stadsproblemen waren totaal niet op elkaar afgestemd.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1994 | | pagina 25