3 Het college gaat thans niet met de raad in een uitvoerige discussie over deze zaak. Hij vraagt de raad in te stemmen met het voorgestelde tweespo renbeleid ten aanzien van Ahold/ABG/Jachthaven. Te weten het gelijktijdig opstarten van de bezwaarschriften-procedure bij de Raad van State vóór 14 februari a.s. en anderzijds de bestemmingsplan-procedure. De provincie zal dan in de gelegenheid zijn vanuit een blanco situatie niet onder druk van een artikel 19-procedure te beoordelen hoe de noordflank van Steenbergen ruimtelijk ingevuld wordt. De heer LAMBERS spreekt namens de VVD-fraktie als volgt: 'Hoewel de ontwikkeling van de Vesting Noord niet voorkomt op de raads- agenda wordt de raad toch gevraagd een uitspraak te doen over het gevoerde en nog te voeren beleid. De invulling van het CSM-terrein is geen nieuw onderwerp. Uitvoerig werd dit besproken in de raadsvergadering dd 14 december 1989. Opmerkelijk waren enkele antwoorden die destijds door het college werden gegeven naar aanleiding van vragen uit de raad. Bijvoorbeeld: Gesteld werd dat de provincie bij een artikel 19-procedure geen genoegen zou nemen met een gedeeltelijke invulling van het gebied. Men wilde de samenhang van het gehele plan zien (pag.8). Dat de provincie daar wel genoegen mee blijkt te nemen, is zichtbaar geworden in de beslissing van 10 december 1991. De provincie staat de ontwikkeling van noch de vestiging van ABG, noch van de jachthaven in de weg. Voorts werd gesteld dat wanneer het ABG op 14 december 1989 zijn plannen geblokkeerd of vertraagd zou zien, over één of anderhalf jaar de raad weer voor deze zaak bijeen zou komen, en voorts het college laksheid kon worden verweten, (pag.ll). Het laatste gaat zeker niet op, maar inmiddels moet de raad zich wel weer opnieuw buigen over de materie. De tijd die nu nodig moet worden geacht voor de ontwikkeling van het totale gebied laat zich in geval van de voorgenomen procedure bij de Raad van State slechts raden. Het college heeft tijdens de vergadering van 14 december 1989 op vragen uit de raad geantwoord, dat niet zeker kon worden gezegd, wanneer de verklaring van geen bezwaar op het ABG-bouwplan te verwachten was, maar, dat alle lobby-lijnen benut zouden worden (pag.16). Gelukkig, het ABG vindt geen beperkingen meer op haar weg. Echter waarom hebben de lobby-lijnen dan niet beter gewerkt voor de totale invulling van het plan. Hieruit blijkt hoe gevaarlijk het is om niet de formele en juridische weg als uitgangspunt te nemen, doch het circuit van de wandel gangen. Het is niet belangrijk wie je bent, maar wie je kent, is een waar gezegde, maar dit werkt alleen wanneer degene die je kent, je ook goed gezind is. Hoe dan ook, de provincie heeft op de bezwaarschriften gereageerd op een wijze die het college niet welgevalt. Hoewel begrijpelijk is in dat licht, dat het college voorstelt het voorstel te accepteren, dienen de consequen ties daarvan goed overwogen te worden. Indien de gang van de procedure naar de Raad van State wordt gevolgd en tevens een aanvang wordt gemaakt met de bestemmingsplan-procedure is naar het oordeel van de VVD-fraktie sprake van een tweesporenbeleid. Naar het oordeel van de VVD-fraktie is het verstandiger naar aanleiding van de recente ontwikkeling de bakens te verzetten. Immers, behandeling bij de Raad van State houdt onherroepelijk een zwaar proces-risico in. De garan tie, dat de gemeente Steenbergen, hoe zeer dit door het college ook wordt gewenst, in het gelijk wordt gesteld kan niemand geven. Indien, zoals toch eigenlijk door iedereen wordt gewenst, de normale bestemmingsplan-procedure tot een goed einde wordt gebracht, zal de hele procedure een overbodige zaak blijken.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1992 | | pagina 5