i
m
i
13
10. JAARREKENING 1993 VAN DE ALGEMENE DIENST EN HET GEMEENTELIJK GRONDBEDRIJF
De heer VAN ELZAKKER merkt op dat het bedrag dat over was aanzienlijk was. Dit zou verband
houden met de geïnde bedragen aan leges van bouwaanvragen. Wat gebeurt er nu als een deel van
die aanvragen niet doorgaat? Wat moet er dan teruggestort worden aan legesgelden?
Mevrouw BAARTMANS spreekt als volgt:
"Voorzitter,
Ook dit jaar is niet het volledig geraamde bedrag van het minimafonds uitgekeerd bij hoofdfunktie
VI. De Werknemers Partij Steenbergen zou graag zien dat sociale zaken toch een manier weet te
vinden, binnen de mazen van de wet, zodat eindelijk eens een keer het volledige bedrag uitgekeerd
kan worden. Het wordt ieder jaar minder."
In aansluiting op de heer Van Elzakker vraagt de heer LAMBERS ook naar de effekten van het
eventueel niet doorgaan van de afgifte van vergunningen. De VVD stelt ook vast dat de jaarrekening
weliswaar een redelijk positief saldo vertoont maar dat niet vergeten mag worden dat dit voor een
groot deel veroorzaakt wordt door de leges. Alvorens zich in euforische uitspattingen te verliezen is
enige bescheidenheid op zijn plaats.
D66/Gemeente Belangen is ervan overtuigd niet in feeststemming uit te moeten barsten. Toch vindt
de heer GORISSEN een kompliment aan het ambtenarenkorps en het college op zijn plaats. In 1993
is de gemeente er goed uitgesprongen.
Wethouder HEIJMANS antwoordt dat wanneer binnen drie maanden na het verlenen van de
vergunning deze wordt ingetrokken op verzoek teruggaaf van 25% van de leges wordt verleend.
Indien de aanvraag van de bouwvergunning wordt ingetrokken vóór dat de vergunning is verleend
dan zijn er 2 sporen. Binnen één maand wordt 50% teruggegeven en na een maand is het 25%. Als
de gevraagde vergunning niet verleend wordt dan wordt er een teruggaaf van 50% verleend. Hij
verwijst naar de Legesverordening. Er is inderdaad een kans ten aanzien van die post dat daarvan
een bedrag terugbetaald moet worden.
Het betoog van mevrouw Baartmans is uit het hart van de WETHOUDER gegrepen. Als het aan hem
lag zou elk jaar het bedrag begroot voor de minima worden uitgegeven. Helaas is de gemeente wat
dat betreft nogal gebonden door de hogere overheid. Ten aanzien van de uitkeringen en het
minimabeleid zijn de richtlijnen bijzonder scherp.
De gemeente is genoodzaakt om binnen het wettelijk kader deze minimaregeling uit te voeren. De
konsulent vanuit het Ministerie kontroleert 1x per kwartaal. De WETHOUDER zal voor 1995 nog
eens nadrukkelijk naar de richtlijnen kijken. Tot nu toe heeft het college echter een zo ruimhartig
mogelijk beleid, maar binnen de wettelijke kaders gevoerd.
De WETHOUDER vindt het een terechte opmerking van de VVD om bescheiden te blijven. De
WETHOUDER is overigens pas tevreden als de jaarrekening sluit op nul. Wel kan gesproken worden
over een gezonde financiële positie.
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.
10A INZAKE BEDRIJFSVERPLAATSING A. DE JONGH GRAAN- EN MEELHANDEL, MOLENWEG 27 TE
KRUISLAND
De VOORZITTER licht toe dat het nagekomen agendapunt voortvloeit uit een beslissing van de
rechter. De Jongh Graan- en Meelhandel vindt het getouwtrek tussen de drie overheden om de
benodigde gelden bij elkaar te krijgen wat bijzonder lang duren. Dat wordt door het college beaamd,
provincie en gemeente hebben ieder reeds jarenlang f 250.000,- op de plank liggen. Het Ministerie
van VROM zou meedoen voor f 975.000,- als maximale bijdrage. Rond de jaarwisseling heeft
VROM laten weten slechts te willen participeren voor f 625.000,-. Dat is een aanzienlijk lager
bedrag. De reden daarvan. De investering was eerst gebaseerd op rapporten opgesteld door de
Heidemij. De Jongh heeft uiteindelijk de bouwaanvraag laten calculeren door reële aannemers. De
Jongh is toen met zijn investeringen aanzienlijk lager uitgekomen dan in 1990/1991 door de
Heidemij vóórcalculatorisch was vastgesteld. Het Rijk heeft daarna zonder in te gaan op de
inhoudelijkheid van de f 975.000,- de bijdrage verlaagd. De Jongh heeft via de gemeente
Steenbergen een voorziening aangevraagd bij de rechtbank Breda. Echter de provincie koördineert
deze zaak en niet de gemeente Steenbergen.