7 Wij ondersteunen dan ook zeer nadrukkelijk het streven naar: a. ten aanzien van de woningbouw groeiklasse IV; b. ten aanzien van bedrijventerreinen, een nieuw terrein met name voor Steenbergse bedrijven van lokale maat; c. ten aanzien van de infrastruktuur een Zoomweg-Noord westelijk van Steenbergen met op- en afritten ter hoogte van Steenbergen. Mijnheer de voorzitter ten aanzien van de Zoomweg-Noord willen wij u toch vragen om op zeer korte termijn kontakt op te nemen met de convenantgemeenten om te vragen of dit convenant nog wel bestaat, of dat het in feite alleen heeft bestaan voor de andere gemeenten zolang het hun goed uitkwam?? Resumerend mijnheer de voorzitter zou je haast blij moeten zijn met het feit dat ruimtelijke ordening geen overgedragen taak is naar het Streekgewest toe, immers in plaats van in gezamenlijk overleg de toekomst voor de gehele regio, met nadruk op gehele, veilig te stellen wordt er een pikordeproce dure gevolgd waarbij de kleintjes blij mogen zijn met een enkel kruimeltje. In alle redelijkheid moeten er zelfs vragen gesteld worden over de toegevoegde waarde van het Streekgewest, waar onze burgers toch elk jaar een forse bijdrage aan moeten leveren, welke met name in onevenredigheid aan de overhead op gaat!! Ook ten aanzien van de gezamenlijke aanpak wat betreft het gescheiden ophalen van huisvuil is geen enkele consensus hetgeen erg te betreuren is en voor veel gemeenten financiële consequenties zal hebben. Moeten we misschien toe naar een sterk afgeslankt gewest waar zowel de kosten als het werk voor iedereen en dan bedoelen wij ook de betalende burgers te overzien zijn??? Mijnheer de voorzitter, in onze ogen is Steenbergen geen kleintje maar een plaats met een regionale functie die de plicht heeft om voor zijn burgers op te komen om van daaruit tot een afgewogen invulling te komen met voor alle gemeenten kans om op nivo mee te praten en te kunnen beslissen over de toekomst van onze mooie regio. Graag willen wij antwoord op onze twee konkrete vragen. 1Hoe staat het met het convenant? 2. Hoe ziet het college de toekomst van het Streekgewest? Mijnheer de voorzitter ik dank u voor uw aandacht'. De heer VAN REUEN spreekt namens de Pvda als volgt: 'Kennisgenomen hebbende van zowel het Masterplan als het commentaar van uw college daarop moet ons allereerst het volgende van het hart. De teneur inzake ontwikkelingen voor Steenbergen die het Masterplan ademt bevalt ons evenmin als u. Er zal dus getracht moeten worden om een en ander bij te buigen als daar althans de ruimte voor blijft. Dit neemt overigens niet weg dat uw reaktie door ons ook niet voor 100% kan worden onderschreven. Want kijkende naar bijvoorbeeld passages uit het Masterplan als: 'West Brabant slibt dicht met de uitstoot van aktiviteiten uit de omringende gebieden, soms gewenst soms ongewenst als er geen duidelijke uitspraken of keuzes worden gedaan' en 'West Brabant heeft een unieke positie aan de rand van een omvangrijk dekzandgebied en het unieke Zeeuwse getijdenlandschap, hetgeen de streek tot een landschappelijk en rekreatief bijzonder gebied maakt' en tenslotte 'de meeste gemeenten in het Streekgewest vertonen een vestigingsoverschot'. Deze passages spreken ons toch wel aan en geven ons te denken. Daarom kunnen we uw opvatting dat we juist gelukkig zouden moeten zijn met de krachten om ons heen echt niet helemaal delen. Die krachten kunnen West Brabant als we niet oppassen wel degelijk bedreigen. Anderszijds zijn we het wel met u eens dat het wonen in Steenbergen voor de toekomst veilig gesteld moet worden echter niet in de vorm van een ongebreidelde groei en daardoor al te veel overloop uit de gebieden rondom ons met alle positieve maar zeker ook negatieve gevolgen vandien. Terug naar groeiklasse IV is voor ons de uiterste grens. Voortborduren de op voornoemde gedachte hebben wij als PvdA-fraktie het volgende te zeggen op uw konklusies van de gemeente Steenbergen aangaande het Masterplan: 1wij zijn het dus niet met u eens dat het omringende gebied niet als een bedreiging moet worden gezien. Dichtslibbing van West-Brabant dreigt wel degelijk als we daar niet voorzichtig mee zijn. Het zal erg moeilijk zijn om daar een passende maat voor te vinden. Wij willen daar te zijner tijd wel over meedenken; 2. wij zijn het met u eens dat West-Brabant niet op slot moet. Maar het moet wel West-Brabant blijven en geen ontwikkelingsgebied voor de Randstad of de Antwerpse agglomeratie. Veel werkgelegenheid is mooi en spreekt ons aan.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1992 | | pagina 82