4
6
De VOORZITTER stelt vast dat de heer Lambers tegen het totale voorstel is en de Werknemerspartij
tegen de punten 1 en 3.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. De heren Lambers en
Van Zantvliet worden geacht te hebben tegengestemd.
6. VERKLARING DAT WORDT VOORBEREID EEN WIJZIGING VAN HET BESTEMMINGSPLAN NOORD
OOST 1977 (NASSAULAAN 33)
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.
7. KREDIET IN VERBAND MET AANPASSING GEBOUW BASISSCHOOL MARIA REGINA EN AAN
SCHAF MEUBILAIR EN ONDERWIJSLEERPAKKETTEN VOOR DE 11E GROEP
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.
8. VOORSTEL TOT REGIONALE SAMENWERKING VAN GEMEENTEN OP HET TERREIN VAN DE
VOLWASSENENEDUCATIE EN DE PROCEDURE VOOR DE PLANNING EN BEKOSTIGING VAN DE
VOLWASSENENEDUCATIE.
De heer RASENBERG maakt namens het CDA een aantal bemerkingen. Uit de commissievergadering
is gebleken dat velen voorstander zijn. Het CDA wil de voorstanders niet in de weg staan.
Hij stelt als leden van de gewestraad wordt hen voor ogen gehouden en dat geeft ook de gemeente
raad mee: let op de zaak, de middelen, de financiën. Ook in de kadernota zijn laatstleden vanuit de
eigen cluster opmerkingen gemaakt over hun optreden daar.
Van het voorliggend plan zegt het CDA kiest men voor model b. dan kiest men voor een goedkoper
plan. Immers een aantal taken en werkzaamheden kunnen binnen het gemeentelijk apparaat worden
uitgevoerd. Wel onderkent zij het probleem van besluitneming door 18 onafhankelijke gemeenten.
Moet men echter kiezen voor middelen en de 1 8 gemeenten zeggen geen geld meer in het Streekge-
west te willen pompen voor een nieuwe aktiviteit om die in eigen midden te houden, dan kiest het
CDA voor model b. Als dit zo niet is dan gaat het CDA over naar model a.
Het probleem bij model a. vormt de in te stellen commissie ex. artikel 25 WGR. Dit houdt in dat de
Gewestraad, een adviescommissie voor wat betreft onderwijs, terzijde wordt gezet. Indien 18
wethouders van de gemeenten dit besluit nemen en zo voorstellen betekent dit dat de adviescom
missie zoals die thans functioneert onbekwaam wordt geacht. Het CDA maakt daar ernstig bezwaar
tegen. De taak van de adviescommissie is in de loop der jaren struktureel opgebouwd. Thans wordt
daar een gedeelte van ontnomen. Bovendien is de instelling van een commissie ex. art. 25 WGR een
primeur binnen het Streekgewest.
Ook maakt het CDA ernstig bezwaar tegen de omstandigheid dat de leden van de gewestraad
gekonfronteerd zullen worden met voorstellen waaraan niet meer te tornen valt. Zij acht deze
handelwijze in strijd met de democratie. Zij rekent hierbij op steun van de voorzitter en de heer
Reijnders.
In beginsel is het CDA voor model b. Zij gaat mee over naar model a. op basis van efficiënter
werken.
Zij ziet in dat geval graag de struktuur van het Streekgewest behouden zoals die thans voor alle
geledingen in het Streekgewest bestaat. Derhalve geen instelling van een commissie ex. artikel 25
WGR.
De heer VAN REUEN is het in grote lijnen eens met de heer Rasenberg. Zijn fraktie is geen
voorstander van uitbreiding van taken van het Streekgewest. Zij vindt dat het Streekgewest reeds
genoeg taken heeft wat genoeg geld kost.
De wethouder heeft in de commissie welzijn proberen aan te geven waarom model a. beter zou zijn
o.a. door de commissie ex. artikel 25 WGR. Hedenavond heeft de heer VAN REUEN via een brief
ervan kennisgenomen dat het Streekgewest daarvan afstand neemt. Hij vraagt zich nu af of de
commissie er komt en of het zo geregeld wordt zoals aangegeven in het voorstel. Hij heeft zijn
twijfels, maar hij probeert realist te zijn. Hij heeft niet veel vertrouwen in model a. temeer vanwege
genoemde brief, maar ook model b. is voor hem niet 100% betrouwbaar. Gezien de positieve
opstelling binnen de coalitie gaat de PvdA akkoord met model a. De heer VAN REUEN verneemt nog
wel gaarne of de brief van het Streekgewest ten aanzien van de commissie roet in het eten kan
gooien.