16 Er had moeten staan, dat het algemeen gevoelen van de commissie was akkoord te kunnen gaan met het voorstel. Maar dat er behoefte bestond aan terugkoppeling met de frakties. Hij meent dat voor de voorzitters en de sekretarissen van de commissies nog eens op een rij gezet moet worden, dat als er heikele punten zijn, waarin de duidelijkheid over het standpunt niet eenduidig is, gevraagd moet worden hoe de commissie hierover denkt. Uiteindelijk adviseert de commissie het college. De leden dienen hierop ook alert te zijn. Hij is het met mevrouw Onland in dit geval eens, dat de behoefte om terug te koppelen in dit voorstel niet is vermeld. De heer REIJNDERS informeert of inmiddels het gesprek met de Stichting Siemburg plaatsgevonden heeft over de lokatie van de uitbreiding ten behoeve van het peuterspeelzaal- en het jeugdwerk en wat de resultaten zijn. Het gesprek is gehouden op 7 februari 1991, aldus wethouder HEIJMANS. Twee punten zijn er aan de orde gesteld. De aanbouw en het bergingsprobleem. Ten aanzien van de uitbreiding is een consensus bereikt. De voorkeur voor de lokatie gaat uit naar een aanbouw aan de voorzijde. Dit plan ligt op de tekentafel bij grondgebiedszaken. Er is een tijdsbalk uitgezet. In week 12-13 komt het plan voorzien van een kostenplaatje naar het college. Daarna naar de commissie en de raad. In de raad wordt een definitieve keuze gemaakt. Ten aanzien van het bergingsprobleem is de Stichting Siemburg meegegeven, dat zij dat probleem in kaart brengen. De vraag en noodzakelijkheid. Dit wordt ingewacht. De wethouder heeft goede hoop dit gelijktijdig met de uitbreiding op te kunnen lossen. Desgevraagd antwoordt wethouder HEIJMANS de heer van Zantvlietdat het aangepast toilet voor invaliden inderdaad meegenomen is in de plannen. Vorig jaar is er bij de reserveringen al een bedrag uitgetrokken voor wat uitbreidingen van speelwerktuigen. Er liggen al aanvragen van begin 1990, van De Heen, van Kruisland (Nieuwe Werf), van Welberg, van het Rozenpleintje Toegezegd is toen, dat alle plannen gewogen zouden worden. Dat met een voorstel gekomen zou worden waar realisatie mogelijk zou zijn. De heer REIJNDERS vraagt nu naar de stand van zaken en ziet graag dat in de april- vergadering een krediet hiervoor gevoteerd wordt. Hij vindt dat de kinderen zolang mogelijk rendement van de speelwerktuigen dienen te hebben. De speel werktuigen zouden dan in mei geplaatst behoren te worden. Wethouder HEIJMANS beaamt het verhaal van de heer Reijnders. De WETHOUDER kan toezeggen, dat een voorstel kan worden tegemoet gezien in de commissie— en raadsvergadering van april. Geprobeerd wordt om alle aanvragen hierin mee te nemen. Ook de aanvragen voor de half-pipe. Toch zal een keuze dienen te worden gemaakt, want de vraag overtreft de reservering van f.25.000,=. De heer IJZERMANS vraagt naar de stand van zaken met betrekking tot de Boetse Molen. Hij verneemt graag wanneer een aanvang van de bouw te verwachten is. De VOORZITTER deelt mede, dat voor zover hem bekend de plannen ingezonden zijn naar de provincie. Alle vragen, die de provincie had zijn beantwoord. Desge vraagd zegt hij de heer IJzermans toe dit volledigheidshalve nog eens na te trekken. In de collegevergadering is verder de exploitatie-opzet aan de orde geweest. Wethouder OOMS deelt mee, dat de exploitatie-opzet en het bouwrijp- maken in de commissie en raad van maart kan komen. Als de provincie snel reageert, zou er rond de bouwvakvakantie duidelijkheid kunnen zijn. Er zou dan gestart kunnen worden. De vraagstelling aan het college om de stukjes grond ter plaatse is zo indringend, dat steeds getracht is een bevredigend antwoord te geven. De VOORZITTER hoopt nu, dat voor de vakantie het eindsignaal kan worden gegeven.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1991 | | pagina 33