4 1. OPENING De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed. Hij vraagt de raadsleden na sluiting van de vergadering te blijven ten behoeve van de raadsexcursie. De VOORZITTER deelt mede dat de Commissaris van de Koningin naar aanleiding van het bezoek van de koningin een brochure het licht heeft doen laten zien over het toekomstperspectief van West Brabant. De brochure is gelijktijdig met de raadsagenda ter inzage gelegd. Er resteren nog 7 exemplaren. 2. VASTSTELLING NOTULEN OPENBARE VERGADERING VAN 21 MEI 1992 Pagina 5, punt 8, 3e alinea. Uit navraag is gebleken, aldus de heer BROUWERS dat het Kreatief Centrum geen bericht heeft ontvangen op haar verzoek voor een oprijlaan. De VOORZITTER zegt alsnog beantwoording toe. De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het konsept. 3. BEHANDELING INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN A. Ingekomen stukken IV.9 De heer IJZERMANS heeft begrepen dat het college niet van zins is om een bijdrage te leveren. Hij betreurt dit. Bij de Watersnoodramp in 1953 is de gemeente Steenbergen ook door een aantal verder van het rampgebied gelegen gemeenten geholpen. De VOORZITTER antwoordt getroffen te zijn door de vergelijking met de Watersnoodramp. Het college wordt heel veel benaderd voor allerlei zaken waarvoor een bijdrage wordt gevraagd. Verzoeken gericht aan het college worden voor kennisgeving aangenomen en bereiken de raad niet. Aanvragen van eenzelfde strekking gericht aan de raad komen wel onder zijn aandacht. Het college is van mening dat in deze geen gemeentelijke taak is gelegen. In eerste instantie dienen de daarvoor opgerichte fondsen te worden aangesproken. De gemeenteraad van Steenbergen dient zijn werk voor Steenbergen zo goed mogelijk te doen. Men kan wel politiek betrokken zijn, maar dit dient via de daarvoor geëigende kanalen te geschieden. Inmiddels is er een extra financieringsinjectie gekomen vanuit het nationale parlement en ook vanwege de verzekeringsmaatschappijen is er aanvullend geld gekomen. Het college heeft geen reden gezien zijn standpunt te wijzigen. De heer IJZERMANS merkt op dat bij deze natuurramp een aantal mensen zijn gedupeerd. In 1953 is ook niet gewacht op wat nationaal en internationaal zou worden gedaan. A la minuut werd door omliggende gemeenten hulp geboden. In die kontekst heeft hij dit bedoeld. Het gaat hem niet om het geld maar om het gebaar. De VOORZITTER merkt op dat het onderscheid met 1953 ligt in het feit, dat het toen ging om een nationale ramp. Indien het gebeuren in Limburg zo tot de harten had gesproken dan zou wellicht het signaal van de gemeente Noordoostpolder in Steenbergen zijn ontstaan. Nu betreft het één gemeenteraad in Nederland die dit heeft gedaan. Op zichzelf sympathiek maar het college heeft er zijn bedenkingen bij, als dit aan alle gemeenten kenbaar wordt gemaakt. Het plaatst Steenbergen voor een discussie. Bij de begrotingspost onvoorzien zou een post kunnen worden opgenomen voor rampen. Dan is het een onderdeel van het beleid van de gemeente. De vraag is nu of de gemeente op sympathieke zaken, die zich toevallig voordoen, in moet spelen. Het college vindt van niet. Hij staat wel volledig achter de sympathie voor een dergelijke daad. IV.10 De heer RASENBERG merkt op dat bij de basiseducatie uitgegaan is van de nul-optie. Desondanks impliceert dit toch weer een bijdrage per inwoner in de kosten. Verder is nog geen besluit genomen over de commissie ex. artikel 25. De VOORZITTER antwoordt dat in de gewestraadsvergadering van 29 juni a.s. het voorstel ten aanzien van de commissie ex. artikel 25 aan de orde komt met een aanvullend stuk. De raden krijgen de artikel 25 commissie. De portefeuillehouders lid zijnde van de commissie zullen ook eindverantwoordelijk zijn. De commissie kan rechtstreeks rapporteren aan de gewestraad. Hij is verantwoordelijk voor het geld.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1992 | | pagina 91