5
De wethouder wil graag de antwoorden op de terzake gestelde vragen in de laatstgehouden com
missievergadering openbare werken c.a. in de volgende commissievergadering inbrengen.
Aan de orde is het onderdeel van het voorstel inhoudende de votering van het krediet ten behoeve
van de verbetering van de brandveiligheid.
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.
8. VASTSTELLING VAN HET BESTEMMINGSPLAN 'WELBERG-OOST 1993'
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.
9. VOTERING KREDIET GESCHEIDEN INZAMELING HUISHOUDELIJK AFVAL
Mevrouw ONLAND merkt op dat in de laatste zin van het voorstel staat dat de commissies openbare
werken c.a. en middelen zich kunnen verenigen met dit voorstel. Echter in het commissieverslag
staat bij de standpuntbepaling dat beide commissies akkoord gaan onder voorbehoud van de
gemaakte opmerkingen.
Het CDA gaat ook hier met dit voorstel akkoord onder datzelfde voorbehoud, vooral in verband met
de aanleg van de inzamelplaatsen. Het CDA wil graag het hoe en waar en de verdere uitwerking
hiervan in de commissievergadering bespreken.
De heer IJZERMANS spreekt als volgt:
'Mijnheer de voorzitter.
Gescheiden ophalen van het huisvuil, dat is de boodschap die het Ministerie aan alle gemeenten
opgelegd heeft. Welke gevolgen dat heeft voor de gemeenten en burgers, daar is veel minder over
gepraat. In plaats dat er eerst gelijktijdig ook maatregelen genomen werden tegen de producenten
wordt juist alleen de consument hard aangepakt. Doordat de verplichting opgelegd wordt vanaf 1
januari 1994 te beginnen, zijn veel gemeenten in tijdnood gekomen. Dat is een van de oorzaken dat
er geen goed en uitgebreid onderzoek aan vooraf is gegaan. Een van de grotere gemeenten heeft
dat wel gedaan. Zij heeft TNO een opdracht gegeven om na te gaan wat de gevolgen zijn van het
gescheiden ophalen. Voor zover ik uit de pers vernomen heb heeft dat onderzoek aangetoond dat
het voordeel van gescheiden ophalen voor het milieu-effect zeer mager te noemen is, helaas.
Jammer, want dat zal de burger niet extra motiveren om mee te werken aan gescheiden afval.
Integendeel, als nu al wordt gesuggereerd dat men op langere termijn gekonfronteerd wordt met een
geweldig overschot aan gft-afval waarvoor de overheid momenteel nog geen oplossing weet, want
hergebruik is maar beperkt mogelijk maximaal 6 ton per ha, zal het wel uitdraaien op nog veel meer
kosten voor de burgers. De burgers die zelf komposteren en zelfs door de gemeente aangeboden
kompostvaten gekocht hebben, die zullen zich helemaal wel genomen voelen. Zij gaan immers
evenveel betalen als degenen die het gft-afval wel aanbieden. Dat is ons inziens op te lossen om
containers aan te bieden zonder tussenschot. Voor het ledigen is het technisch geen belemmering.
Denkt het college hiervoor een oplossing aan te kunnen dragen? Anders zullen die mensen niet meer
te motiveren zijn om nog langer te komposteren.
Hoewel er door meerdere partijen is aangedrongen om meer onderzoeken te doen en meer
mogelijkheden aan te dragen is het helaas maar bij 1 variant gebleven, alleen maar duobakken. Wij
hebben bijvoorbeeld gevraagd hoe komt men op 1300 bakken. Het verslag van de commissie geeft
ook heel duidelijk aan dat het eigenlijk in deze zeer te wensen over laat. Daar hebben wij namelijk
ook geen antwoord op gehad. Waarom hebben wij dat gevraagd. Omdat uit de stukken blijkt dat het
om een aantal praktische redenen feitelijk niet haalbaar is.
Ook met het aanleggen van verzamelplaatsen die gelijktijdig als verplicht aangewezen worden
kunnen wij ons niet verenigen. Dit kan op basis van vrijwilligheid even goed of zelfs nog beter
geschieden. Dit gebeurt namelijk nu ook met de vuilniszakken.
Wij willen wel het gevraagde krediet inclusief de f 100.000,- voor de verzamelplaatsen beschikbaar
stellen echter onder dien voorwaarde dat de gelden van die f 100.000,- alleen maar gebruikt
worden bij verzamelplaatsen die op vrijwillige basis plaatsvinden en op die lokaties waar men
bijvoorbeeld door groenstroken heen moet.'
Verder vraagt hij het college terughoudend te zijn met het noemen van aantallen in de planning voor
de ophaaldienst die waarschijnlijk niet haalbaar zijn. Het college heeft zijn plicht ten opzichte van het
gemeentepersoneel. Ook hierop komt hij terug in de commissievergadering.