7 De VOORZITTER antwoordt de heer Gorissen dat het college een proef zal nemen van tenminste een jaar waarbij de hele stad wordt betrokken. Wethouder OOMS merkt verder op een groot voorstander van de milieustraat te zijn. Dit is aanmerkelijk kostenbesparend. Wethouder HEIJMANS kan meedelen dat indien het krediet van f 100.000,- voor de inzamelplaat- sen niet geheel nodig is, dit direkt consequenties heeft voor de exploitatie en de afvalstoffenheffing voor 1994. Wordt het bedrag niet uitgegeven dan vindt ook geen doorberekening plaats. Wat betreft de proef in Oostzaan. Deze proef bestaat uit drie fasen. Men is in de tweede fase, de informatie fase, welke in april afloopt. De derde fase, de afrekenfase loopt van april tot september 1993. Eind dit jaar komt er een evaluatie waarna een rapport wordt uitgebracht. De tussen-evaluatie van maart 1993 zal aan burgemeester en wethouders en de commissies openbare werken c.a. en middelen ter inzage worden gelegd. In Oostzaan loopt de proef nu een half jaar. Tot nu toe is er sprake van een reduktie van het aanbieden van afval met 40% vergeleken met het vorige jaar. De proef zal moeten worden afgewacht. De zaak wordt met belangstelling gevolgd en de raad op de hoogte gehouden. De heer IJZERMANS heeft geen antwoord gehad op de vraag hoe men de mensen tegemoet komt die absoluut geen gft-afval aanbieden. Technisch moet het mogelijk zijn dat de container voor gewoon huisvuil wordt gebruikt. Gaat het college dat nog onderzoeken. De VOORZITTER vraagt de heer IJzermans de gegevens hierover aan het college te doen toekomen. Wethouder HEIJMANS merkt op dat als naar een gedifferentieerd tarief wordt gegaan het principe zal zijn de vervuiler betaalt. De mensen die een kompastvat hebben bieden minder afval aan en zullen dat in de toekomst terugvinden op hun afvalstoffenheffing. De VOORZITTER stelt dat nog een groot aantal zaken uitgekristalliseerd moeten worden. De signalen van de raad om tot gedifferentieerdheid te komen in aanlevering en in betaling zijn een goede zaak. De heer GORISSEN doet de suggestie om thans aan te tekenen waar verzamelplaatsen van huisvuilzakken zijn. Op die plaatsen zouden dan verzamelplaatsen voor duobakken kunnen worden gecreëerd. Wethouder OOMS neemt dit mee. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 10. DEELNAME IN STICHTING A4/Z00MWEG-N00RD (16E WIJZIGING BEGROTING 1993) Voor wat betreft de duur van de stichting licht de VOORZITTER toe dat gekozen is voor vijf jaar omdat in 1998 de procedure van het huidige rijkswegenplan afloopt. Indien in 1998 niet begonnen is aan de A4/Zoomweg Noord dan verwordt deze weg voor een groot gedeelte tot een gemeen telijke weg. De heer IJZERMANS meent dat als binnen nu en drie jaar nog steeds geen standpunt bekend is van het rijk de Zoomweg wel vergeten kan worden. De fraktie van de PvdA wil thans niet verder gaan dan drie jaar. Na het verstrijken van die periode kan opnieuw worden bezien of de stichting verder nog nodig is. Hij maakt het voorbehoud dat, indien binnen deze drie jaar een definitieve vaststelling gedaan wordt met betrekking tot de Zoomweg, de stichting onmiddellijk opgeheven wordt. De VVD, aldus de heer LAMBERS is blij dat een dergelijke stichting in dit stadium tot stand komt. Zij ondersteunt van harte het initiatief van de Kamer van Koophandel. Als blijkt dat de stichting effect sorteert en meer middelen nodig zouden zijn dan zal de VVD een gemotiveerd voorstel daartoe volledig ondersteunen. De VVD spreekt de hoop uit dat de bijdrage van de gemeente Steenbergen aan deze stichting leidt tot een versnelde aanleg van de A4. Is het VNO bij deze zaak betrokken? De VOORZITTER antwoordt dat het VNO wordt gevraagd. Er was reden om aan te nemen dat het VNO niet zou participeren, met name wordt dit overgelaten aan de regionale instituten. De stichting heeft tot taak de zaak te koördineren. De stichting wordt terstond opgeheven op het moment dat haar doelstellingen zijn bereikt.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1993 | | pagina 30