2 3. BEHANDELING INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN A. Ingekomen stukken VI.1 De heer VAN ZANTVLIET vraagt het college op vrij korte termijn maatregelen te nemen, omdat de overlast ter plaatse van de honden uitwerpselen inderdaad verschrikkelijk is. Hij verzoekt een totaal verbod voor honden op de trimbaan. De RAAD besluit de ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen. B. Mededelingen De RAAD besluit de mededelingen 1 t/m. 5 voor kennisgeving aan te nemen. 6. De heer VAN ZANTVLIET informeert naar de mededeling zoals die in de commissie algemene bestuurlijke zaken naar voren is gebracht en thans ontbreekt. Naar aanleiding hiervan deelt de VOORZITTER mee, dat het college besloten heeft tot de instelling van een Commissie Herstrukturering Herinrichting Binnenstad. Dat is een commissie samengesteld uit vele disciplines. De konsumentenbelangen en de raadsbelangen wil het college door twee mensen laten vertegenwoordigen. Gezien de samenstelling van de commissies en de raad en de tijdstippen waarop vergaderd gaat worden, telkenmale om 14.00 uur -er zijn veel externe duurbetaalde adviseurs bij betrokken- hebben wij vanuit het college voorgesteld om mevr. ONLAND- VAN HAAREN en de heer VAN REIJEN namens de raad in deze commissie zitting te laten hebben Dit is een b&w-besluit waarvan wij in de commissie algemene be stuurlijke zaken mededeling hebben gedaan. De heer VAN ZANTVLIET kon daar niet mee instemmen en de VOORZITTER heeft de heer VAN ZANTVLIET graag in de gelegenheid gesteld om daar in de raad op terug te komen, ondanks het feit, dat het college dit besluit autonoom zou kunnen nemen. De VOORZITTER vraagt de raad akkoord te gaan met het voorstel van b&w. De heer VAN ZANTVLIET deelt mee, dat hij zijn standpunt in de commissie algemene bestuurlijke zaken uiteen heeft gezet. Zijn vraag is nu of dit aanleiding gegeven heeft tot wijziging van het standpunt van het college, of de raad. De VOORZITTER antwoordt dat in het college niet zozeer is gekeken naar het feit of het af te vaardigen lid van de raad tot de opposi tie behoort. We hebben gekeken naar mensen waarvan wij denken, dat ze gezien de diverse disciplines vanuit de commissies, daarvoor in aanmerking zouden kunnen komen. Ook gezien hun jarenlange raadser- varing en hun inbreng op de diverse beleidsonderdelen. Het college is niet teruggekomen op haar voorstel. De VOORZITTER vraagt dan ook aan de raad of hij in kan stemmen met de benoeming van mevr. ONLAND- VAN HAAREN en de heer VAN REIJEN namens de gemeente in deze commissie. De heer VAN ZANTVLIET deelt mee, dat de fraktie van de Werknemers partij tegenstemt. De heer IJZERMANS merkt op, dat hetgeen hij nu hoort nieuw voor hem is. Hij zou graag vernemen hoe de samenstelling van de commissie is. De VOORZITTER antwoordt, dat de commissie onder voorzitterschap

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1991 | | pagina 4