7 De VOORZITTER stelt dat de openbaarheid die aangehaald wordt bedoeld is als openbaarheid zodat de mensen om wie het gaat ook weten wat er over hen en hun werk besproken wordt. Zij kunnen hierover communiceren met de commissieleden. Zo wordt die openbaarheid verstaan, ook in de juridische tekst. Hij schorst de vergadering om 20.25 uur. De VOORZITTER heropent de vergadering om 20.30 uur en geeft het woord aan de heer Lambers. Uit het overleg tijdens de schorsing heeft de heer LAMBERS begrepen dat zijn collega-raadsleden overtuigd zijn van het goede antwoord van het college. Uitsluitend om reden van democratie zal de heer Lambers op onderdeel 9.4 verzoeken geacht te hebben tegengestemd op het voorstel. Hij spreekt daarbij uit dat de wethouder richting PvdA gezegd heeft dat de aanvrager niet alleen bij de toelichting aanwezig is, maar desgewenst ook bij alle vormen van beraadslaging voorafgaand aan het uitbrengen van het advies. Als dat inderdaad gebeurt is er al een hele grote vooruitgang ten opzichte van de situatie die kennelijk voor 1 januari 1993 heeft gegolden. Hij gaat er van uit dat het gemeentebestuur nooit meer te horen zal krijgen dat niet begrepen wordt hoe de welstandscommissie aan haar advies gekomen is. ledereen is toch immers echt in alle gevallen in de gelegenheid om bij dat overleg aanwezig te zijn. Met die opmerking erbij houdt hij zijn gedachte om het voorstel te amenderen tegen. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. De heer Lambers wordt geacht uitsluitend op 9.4 van het voorstel te hebben tegengestemd. 8. VASTSTELLING NIEUWE BRANDVEILIGHEIDSVERORDENING De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 9. ONDERSTEUNING MOTIE GEMEENTERAAD LEIDERDORP In het blad De Nederlandse Gemeente heeft de heer VAN REUEN onlangs gelezen dat de gemeenten Alkmaar, Den Helder, Purmerend en Hoorn een afwijkende procedure volgen ten aanzien van het terugvorderen van bijstand inzake de verhaalsplicht. In dat artikel zegt ook de VNG dat indien in de loop van het jaar er meer gemeenten komen die diezelfde kant opgaan zij iets in handen heeft om overleg met de staatssekretaris te voeren over dat probleem. Toen dit voorstel behandeld is in de commissie algemeen bestuurlijke zaken heeft het college het argument gebruikt om te moeten proberen de protesten te bundelen. De heer VAN REUEN vraagt in dit verband of de wethouder bereid is de afdeling sociale zaken te laten bezien of ook Steenbergen eventueel haar steun wil betuigen aan genoemde 4 gemeenten, zoals 17 andere gemeenten hebben gedaan. Met de motie Leiderdorp is de PvdA akkoord. De heer LAMBERS merkt op in de vorige raadsvergadering gezegd te hebben dat de raad moet oppassen geen motiemachine te worden. De VOORZITTER onderschrijft dit graag. De heer LAMBERS is het minder eens met de opmerking van de heer Van Reijen. Hij meent dat de raad uiterst voorzichtig moet zijn hiermee. De VNG is er voor om uiteindelijk de stem te vormen van de gemeenten waar het gemeentelijke problemen aangaat. Hij zal de motie ondersteunen maar hij vraagt het college uiterste voorzichtigheid te betrachten bij het steeds inbrengen van moties. De VOORZITTER antwoordt dat het college de motie in dit geval ondersteunt omdat het college het geen goede zaak vindt dat er wat betreft de uitkering uit het gemeentefonds een verschuiving plaatsvindt van de kleinere gemeenten naar de grotere gemeenten. Dit heeft ook voor de begroting van Steenbergen vergaande gevolgen. Wethouder HEIJMANS antwoordt de heer Van Reijen dat hij het betreffende artikel mee zal nemen naar de afdeling sociale zaken. Hij komt hiermee terug in het college en de commissie welzijn. Als Steenbergen steun kan betuigen zal zij dat zeker doen. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1993 | | pagina 39