4 10 Alle gemeenten zullen op een en dezelfde noemer gaan zitten om het plan aan de provincie aan te bieden. Hij ziet nog steeds niet hoe dat moet. De raad heden gehoord hebbend is dat volledig in strijd met de uitgangspunten van het Masterplan. Hij heeft twee vragen: 1de opdracht aan Van Gestel hoe heeft die geluid? 2. hoe komen de gemeenten op een gemeenschappelijke noemer om het Masterplan bij de provincie te presenteren? De VOORZITTER antwoordt dat gekozen is voor een gerenommeerd buro. Bij een organisatie- adviesburo kan er van uitgegaan worden dat de adviseurs zeer divers van opleiding en discipline zijn. De raad heeft een hele juiste typering gegeven van hoe het gekomen is zoals het is. Toen de heer Van Gestel in Steenbergen kwam begon hij met het zeggen dat Steenbergen een prachtige gemeente is. Dan heeft Roosendaal vanuit zijn industriefunctie, leefstand op het grote industrieterrein en haar expansieproblemen een enorm grote stem gehad. In de stuurgroep zaten veel gespecialiseer de ambtenaren van de twee centrumgemeenten. De heer Van Gestel heeft met de inbreng van Roosendaal en de inbreng waar ook velen van de raad over hebben gesproken om te trachten zoveel mogelijk in de grote centra te concentreren en de rest zo groen en ruim mogelijk te houden in zijn denkpatroon een enorme ruimte gekregen. De twee centrumgemeenten vragen concentratie in hun gemeenten en voor het overige vragen zij ruimte. Het was en is geen streekgewestelijke zaak. Ruimtelijke ordening is geen overgedragen taak. Het plan is een initiatief van Roosendaal en Bergen op Zoom naar aanleiding van het ontwerp- streekplan. Zij hebben elk een derde gedeelte van de kosten voor hun rekening genomen en het verzoek kwam of de 16 gemeenten ook mee wilden doen. De heren Osterlo, de Jonge en mevrouw De Sutter zijn aan de stuurgroep toegevoegd om de kleinere gemeenten te vertegenwoordigen. Daar is heel weinig van terecht gekomen. De harde start op 11 mei was noodzakelijk om te voorkomen dat de volgende dag het Masterplan zou worden ingediend. Voorbarig, temeer omdat de provincie bekend had gemaakt geen gebruik te zullen maken van het Masterplan. Het plan was te laat voor de inspraakronde van het Streekplan. Wel zou het Masterplan later bij een verfijning en een nadere invulling van het Streekplan van dienst kunnen zijn. Vandaar dat gezegd is als er zo weinig consensus is waarom het plan indienen. De opmerkingen van de heren Van Kemenade en Van der Stoel moeten maar op hun waarde worden gezien. Immers als de provincie het Masterplan krijgt van Roosendaal en Bergen op Zoom dan is het geen plan van Westelijk Brabant. De provincie lacht zich rot. Het plan is er al een keer geweest. De provincie leest ook kranten. Zij weet hoe de vlag er hier voor staat. Op dit moment bestaat in de streek ook de angst dicht te slibben. Indien Steenbergen met 90 mensen per jaar blijft groeien, het gemiddelde van de afgelopen drie jaar, dan is zij over 30 jaar ongeveer even groot als Zevenbergen nu. Toen in 1979 Steenbergen een werkloosheidspercentage kende dat bijna op het vierdubbele lag van het huidige percentage werd niet gesproken over dichtslibben. Elke werkgever die een bedrijfje wilde beginnen en enkele arbeidsplaatsen had werd binnengehaald. Voor een heel belangrijk deel wordt de groei bepaald door de economie. De VOORZITTER vraagt zich ook wel eens af hoe ver gaat die groei nu. Heel belangrijk is dat met elkaar gekomen kan worden tot afspraken in de regio. Het college blijft een evenwichtige groei voorstaan zoals die zich de laatste jaren in Steenbergen heeft voorgedaan. Steenbergen ontkent niet het gewicht van Roosendaal en Bergen op Zoom. Zij erkent en herkent in een plaats als Oudenbosch en Steenbergen, zij het kleiner, dezelfde stedelijke struktuur. Het klinkt misschien hard maar ook het college vindt dat niet van elk dorp een industrie terrein en woonwijk moet worden gemaakt. Ontwikkelingen moeten zich evenwichtig kunnen manifesteren. Zoals dat in Steenbergen gaat houdt dat in dat in stand kan worden gehouden wat er is met een voorzichtige uitbouw. Zolang de omringende wereld in het scenario zit van groei dient ook Steenbergen daarin mee te gaan. Het college pleit er voor om tot goede afspraken te komen met Roosendaal en Bergen op Zoom ten aanzien van de industriële ontwikkeling. Het college wil tot ordening komen in dit gebied met die stedelijke kernen. De reaktie van het college op het Masterplan is geen andere reaktie dan die op het Streekplan. Men hoeft Steenbergen dan ook niet te dreigen dat zij niets over het Masterplan mocht zeggen. Het college heeft op 14 mei gezegd dat het ontwikkelingsperpectief voor Westelijk Brabant op langere termijn voor Steenbergen voorbijgaat en dat Steenbergen een stadsregio zou willen vormen enerzijds met Bergen op Zoom en Halsteren als eenheid en anderszijds met Roosendaal en Oudenbosch.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1992 | | pagina 85