11
In het verslag van de commissievergadering openbare werken ca. in de laatste regel stelt de
wethouder als voorzitter vast, dat de vergadering de tussenoplossing ten aanzien van het landbouw-
verkeer acceptabel vindt en de voorkeur geeft aan een rotonde. Het is nu de verkeerde weg om
opnieuw een hele discussie te gaan opbouwen over het al dan niet afbreken van onderhandelingen
op het moment, dat het landbouwverkeer persé van die weg af moet. Deze raad zou de wethouder
vanavond in staat moeten stellen om met een volledig mandaat en wisselgeld, waarover hijzelf de
beschikking heeft, de gesprekken in te gaan om te komen tot consensus.
De wethouder weet, dat de raad de voorkeur geeft aan handhaving van het landbouwverkeer op de
Rondweg. Als het praktisch gezien onmogelijk is of het zou een vertraging geven van meerdere
maanden of mogelijk zelfs jaren als daar oeverloos moet worden gediscussieerd over het al dan niet
handhaven van landbouwverkeer en er zouden weer aanrijding plaatsvinden dan is hij van mening,
dat Steenbergen een geweldig goede kans aan haar neus heeft voorbij laten gaan. Steenbergen
moet haar eigen verantwoordelijkheid hierin nemen. Gezorgd dient te worden voor een verantwoor
de afwikkeling van verkeer op die kruising. Dat mag nooit ten koste gaan van welke politieke
beraadslaging dan ook. Als de wethouder graag wil meenemen, dat als het persé moet wellicht het
landbouwverkeer toch over de Molenweg moet gaan, misschien moet Steenbergen zich dan in de
toekomst nader beraden over verkeersmaatregelen binnen het centrum, maar daar zijn de snelheids-
verschillen aanzienlijk anders dan op de kruising Franseweg. Hij pleit om te komen tot uitvoering van
het volledige collegevoorstel waarin het woord pogen zo goed mogelijk moet worden uitgelegd.
De heer RASENBERG meent dat de wethouder het bijzonder moeilijk zal krijgen. De Provincie en
Rijkswaterstaat komen met heel starre standpunten waar bijna niet door te breken is. Omtrent het
langzaam verkeer op de Rondweg was het probleem, dat er geen ervaringscijfers over waren. Het is
erg belangrijk om die gegevens schriftelijk mee te nemen. Hij raadt de wethouder dit aan. Zij hebben
gegevens niet, omdat dergelijke situaties elders niet zijn.
De heer GORISSEN deelt mede dat de heer IJzermans wel degelijk namens de coalitie sprak. Hij sluit
zich alsnog aan bij de reaktie van de coalitie op het voorstel.
Wethouder OOMS wenst het gesprek met de Provincie en Rijkswaterstaat in te gaan met de
raadsuitspraak dat de raad in principe blijft vasthouden aan handhaving van het landbouwverkeer op
de totale Rondweg. Kan hieraan niet worden tegemoetgekomen dan komt hij dienaangaande terug in
de raad van juli.
De heer LAMBERS respekteert volledig dat de wethouder zich een beperking oplegt. Wel waar
schuwt hij voor onnodige vertraging. Het gaat er om dat zo snel mogelijk ter plaatse een goede
maatregel wordt getroffen.
De VOORZITTER beaamt dit. Over deze kwestie mag echter goed met elkaar worden gediscus
sieerd. De wethouder krijgt deze signalen van de raad mee en het college neemt deze graag over.
De heer IJZERMANS wil de wethouder nog een suggestie meegeven. Laat de Provincie en
Rijkswaterstaat het verschil maar aantonen tussen de provinciale weg vanaf Dinteloord naar
Steenbergen en vanaf Steenbergen naar Halsteren, waar het verkeer helemaal niet kan uitwijken.
De VOORZITTER antwoordt dat ook het college de mening is toegedaan dat door het op een klein
gedeelte van de Rondweg weghalen van het landbouwverkeer ter plaatse een snelheidsbaan
gecreëerd wordt.
De heer GORISSEN heeft de suggestie om de Rondweg te maken gelijk aan de weg Dinteloord-
Steenbergen aan de heer Van Bentum voorgelegd. De heer Van Bentum heeft daarvan gezegd, dat
indien het landbouwverkeer op de rijbaan rijdt zij het snelverkeer tegemoet komt door bij drukte uit
te wijken naar de vluchtstrook om daarna weer op de rijbaan in te voegen. Anderzijds zal ook
snelverkeer het landbouwverkeer rechts gaan passeren via de vluchtstrook. Hierdoor ontstaan
gevaarlijke situaties.
De VOORZITTER stelt vast dat het er nu omgaat, dat de wethouder met de wetenschap vanuit deze
raad heel duidelijk het veld ingaat. Hij heeft de bereidheid om terug te koppelen naar de raad. De
VOORZITTER waarschuwt voor de risico's. Een neen van de zijde van de Provincie en Rijkswater
staat brengt Steenbergen terug op af.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het aangepaste voorstel.