m
10
Een verkeersplein leidt nu juist tot een vrijwel automatische verkeersremmer op moment van
nadering van het kruisend verkeer. Daarom acht de VVD die optie veiliger.
Wethouder OOMS memoreert dat het landbouwverkeer wat betreft de PvdA op de Rondweg moet
blijven.
De Werknemerspartij acht een verkeerslichteninstallatie beter voor de fietsers. De deskundigen van
de Provincie en het Ministerie wijzen juist op het gevaar voor de fietser in het geval een automobilist
door het rode licht zou rijden.
Ten aanzien van het verwoorde door mevrouw Onland deelt de WETHOUDER mede in de commis
sievergadering niet gehoord te hebben dat er zo hard gesteld is dat landbouwverkeer onbespreek
baar zou zijn bij een verkeersregelinstallatie. Wel zouden de ambtenaren van de Provincie en het
Ministerie voor een verkeersplein vechten.
De VVD wil ook handhaving van het landbouwverkeer op de Rondweg, maar dit mag geen
breekpunt zijn.
De WETHOUDER heeft kontakt gehad met de Provincie en indringend verzocht na te gaan of het
landbouwverkeer toelaatbaar is. Dit is toegezegd.
Woensdag 15 juli wordt in Steenbergen het overleg voortgezet.
De WETHOUDER konkludeert de raad gehoord te hebben dat de raad de voorkeur geeft aan een
verkeersplein en dat het landbouwverkeer op de totale Rondweg gehandhaafd moet blijven. Zou dit
voor Provincie en Rijkswaterstaat onbespreekbaar zijn wat dan?
De VOORZITTER stelt voor dat de wethouder gesteund door deze raadsuitspraak de gesprekken
ingaat en daarbij het recht claimt om zo nodig terug te koppelen met de raad.
De heer IJZERMANS licht toe dat de PvdA dit harde standpunt inneemt, omdat zij in het verleden
ook al haar bezwaren heeft geuit dat de gemeente Steenbergen ontzettend veel geld moet stoppen
in provinciale aangelegenheden. Hij noemt het verdwijnen van de brug in de Dinteloordseweg.
Thans is er sprake van een andere situatie. Met name de Hoogstraat komt op het kruispunt uit.
Het kan niet zo zijn dat nu ƒ.1 25.000,- uitgegeven wordt om de verkeerssituatie op de levensge
vaarlijke kruising veilig te maken om daardoor op andere lokaties eenzelfde gevaarlijke situatie te
creëren. Met name in de woonstraten Wipstraat, Molenweg, Burg. van Loonstraat en Franseweg.
De Molenweg is geen weg om het landbouwverkeer en al het ander verkeer te verwerken. Hij noemt
de rekonstruktie binnenstad. De gemeente geeft nu geld uit om het probleem van de provincie op te
lossen. Te zijner tijd moet zij dan weer veel geld uitgeven om andere verkeersmaatregelen te treffen.
Indien de wethouder met deze raadsuitspraak de gesprekken ingaat is het aan de Provincie en
Rijkswaterstaat om een oplossing te zoeken.
Een oplossing zou kunnen zijn het wegnemen van het idee dat men vanaf de Dinteloordseweg op
een stuk autoweg komt.
De heer BROUWERS merkt op dat ook de Werknemerspartij voorstandster is van handhaving van
het landbouwverkeer op de Rondweg. De Werknemerspartij heeft op de voorlichtingsavond de
indruk gekregen dat de onderhoudskosten voor de verkeersregelinstallatie nogal zwaar wogen. Zij
meent dat daarom de rotonde naar voren wordt geschoven. Het argument kop-staart-botsingen is
naar haar mening sterk overtrokken die avond. De Werknemerspartij zal niet tegen het voorstel
stemmen.
Mevrouw ONLAND spreekt op persoonlijke titel. Zij is niet aanwezig geweest bij de coalitievergade
ring.
Voor dit kruispunt, daar is iedereen van overtuigd, moet een oplossing komen. Voor haar is het
landbouwverkeer geen breekpunt. Er wordt meegenomen, dat een uiterste poging wordt gedaan om
het landbouwverkeer op de Rondweg te houden. Mocht dit niet haalbaar zijn dan zal Steenbergen
deze wens in moeten trekken. Het is niet zo dat Steenbergen zich steeds bij de Provincie moet
neerleggen en aan zaken moet bijdragen, die de Provincie eigenlijk aangaan. De brug Dintel
oordseweg is door Steenbergen zelf aangekaart. Ook nu is het tevens een zaak van de gemeente.
Steenbergen moet heel blij zijn dat de Provincie en Rijkswaterstaat haar tegemoet willen komen in
hun bijdrage.
De heer LAMBERS heeft twee stukken voor hem. In de beleidsnota 1994 van de gezamenlijke
coalitiepartijen is duidelijk aangegeven dat een financiële bijdrage van de gemeente gezien de
belangrijkheid van deze zaak gerechtvaardigd is. Het argument over de financiële bijdrage behoeft bij
de coalitiepartijen derhalve geen problemen te geven.