13 De VOORZITTER antwoordt dat het college niet meer en niet minder de bedoeling heeft gehad met dit voorstel te vragen aan de raad of hij zich kan vinden in een principe-uitspraak het tekort van ƒ.20.000,-- voor 1993 te vinden binnen het subsidiebudget of te halen uit de algemene middelen, de onroerendgoedbelasting. De door de raad gevraagde duidelijkheid komt in mei. Echter als de raad hedenavond uit zou spreken voor dit doel de onroerendgoedbelasting te willen verhogen zou hier rekening mee gehouden kunnen worden. Het is de VOORZITTER duidelijk dat de raad wenst te vernemen wat er gaat gebeuren met het bedrag van ƒ.20.000,—. De heer Rasenberg heeft goed geciteerd wat er zich vorig jaar afspeelde. Inderdaad stond in het stuk dat het niet gelukt is om exact het bedrag van ƒ.20.000,— te vinden. Op dat moment was dat niet bekend. Misschien lukt het voor 1993 ook nog niet eens. Hij is het eens met de heer Rasenberg dat er wat druk op de ketel moet. Het college is dit zeker voornemens. Voor 1993 wordt getracht het bedrag van ƒ.20.000,- te vinden. Dat bedrag kan naar zijn idee binnen het welzijnsbudget worden gevonden. Er zijn een aantal instellingen waar door de overheid best wat geschoven kan worden zodat het subsidiebudget in principe hetzelfde kan blijven. Korten is dan niet nodig, niet met de kaasschaaf en niet met de hakbijl. Het college is blij met de woorden de druk een beetje op te voeren. In die richting zullen de voorstellen van het college komen. De PvdA is het in principe eens met het voorstel. Zij zegt daarbij als onverhoopt toch bezuinigd moet worden dan een prioriteitenstelling als uitgangspunt geldt. De VOORZITTER vindt dit een goed uitgangspunt. Er kan beter gekozen worden voor wat gewenst wordt in plaats van allemaal een klein beetje inleveren. Er zijn veel instellingen die slechts weinig ontvangen. Indien zij in moeten leveren houden zij niets over. Beter is dan een eerlijke keuze te maken. De heer LAMBERS wil perse graag van te voren weten aan welke oplossing het college denkt. De VOORZITTER meent dat de heer Lambers de zaak een beetje omdraait. Hij kan zich daar enigszins in vinden, maar zoals de VOORZITTER reeds in de commissievergadering heeft gezegd zou de oplossing ook wel eens gezocht kunnen worden in verhoging van de inkomstenkant. Niet altijd is korten nodig. Het college vraagt de raad thans uitsluitend een principe-uitspraak te doen over het niet verhogen van de onroerendgoedbelasting ten behoeve van het welzijnsbudget. Het vinden van de ƒ.20.000,— binnen het welzijnsbudget is voor 1992 éénmalig gedaan. Voor 1993 zegt het CDA, ga na hoever gekomen kan worden. Daarna zou het van jaar tot jaar kunnen worden bekeken. Dit is misschien ook een aardig idee. De VOORZITTER denkt met een beetje goede wil in mei een heel eind in de goede richting te komen. De heer RASENBERG licht toe dat het CDA het voorstel heeft bestudeerd. Daarin wordt niet gesproken over een verhoging van de onroerendgoedbelasting. De VOORZITTER antwoordt dat het CDA het voorstel dan niet goed begrepen heeft. Het zou dan beter geformuleerd moeten worden, aldus de heer RASENBERG. De VOORZITTER merkt op dat twee partijen heel duidelijk kenbaar gemaakt hebben dat de onroerendgoedbelasting niet verhoogd dient te worden ten aanzien van het welzijnsbudget en daar gaat het om. Het CDA gaat uit van dit voorstel. Algemene middelen wordt nu vertaald in belastingverhoging. Dat zal aangetoond moeten worden. Het CDA vindt dit thans niet relevant. Hierover spreekt men als het financiële plaatje bekend is. Zover is het CDA nu nog niet. Op dit moment wordt gekeken naar wat in het voorstel is verwoord. Later komen de consequenties. Het CDA is bereid daarover mee te denken. Zij is het best wel eens met de opmerkingen over de belastingverhoging, maar het college dient dat niet nu te doen. In het collegevoorstel staat niets over gevolgen ten aanzien van belasting verhoging. De VOORZITTER antwoordt dat het klip en klaar duidelijk zal zijn als het subsidiebudget wordt verhoogd dat het geld ergens vandaan moet komen. Wordt de verhoging weggehaald uit de algemene middelen dan zal iets anders niet kunnen worden gedaan. Dit impliceert een verhoging van de onroerendgoedbelasting. Dit is ook duidelijk in de commissie middelen zo gesteld. De heer LAMBERS is het volstrekt eens met de heer Rasenberg. Het hele woord onroerendgoedbe lasting komt in het hele voorstel niet voor. Het is uitgebreid in de commissie welzijn ter sprake geweest. De commissie middelen heeft hij niet bijgewoond. Hedenavond wordt gesproken over dit voorstel.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1992 | | pagina 68