2
3. BEHANDELING INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN
A. Ingekomen stukken
VI.1 De heer VAN ZANTVLIET vraagt het college op vrij korte termijn
maatregelen te nemen, omdat de overlast ter plaatse van de honden
uitwerpselen inderdaad verschrikkelijk is. Hij verzoekt een totaal
verbod voor honden op de trimbaan.
De RAAD besluit de ingekomen stukken voor kennisgeving aan te
nemen.
B. Mededelingen
De RAAD besluit de mededelingen 1 t/m. 5 voor kennisgeving aan te nemen.
6. De heer VAN ZANTVLIET informeert naar de mededeling zoals die in de
commissie algemene bestuurlijke zaken naar voren is gebracht en
thans ontbreekt.
Naar aanleiding hiervan deelt de VOORZITTER mee, dat het college
besloten heeft tot de instelling van een Commissie Herstrukturering
Herinrichting Binnenstad. Dat is een commissie samengesteld uit
vele disciplines. De konsumentenbelangen en de raadsbelangen wil
het college door twee mensen laten vertegenwoordigen. Gezien de
samenstelling van de commissies en de raad en de tijdstippen waarop
vergaderd gaat worden, telkenmale om 14.00 uur -er zijn veel
externe duurbetaalde adviseurs bij betrokken- hebben wij vanuit het
college voorgesteld om mevr. ONLAND- VAN HAAREN en de heer VAN
REIJEN namens de raad in deze commissie zitting te laten hebben
Dit is een b&w-besluit waarvan wij in de commissie algemene be
stuurlijke zaken mededeling hebben gedaan.
De heer VAN ZANTVLIET kon daar niet mee instemmen en de
VOORZITTER heeft de heer VAN ZANTVLIET graag in de
gelegenheid gesteld om daar in de raad op terug te komen, ondanks
het feit, dat het college dit besluit autonoom zou kunnen nemen.
De VOORZITTER vraagt de raad akkoord te gaan met het voorstel van
b&w.
De heer VAN ZANTVLIET deelt mee, dat hij zijn standpunt in de
commissie algemene bestuurlijke zaken uiteen heeft gezet. Zijn
vraag is nu of dit aanleiding gegeven heeft tot wijziging van het
standpunt van het college, of de raad.
De VOORZITTER antwoordt dat in het college niet zozeer is gekeken
naar het feit of het af te vaardigen lid van de raad tot de opposi
tie behoort. We hebben gekeken naar mensen waarvan wij denken, dat
ze gezien de diverse disciplines vanuit de commissies, daarvoor in
aanmerking zouden kunnen komen. Ook gezien hun jarenlange raadser-
varing en hun inbreng op de diverse beleidsonderdelen. Het college
is niet teruggekomen op haar voorstel. De VOORZITTER vraagt dan ook
aan de raad of hij in kan stemmen met de benoeming van mevr.
ONLAND- VAN HAAREN en de heer VAN REIJEN namens de gemeente in deze
commissie.
De heer VAN ZANTVLIET deelt mee, dat de fraktie van de Werknemers
partij tegenstemt.
De heer IJZERMANS merkt op, dat hetgeen hij nu hoort nieuw voor hem
is. Hij zou graag vernemen hoe de samenstelling van de commissie
is. De VOORZITTER antwoordt, dat de commissie onder voorzitterschap