6
De heer GORISSEN spreekt als volgt:
'Mijnheer de voorzitter,
Naar aanleiding van de gecombineerde vergadering openbare werken c.a. en middelen wil ik vooraf
toch enkele opmerkingen maken.
Het verslag van deze vergadering vond ik erg summier en dan druk ik mij nog zachtjes uit. Dit is
volgens mij niet direkt de schuld van de notulist, omdat het niet mogelijk is om vragen te beant
woorden, te luisteren naar diverse opmerkingen en ook nog te notuleren. Een aparte notulist was
volgens mij beter geweest. Er zijn door mij tijdens de vergadering een tweetal voorstellen gedaan die
naar ik hoop een nadere uitwerking verdienen.
Ik doel hierbij op het aanleggen van een milieustraat voor het in ontvangst nemen van grof vuil, dat
door de burgers naar de gemeentewerf gebracht kan worden.
Mijn tweede opmerking is het uitzetten van de duobakken en minicontainers door ons eigen
personeel en dan met name door de mensen van de reiniging. Het betreffende personeel ziet een en
ander positief tegemoet en we kunnen de financiën die met het uitzetten gemoeid zijn beter aan
onze eigen mensen besteden dan aan een willekeurige firma.
Mijnheer de voorzitter,
Met het voteren van het krediet voor de aanschaf van de inzamelmiddelen en de aanschaf van
inzamelvoertuigen als het gekozen merk geen problemen geeft heb ik geen problemen. Waar ik wel
moeite mee heb is het te voteren krediet voor het onder andere route/beheersprogramma, de
voorbereiding en aanleg verzamelplaatsen.
Mijnheer de voorzitter,
Wanneer de burgers op vrijwillige basis zelf verzamelplaatsen creëren en dat gemeentewerken daar
dan voorzieningen treft om een en ander een beter aanzien te geven heb ik geen probleem met het
krediet van f 100.000,-. Maar het moet niet zo zijn dat er voor die f 100.000,- zo wie zo verza
melplaatsen aangelegd moeten worden. Daar heb ik dan wel problemen mee.
Mijnheer de voorzitter,
Met het wel of geen verzamelplaatsen valt of staat ook het aantal op te halen duobakken. Ik ga er
van uit dat het door het college voorgestelde aantal van 1300 geen wet van meden en perzen is
maar dat hier soepel mee omgegaan zal worden anders voorzie ik toch wel de nodige problemen. Ik
wil het college dan ook vragen om een proefperiode te hanteren als experiment. Dit dan in een
bepaalde wijk of gedeelte van een wijk. Ik denk dat de praktijk dan uit zal wijzen wat voor
Steenbergen wel of niet haalbaar is. Wij moeten niet vergeten mijnheer de voorzitter dat er straks
een uur mee gemoeid is om een wagen afval naar De Kragge te brengen. Er moet namelijk twee
keer gewogen worden en twee keer gestort.
Tot slot mijnheer de voorzitter heb ik nog een vraag.
Op welke termijn is er wat meer bekend over de proef in Oostzaan met betrekking tot een
gedifferentieerd systeem voor de afvalstoffenheffing. Als er op korte termijn wat meer bekend is, is
het misschien mogelijk om dit ook bij de proefperiode te betrekken.
Tot zover.'
De heer LAMBERS meent dat de commissie uitvoerig moet blijven evalueren wat noodzakelijk is. De
hoofdzaak van dit onderwerp vanavond is de votering van de kredieten. De invulling neemt hij aan
zal stapsgewijs gaan plaatsvinden in overleg met de commissie.
De heer VAN ZANTVLIET deelt mede dat ook de Werknemerspartij akkoord kan gaan met het
voorstel omdat zij in de commissies terug kan komen op de techniek.
Wethouder OOMS begrijpt dat de raad geen problemen heeft met de aanschaf van de wagens en de
duobakken.
Hij merkt dat er vragen en problemen zijn bij de inzamelplaatsen.
Het krediet van f 100.000,- voor de inzamelplaatsen is slechts een aanname. Wat betreft de stelling
dat de inzamelplaatsen op vrijwillige basis zouden moeten worden gecreëerd. De WETHOUDER
denkt dat dit op veel plaatsen het geval zal zijn. Waar de bebouwingsdichtheid groot is zijn
brandgangen. Daar zullen voorzieningen gemaakt worden. Hij noemt het voorbeeld Doktersdreefje.
Hij meent dat dan die f 100.000,- toch snel nodig zal zijn.
Het college zal proberen zo veel mogelijk plaatsen op vrijwillige basis te creëren. Op enkele plaatsen
zal niet ontkomen kunnen worden aan een aanwijzing.
Het uitgangspunt van het college en de raad dient te zijn dat de lasten voor de burger zo laag
mogelijk gehouden worden. Dit kan alleen als iedereen meewerkt. Niet alleen de lokale overheid,
maar ook de bevolking.