11 Met betrekking tot de ontwikkelingen ten aanzien van de kassengebieden is het college voorstander om met de Zeeuwse provincie van gedachten te wisselen om te komen tot een evenwichtige ontwikkeling daarin. Steenbergen heeft ruimte. Die moet zij echter niet laten verworden tot een steenmassa. Steenber gen moet daar zelf voorwaarden voor scheppen. Het college heeft inmiddels de vraag gesteld aan Bergen op Zoom en Halsteren wat het convenant inzake de Zoomweg nu betekent. Bij de eerste presentatie van het Masterplan stond de Zoomweg er helemaal niet in. Zo wordt Steenbergen steeds aan het lijntje gehouden. Zij ziet het te zwart wit. Zij moet niet zeuren want alles komt goed. Maar de provincie kijkt mee. Op het moment dat op papier staat Steenbergen mingroei, geen Zoomweg, geen industrie, geen kassenbouw zit Steenbergen inderdaad in een sterfhuissituatie. Dan heeft zij nu reeds het hoofd in die strop gestopt. Het college vindt dat het Masterplan zo niet gedragen kan worden door de gemeente Steenbergen. Met de nuanceringen die vanavond zijn aangebracht is de VOORZITTER verheugd dat dit ook in deze raad zo doorklinkt. De argumenten van Steenbergen staan recht overeind. Zij worden in feite onderkend nu het college op de rem heeft getrapt. De stuurgroep is vandaag bijeen geweest. Zij heeft oa tot taak zo snel mogelijk de portefeuillehouders bij elkaar te roepen. De VOORZITTER heeft ook begrepen dat het buro en de stuurgroep bilateraal met de gemeenten gaan praten om te inventariseren waar nu de knelpunten liggen. Meerdere sprekers hebben aangegeven dat de rekreatie en natuur heel erg belangrijk zijn voor dit gebied en voor Steenbergen. Dat wil het college graag zo houden. De uitspraken door de raad gedaan met de nuanceringen gaan zoals de VOORZITTER het opvat alle de kant uit van die nuancering in de groei. Het college wil dat graag meenemen. De VOORZITTER stelt voor dat het college na elk portefeuillehoudersoverleg terugkoppelt in de commissie ruimtelijke ordening. De heer RASENBERG vraagt hoeveel water bij de wijn gegeven wordt aan de Voorzitter om in streekgewestelijk verband overleg te voeren over het Masterplan. Hij vraagt een uitspraak van de raad waarin de Voorzitter gemandateerd wordt in dit geheel. De VOORZITTER antwoordt dat de zaken altijd terugkomen. Het college neemt geen water bij de wijn mee. De heer LAMBERS vraagt of het niet zinnig is dat de raad in deze een motie aanneemt om ongefundeerde kritische opmerkingen van andere gemeenten direkt te kunnen weerleggen. De VOORZITTER merkt op dat de nota die het college heeft voorgelegd toegezonden is aan alle 18 gemeenten. Men weet dat het een nuancering is en dat het niet de burgemeester is die het zegt. Als de raad vanavond de notitie aanneemt is Steenbergen één van de eerste gemeenten die zich heeft uitgesproken over het Masterplan. Daarbij wil het college heel graag de opmerking van de heer Van Reijen ten aanzien van het niet ongebreideld groeien meenemen. De VOORZITTER meent ook dat dit in de nota van het college staat. De heer LAMBERS denkt dat het zinnig is dat de raad zich formeel uitspreekt. Met de nuancering meegenomen moet het mogelijk zijn om deze raad op een lijn te krijgen. De Voorzitter is portefeuillehouder ruimtelijke ordening en in die hoedanigheid de spreekbuis voor de gemeente Steenbergen. Hij moet volledige steun kunnen krijgen. De VVD wil de Voorzitter daarbij graag steunen. De heer VAN REUEN merkt op dat de VOORZITTER enkele kritische opmerkingen zijn richting heeft geuit. De vergelijking met Zevenbergen. Hij is het met de voorzitter eens, maar hij heeft ook gesteld dat groeiklasse IV voor de PvdA geen probleem is. Over de werkloosheid. De heer Van Reijen merkt op dat er een tijd is geweest dat de cijfers in de regio nog groter dreigden te worden. De landbouw ging mechaniseren. Toen werkten nog 80 tot 90% mensen in de landbouw en was het maar gelukkig dat Rotterdam een grote havenstad werd. Immers toen konden de mensen daar gaan werken. Steenbergen moet er niet van uitgaan de werkloosheid in de eigen gemeente op te kunnen lossen. Steenbergen is van de werkgelegenheid een stuk afhankelijk van de regio. In dit verband hoeft zij niet te denken aan groeien om mensen te eten te geven. Dat lukt haar niet. Met groeiklasse IV groeit Steenbergen hard genoeg. De uitbreiding van het bedrijventerrein ziet de PvdA bij voorkeur regionaal. Wellicht kan dan ook wat grootschalige industrie. Dit zal meer werkgelegenheid bieden dan een klein bedrijventerrein waar uiteindelijk ondernemingen van 2 tot 25 werknemers zich vestigen. Op zich wel belangrijk maar het lost de werkloosheid niet op als dat in een bepaald percentage aanwezig is.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1992 | | pagina 86