ii 4 9 Uiteraard wenst ook de Werknemerspartij niet de vrachtwagens in de woonstraten te houden, aldus de heer VAN ZANTVLIET. Zij zou liever gezien hebben dat parkeervoorzieningen zouden zijn gerealiseerd in de wijken. Nu dit niet kan en vanuit het college alles geprobeerd is om een oplossing te bewerkstelligen gaat de Werknemerspartij akkoord met het voorstel. De heer VAN REUEN merkt op dat de PvdA in eerste instantie met haar opmerkingen niet de bedoeling heeft gehad het voorstel te traineren. De PvdA had en heeft haar twijfels ten aanzien van de uitvoerbaarheid van de maatregel. Het belangrijkste punt is het parkeren van de vrachtwagens uit de woonstraten. De PvdA geeft het college de voordeel van de twijfel. Zij is nieuwsgierig naar de evaluatie. Zou dan blijken dat de PvdA gelijk krijgt behoudt zij zich het recht voor om op de kwestie terug te komen. De VOORZITTER beaamt dat als de maatregel niet effectief is het college uiteraard hierop terug komt. De heer VAN SCHILT deelt mede dat de Partij 'VOOR OUD EN JONG' blij is met het voorstel. De toekomst zal uitwijzen of de maatregel voldoet. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 10. VERDELING DER GELDEN INGEVOLGE DE WET OP DE STADS- EN DORPSVERNIEUWING (VOLUME- BESLUIT 1989.11-1992.11) De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 11VOTERING KREDIET AD. f.33.600, - TEN BEHOEVE VAN HET VERLICHTEN VAN DE RK-KERK, NH- KERK EN KAAISTRAAT 2 (29E WIJZIGING BEGROTING 1992) De heer VAN REUEN heeft een opmerking ten aanzien van de gevolgde procedure met betrekking tot de behandeling van dit punt. Een principe-besluit in de vorige vergadering. Door de heer VAN REUEN is in de vorige vergadering namens de coalitiepartijen een geamendeerd voorstel ingediend. Uiteindelijk is het collegevoorstel in stemming gebracht. Ingevolge artikel 34, lid 2 van het 'Reglement van orde' had het geamendeerde voorstel, het meest verstrekkende, in stemming dienen te worden gebracht. Verwacht mag worden dat de voorzitter over deze kennis beschikt. De VOORZITTER antwoordt dat het voorstel inzake het heffen van een toeristenbelasting niet was onderbouwd. Het was een aardige suggestie, maar leverde geen geld op. De VOORZITTER heeft daarna een handreiking gedaan om andere mogelijkheden na te gaan. De raad heeft daarop welwillend gereageerd. Het college vond het geamendeerde voorstel geen zinnige wijziging. Het voorliggende voorstel houdt een daadwerkelijke bijdrage in. De heer VAN REUEN stelt dat hij zijn ongenoegen kenbaar heeft willen maken over de gevolgde procedure in de vorige raadsvergadering. De VOORZITTER antwoordt dat het voor hem niet mogelijk was het gebrekkige voorstel van de coalitie zo scherp in al zijn facetten staande de vergadering voor de raad inzichtelijk te maken. Hij heeft het voorstel daarom niet overgenomen. De heer VAN REUEN merkt op dat het wel een voorstel betrof gesteund door de meerderheid van de raad. Het standpunt van de PvdA. Zij is van mening dat puur principieel gezien een lokale overheid dit soort beslissingen met geen of nauwelijks nut voor de meerderheid van de gemeenschap waarvoor ze de zorg heeft niet kan nemen. Dit doorkruist immers het terugdringbeleid van de Rijksoverheid inzake energiegebruik volkomen. Dat zou wellicht te billijken zijn als de meerderheid van de burgerij daar nut van zou hebben. Nu is dat haar inziens niet het geval. Bovendien vindt zij dat dit soort maatregelen de problematiek van restafval van energiecentrales dichterbij brengt. Waarschijnlijk ook naar de gemeente Steenbergen. Om deze redenen is de PvdA tegen het voorstel. De heer LAMBERS is bijzonder ingenomen met het huidige voorstel. Hij heeft kennisgenomen van de besparing welke zou kunnen ontstaan aan branduren. Hij is het volstrekt eens met het college dat als besloten wordt tot de aanleg van de floodlights daarvan optimaal gebruik dient te worden gemaakt. Hij is het niet eens met de PvdA waar het betreft het non-rendement voor de gemeente. Dit is juist één van de zaken die het Steenbergse optilt naar een wat hoger nivo.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1992 | | pagina 114