i
4
2
IV.6 Desgevraagd antwoordt de VOORZITTER de heer IJZERMANS dat het ook het college
opgevallen is dat de stijging van de werkloosheid in Steenbergen in de maanden januari en
februari 1992 nogal fors is geweest in vergelijking met andere gemeenten.
Het college heeft expliciet om uitleg gevraagd aan het RBA. Zij heeft hier niet direkt een
passend antwoord op kunnen geven.
Gelukkig blijkt uit de cijfers van de maand maart 1992 dat de werkloosheid weer gedaald is
met 10%, derhalve met ruim 30 personen. De precieze oorzaak van de stijging is niet
bekend. De VOORZITTER konstateert dat het een korte opleving van de werkloosheid is
geweest. De dalende tendens is nu weer waarneembaar. In vergelijking met overige
gemeenten zelfs fors dalend.
De heer IJZERMANS zou graag zien als een dergelijke rapportage zich herhaalt dat de raad
tijdig wordt ingelicht.
De VOORZITTER bevestigt dat de cijfers altijd ter inzage worden gelegd. Zo zich opmerkza
me schommelingen voordoen reageert het college daar alert op door het RBA om uitleg te
vragen.
IV.9 Naar aanleiding van het rapport van Benegora waarin zij haar ongerustheid uitspreekt met
betrekking tot de veiligheid van de combinatie kerncentrale(s) en een concentratie van
chemische industrie ter plaatse van Doel merkt de heer VAN REUEN op dat het naar zijn
mening ook alle gemeenten in de regio aangaat. Bij ongelukken ter plaatse krijgen zij er alle
mee te maken. Hij vraagt de Voorzitter hedenavond een uitspraak van de raad te vragen
over het aanhangig maken van deze kwestie door het dagelijks-bestuurslid de heer Van Wijk
binnen het dagelijks bestuur van het Streekgewest om zodoende in gemeenschappelijke
regelingen stappen te ondernemen. Het Streekgewest is een groter lichaam en omvat 18
gemeenten.
De VOORZITTER stemt in met het verzoek. Hij stelt alle frakties in de gelegenheid te
reageren.
De Raad besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.
Zodra de heer Van Wijk terug is van vakantie kan hij dit oppakken.
IV. 12 De heer GORISSEN informeert of het college bereid is een ondersteunende briefte zenden
aan burgemeester en wethouders van Emmen. Emmen heeft de moeite genomen om alle
gemeenten aan te schrijven. Mogelijk is dit te waarderen door een brief terug te zenden.
Het gaat om een mooi initiatief.
De VOORZITTER beaamt dat het om een mooi initiatief gaat. Maar in eerste instantie heeft
het college gemeend geen ondersteuning te moeten betuigen. Er komen meer van dergelijke
initiatieven van andere gemeenten ook in andere zaken. In algemene zin reageert het college
daar negatief op.
IV. 16 De heer VAN ZANTVLIET vraagt of het bestuur van de Werknemerspartij antwoord op zijn
brief krijgt. Hij had een antwoord verwacht.
De VOORZITTER zegt dat in dié zin gereageerd is dat het college de brief gelezen en voor
kennisgeving aangenomen heeft. De brief is daarna ter inzage gelegd van de raad konform
de formele procedure. Voor zover hem bekend stonden er in de brief geen konkrete vragen.
IV. 17 De heer IJZERMANS verneemt gaarne of in deze de raad of het college competent is. Zo de
raad bevoegd is vindt hij dat het college een voorstel aan de raad behoort te doen.
Omdat in dit geval de grond niet onttrokken wordt aan de openbare bestemming ligt de
bevoegdheid in eerste aanleg bij het college, aldus de VOORZITTER. Wel moet het besluit
van het college aan de raad ter kennisname worden gelegd. De raad kan dan daarop
reageren.
Bij onttrekking van grond aan de openbare bestemming is wel een raadsvoorstel vereist.
De Raad besluit de ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen.
B. Mededelingen
4. Het is de heer VAN SCHILT opgevallen dat het college er zich in deze kwestie gemakkelijk van
af maakt.