8 De VOORZITTER merkt op dat de eigen portefeuillehouder daar in de komende maand zelf bij zit. Hij hoopt dat Steenbergen daarna ook weer vertegenwoordigd zal zijn in de educatieve raad. De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 6. VOORBEREIDING INTEGRATIE GEWESTEN De heer RASENBERG is het helemaal eens met het voorstel zoals verwoord. Wel heeft het hem verbaasd dat in petit comité een bijeenkomst is geweest waarbij aanwezig onder meer de voorzitter en mevrouw De Sutter. Zij hebben gesproken over de integratie van de gewesten. Nu in deze regio een aantal bestuurderen deel uitmaken van het gewest zou het dan niet prettig zijn geweest als zij ook bij de bijeenkomst afgelopen zomer met mevrouw Nauta zouden zijn geweest. Zij hadden daar wat informatie kunnen verschaffen of krijgen van degenen die er al wat meer van wisten. Uit de stukken merkt de heer RASENBERG meteen dat de heer Marijnen gang achter de zaak wil zetten. Bepaalde figuren op bestuurlijk vlak proberen de zaak door te drukken zodat het snel een be paald gezicht krijgt. De heer RASENBERG denkt juist dat Steenbergen op de goede weg zit. Bij de twee gewesten blijken hele verschillen te liggen in de takenpakketten. Eerst dienen die takenpakket ten vergeleken te worden en op een rij te worden gezet. Daarna kan een konkreet voorstel worden gedaan om te zien hoe de twee gewesten kunnen integreren. Hij is geen tegenstander van de integratie, het is best een must en het zal veel rationeler werken. Maar het zal wel op eenzelfde wijze met elkaar moeten worden gedaan. Naar aanleiding van de notitie die de heer Rasenberg gelezen heeft stelt de VOORZITTER dat burgemeesters niet beter zijn dan andere portefeuillehouders. In de commissie van advies hebben de gemeenten het gepresteerd om met 9 van de 18 aanwezig te zijn. Dit leidde toen tot het stopzetten van de discussie. Daarna is de afspraak gemaakt dat de vice-voorzitter en de voorzitter van het Streekgewest samen met de leden van het dagelijks bestuur vanuit een cluster zouden proberen om het in één keer dan maar wat breder te doen door de colleges uit te nodigen om nog eens over de zaak te praten. De voorzitter van het Streekgewest, de heer Marijnen heeft de angst voor de koude sanering bijge bracht. Tot verbazing van het college is inmiddels een stuk gekomen waar wordt gesproken over een samenwerkingsverband, een lichte struktuur. Daarin wordt ook melding gemaakt van de minimale kosten ad f 300.000,- dit jaar om een extern adviseur daaraan te laten werken. De dagelijks besturen van het Streekgewest en het Stadsgewest hebben elkaar nog niet eens leren kennen op uitzondering van de vijf gemeenten Breda, Oosterhout, Etten-Leur, Bergen op Zoom en Roosendaal. Die groep van vijf gemeenten stelt dat men verder moet. Dat is ook zo maar de vraag is in welk tempo. De VOORZITTER had het beter gevonden als de dagelijks besturen eerst eens hadden geïnventariseerd waar de knelpunten liggen. Binnen het college is over de problematiek gesproken. Het college heeft aan het fusieproces negen voorwaarden verbonden waar het college volledig achter staat. 26 Maart aanstaande staat dit punt op de agenda van het Stadsgewest en het Streekgewest. Als het voorstel in meerderheid wordt aangenomen wat gaat er dan gebeuren? Gaat het dan gewoon door en wie betaalt die f 300.000 gulden. Hij is er ook niet aan uit. Het college begrijpt ook de haast niet. Zou de voorzitter van het Streekgewest, aldus de heer RASENBERG handelen onder druk van de voorzitter van het Stadsgewest Breda. Zou de voorzitter daar naar kunnen informeren? De VOORZITTER heeft morgen dagelijks bestuursoverleg bij het Streekgewest over de kwestie. Hij heeft zich de afgelopen maand afgevraagd of hij niet de consequentie moet trekken uit de daad die Steenbergen stelt. Dient hij wel lid van het dagelijks bestuur te blijven? Het gaat hier om een zeer principieel punt. Kan hij als vertegenwoordiger van de gemeente Steenbergen met dit standpunt dat hijzelf huldigt blijven funktioneren binnen het dagelijks bestuur? De heer LAMBERS denkt dat dit wel kan. Op een gegeven moment kan de voorzitter heel principieel met inachtneming van zijn eigen normen en geweten, gedragen de steun van de hele raad van de gemeente Steenbergen, op dit zeer belangrijke onderdeel een standpunt innemen. Dat betekent niet dat daarmede de zeer belangrijke samenwerkingsvorm naar de toekomst verstoord zou dienen te zijn. Hij denkt dat het goed is dat de voorzitter namens de gemeente Steenbergen zijn standpunt daar neerlegt. De voorzitter zal dat verliezen maar dat is op zich geen schande. Daarna kan de voorzitter weer gewoon verder gaan met besturen.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1994 | | pagina 23