1
1. OPENING
De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed.
Hij deelt mee, dat berichten van verhindering ontvangen zijn van respectievelijk de heren Van Wijk,
Reijnders en Ooms. De heer Ooms is nog met ziekteverlof. Het college en de leden van de
gemeenteraad hebben een brief ontvangen van de heer Ooms. De VOORZITTER leest de brief voor:
'Geacht college, leden van de gemeenteraad,
Thans ben ik weer zover hersteld dat ik per 1 mei a.s. mijn werkzaamheden als wethouder kan
hervatten. Zowel de huisarts als de cardioloog in het Sint Franciscus ziekenhuis te Roosendaal
vinden dit verantwoord.
Tevens wil ik het college, de raadsleden als ook alle medewerkers danken voor de geweldige
belangstelling ondervonden tijdens mijn verblijf in de Klokkenberg en de vele weken van herstel
thuis.
Met vriendelijke groeten,
C. Ooms.'
De VOORZITTER meent dat hij namens de raad spreekt als hij de heer Ooms feliciteert met zijn
voorspoedig herstel en kan zeggen wel thuis. De volgende raadsvergadering ziet hij de heer Ooms
weer graag achter de collegetafel.
2. VASTSTELLING NOTULEN OPENBARE VERGADERING VAN 26 MAART 1992
Pagina 6, eerste regel. De heer LAMBERS merkt op dat hij gesteld heeft in beginsel ook niet tegen
punt 2 te zijn. Echter er lag een totaal voorstel voor. Het kan dan niet zo zijn dat op onderdelen
wordt gestemd. Men is voor of tegen het voorstel.
De VOORZITTER wijst er op dat in de volgende regel wordt vermeld dat de heren Lambers en Van
Zantvliet hebben tegengestemd. Dit heeft betrekking op het gehele voorstel.
Pagina 11, laatste alinea. Naar aanleiding van de gemaakte verwijten richting Werknemerspartij en
ex-wethouder Adriaansen in dezen hecht de heer VAN ZANTVLIET er aan op te merken dat in die
periode de Werknemerspartij deel uitmaakte van de coalitie. Hij wil heel duidelijk stellen dat het
indertijd ingenomen standpunt ten aanzien van het Jeugd en Jongerenwerk een college- en coali
tiestandpunt was.
Pagina 13, vijfde alinea. De heer LAMBERS deelt mee door omstandigheden vanavond wel aanwezig
te zijn.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het konsept met inachtneming van
vorengenoemde wijzigingen.
3. BEHANDELING INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN
A. Ingekomen stukken
IV.3 De heer VAN REUEN heeft de plannen van de regering ter vermindering van het budget met
47,5 miljoen gelezen. Dit zou inhouden dat het aantal WSW-medewerkers teruggaat van
2168 naar 1166. Dit komt hem fors over. Het enig alternatief om dit gevolg ongedaan te
maken zou zijn dat de gemeente zelf ongeveer 2 miljoen voor haar rekening neemt. Het
ambtelijk advies luidt om daar wat mee te doen. Thans staan de stukken op de lijst om voor
kennisgeving aan te nemen. Is dit niet in tegenspraak met het ambtelijk advies?
De VOORZITTER antwoordt dat op 30 maart jl een vergadering van het algemeen bestuur
heeft plaatsgevonden. Toen is duidelijk geworden dat op 1 april 1992 de Tweede Kamer te
kennen zou geven dat zij vooralsnog geen voorstandster is van overheveling van het budget
van de WSW tot dat de budgettering, dat zal 1995 zijn, loopt. De grote dreiging is daarmede
een beetje uit de lucht. Dat neemt niet weg dat het dagelijks bestuur nog steeds aan de
deelnemende gemeenten met het oog op 1995 vraagt om te reageren, ook naar de VNG en
naar het Ministerie toe. Inderdaad beveelt het ambtelijk advies deze werkwijze aan. Het
college volgt dit advies op. Het zal reageren naar het Ministerie toe in die zin dat het de
voorgenomen plannen geen goede zaak vindt voor de WSW in het West-Brabantse.