14 De heer VAN ZANTVLIET informeert naar de Must en het jeugdwerk. Is er al meer bekend? Wethouder HEIJMANS antwoordt dat momenteel nog gewacht wordt op de boekhouding en de stukken van 1993.Zodra die binnen zijn kan het college een definitieve afronding maken ten aanzien van de Must. De naam de Must zal dan niet meer bestaan. De WETHOUDER heeft spontane reakties gekregen van een aantal mensen die zeer bezorgd zijn over het open jeugd- en jongerenwerk in Steenbergen. Zij hebben de bereidheid uitgesproken om daar in de toekomst mede vorm en inhoud aan te geven en daarin mee te denken. De WETHOUDER heeft wat gedachten op papier gezet. Hij gaat deze zeer binnenkort met de betrokken deskundige ambtenaren uitwerken, voorleggen aan het college, de commissie en de raad. Wat betreft de eendenkooi in het park. De heer VAN ZANTVLIET heeft informatie dat het totale projekt slechts f 5.600,- zou kosten. De docent leerlingenprojekt kan precies het kostenplaatje verstrekken. Door het college is gesproken over f 15.000,- grote post onderhoud. Waarom kan het college dat bedrag van f 5.600,- niet uit de post onvoorzien halen opdat alles doorgang kan hebben. Zou het college hier nog eens goed naar willen kijken? Wethouder ONLAND antwoordt dat uit onderzoek door gemeentewerken is gebleken dat de palen voor de fundering f 7.000,- zouden kosten. De informatie die de heer Van Zantvliet naar voren brengt is haar niet bekend. Als dat bedrag klopt, zoals aangegeven door de heer Van Zantvliet dan zou de kwestie misschien opnieuw kunnen worden bekeken. De heer IJZERMANS wijst op het artikel hierover in de Steenbergse Courant. Daarin werd hem ondeskundigheid verweten en geen kennis van zaken. Hij voelt zich juist daardoor aangesproken. Hij komt niet met zaken waarover hij geen kennis heeft. De wethouder heeft in de desbetreffende commissievergadering mededeling gedaan dat de kosten tenminste f 7.600,- zouden gaan bedragen. Daar heeft hij op gereageerd. Dat bedrag was hij niet bereid dit jaar te investeren. De zaak volgend jaar opnieuw bekijken daar kon hij zich in vinden. De VOORZITTER wijst er op dat in de commissie en de raad besloten is de investering dit jaar niet te doen. De zaak is doorgeschoven naar volgend jaar. Uitvoering dit jaar zou een nieuw raadsbesluit vergen, want de kosten zijn niet begroot. De heer VAN ZANTVLIET informeert of het college voornemens is de 16 aanvragen voor een varkenshouderij mee te nemen in de verdere besluitvorming voor het totaal vaststellen van het bestemmingsplan buitengebied of volgt een aparte behandeling van de zaak. De VOORZITTER antwoordt dat de aanvragen onder het oude regime vallen. Inmiddels hebben een aantal aanvragen geresulteerd in een serieuze bouwaanvraag. Er is reeds voor f 260.000,- nota's de deur uitgegaan. De bouwaanvragen komen vervolgens in procedure en zullen beoordeeld worden waarbij de bezwaren meegenomen zullen worden. Hier wordt op een zeer indringende wijze nog op teruggekomen. Overziet het college de gevolgen van het nemen van een bepaald besluit tot het plaatsen van die giganten? Bestaande bedrijven zouden wel eens over de kop kunnen gaan, aldus de heer VAN ZANTVLIET. De VOORZITTER antwoordt dat sprake is van ekonomische krachtenvelden waarin de gemeente milieutechnisch en ruimtelijk zoveel mogelijk stuurt. De raad heeft besloten tot het nemen van een voorbereidingsbesluit. Tot die datum zullen op het enorme grondgebied van Steenbergen, 9000 ha, vermoedelijk een stuk of 10 van die mesterijen er bij komen. Dat houdt in ongeveer 30 ha. Die zullen ruimtelijk moeten worden ingepast met alle voorwaarden die er bij horen en alle procedures van bezwaren. De Werknemerspartij vindt dat het college hier gemakkelijk overheen walst. Gedane zaken nemen geen keer, aldus de VOORZITTER. De heer VAN ZANTVLIET merkt op dat het college alleen de gelden ziet van de onroerendgoedbelas- ting en de bouwaanvragen. Aan de andere zaken wordt ruim aan voorbijgegaan. De VOORZITTER merkt op dat er veel aspekten zijn. Die worden op een rij gezet. Wat betreft het aspekt werkgelegenheid, aldus de heer VAN ZANTVLIET tegenover 2 man per stal er bij staan misschien wel 5 man verlies aan de andere kant. De VOORZITTER is dat met hem eens, maar onbewerkte grond is ook niet alles. Het college komt nog uitvoerig op deze hele zaak terug. Het zal de gemeente zeker een jaar bezighouden.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1994 | | pagina 14