1. OPENING De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed. Hij feliciteert de familie Brouwers met de geboorte van hun dochter. 2. BEËDIGING VAN HET TOT DE RAAD TOEGELATEN LID M.H.C.M. LAMBERS. De VOORZITTER verzoekt alle aanwezigen te blijven staan in verband met de benoeming van het nieuwe raadslid de heer Lambers. De raad is dan weer voltallig en de oppositie op sterkte. De heer Lambers heeft aangegeven de zuiveringseed en ambtseed te willen afleggen. De VOORZITTER leest de zuiveringseed voor: 'Ik zweer, dat ik, om tot lid van de raad te worden benoemd direktelijk of indirektelijk aan geen persoon onder wat naam of voorwendselen ook enige giften of gaven beloofd of gegeven heb. Ik zweer, dat ik om iets hoegenaamd in deze betrekking te doen of laten van niemand enige beloften of geschenken aannemen zal direktelijk of indirektelijk. Zo waarlijk helpe mij God almach tig. De heer Lambers spreekt als volgt: 'Zo waarlijk helpe mij God almachtig'. De VOORZITTER leest de ambtseed voor: 'Ik zweer trouw aan de Grondwet en aan de wetten des Rijks en dat ik de belangen der gemeente Steenbergen met al mijn vermogen zal voorstaan en bevorderen. Zo waarlijk helpe mij God almachtig'. De heer Lambers spreekt als volgt: 'Zo waarlijk helpe mij God almachtig'. Hiermede is de heer Lambers volwaardig lid geworden van de gemeenteraad van Steenbergen. De VOORZITTER nodigt iedereen uit te gaan zitten. De VOORZITTER stelt er prijs op de totstandkoming van de benoeming van de heer Lambers te memoreren alvorens met de vergadering verder te gaan. Hij deelt mede, dat de heer Franken, die wegens ziekte het raadslidmaatschap heeft moeten opzeggen in de aprilvergadering denkt aanwezig te kunnen zijn zodat wij voorafgaande aan de raadsvergadering op een waardige wijze afscheid zullen kunnen nemen van dit raadslid. Als we kijken naar de raadsperioden en ook de laatste periode 1986 - 1990, dan zien we dat een steeds groter percen tage van de raadsleden de periode niet uitzit. Heel vaak zijn werkzaamheden elders, of gezondheidsredenen, los van conflicten, hieraan debet. En toch zijn er in 1975 vergaande maatregelen genomen, althans dat dacht men. Het rapport 'Een goede raad, het raadslid gewaardeerd' van de commissie Merckx leidde toen tot het in behandeling nemen van een voorstel door de Tweede Kamer. Het voorstel kwam er op neer, dat er mogelijkheden zouden worden geschapen om het raadslidmaatschap financieel zo te regelen, dat men de zwaarte van de functie, die toen reeds onderkend werd ook in vrije tijd zou kunnen kopen bij de werkgever. In 1975 is een Algemene Maatregel van Bestuur afgekondigd, een kamerbrede motie is aangenomen en die vergoedingen zijn ten opzichte van 1974 aanzienlijk opgetrokken. De arbeidsrechtelijke situatie echter, die u allen met uw werkgever heeft is toendertijd niet geregeld. In de jaren na 1980 is er vanuit de vakbeweging grote strijd gevoerd en is ook nu weer in alle hevigheid bij de CAO-onderhandelingen aan de orde, terug naar een 36 urige werkweek minimaal. Het raadswerk voegt aan die 36 urige werkweek bijna 36 uur toe. Voor een raadslid, die volledig in het arbeidsproces deelneemt of een huishouden regelt, is het raadswerk aanzienlijk verzwaard. De hele maatregel 1975 heeft nauwelijks effect gesorteerd.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1991 | | pagina 37