9
Na de Zoutstraat behoren de winkels toch niet zo tot de beleving van een kern
winkelgebied. De provincie zegt daarvan uw winkelgebied is te groot.
Wij zijn gedwongen huiswerk te maken, inhoudende dat aangetoond wordt, dat de
vestiging van een AH-winkel op de Schapenwei door het verleggen van de
Fabrieksdijk, kosten 1 miljoen, verkeerstechnisch en logistiek niet mogelijk
is. De doorsteek zal aantrekkelijk moeten worden. Er zullen 6 a 7 winkelunits
komen. De vraag hiernaar is groot. Hieronder zijn plaatselijke ondernemers,
maar ook ondernemers van buiten. Als Albert Heijn en de Edah gerealiseerd
zijn, alsmede de jachthaven en het A.B.G., dan komt er een nieuwe instroom in
de stad. Die wij moeten proberen vast te houden. Vandaar dat wethouder Ooms
parallel hieraan de herstrukturering binnenstad onder de loep gaat nemen om
samen met de belanghebbenden, de deskundigen en de gemeenteraad te kijken hoe
je dat op een aantrekkelijke wijze kunt doen.
Wij zijn nu gedwongen door de tijdsdruk een voorbereidingsbesluit te nemen
voor de binnenstad. De vastlegging van de grenzen is arbitrair. In het
voorstel van het college aan de raad ligt de vraag om in het voorbereidingsbe
sluit de uiteinden te leggen van het kernwinkelgebied bij het Gouden Hartje,
de Rozemarijnstraat en het Smidstraatje. De provincie ontkent, dat er zware
procedures zullen volgen als eenmaal het voorbereidingsbesluit genomen is.
Indien een winkelfunctie vervangen wordt door opnieuw een winkelfunctie
behoeven er geen problemen verwacht te worden. Dit is een kwestie van vertrou
wen en afwachten. Een ander element is dat wij zeggen, die art. 19 aanvraag
van Albert Heijn, die moet er komen, om de ontwikkelingen in dat gebied niet
tegen te gaan. Wij zouden ons "huiswerk" met een gerust hart kunnen laten
beoordelen door de Raad van State. Maar dan is bekend dat het heel lang gaat
duren voor er uitsluitsel is en wij willen verder. Het college wil duidelijk
heid voor de stad. Ook om de lucht te klaren om weer met alle partijen die
noodzakelijk zijn rond de tafel te kunnen gaat zitten. Want men verzet zich
tot er een uitspraak is, die leidt tot aktie. Als AH en ABG gaan bouwen, dan
heeft men het gevoel dat men gestreden heeft voor de zaak, die zij waardevol
achtten, maar dat men ook weer verder moet. Wij vinden dat dit voorberei
dingsbesluit, dat een jaar geldt en waar een aantal arbitraire zaken inzitten
waarop door een aantal sprekers is gewezen t.z.t. opnieuw moet worden overwo
gen. Alvorens wij toe zijn aan een definitief bestemmingsplan zal met de raad,
en vertegenwoordigers van de winkeliers het KNOV in goed overleg aangegeven
dienen te worden of de provincie met zijn definiëring van kernwinkelgebied
goed zit. Op dat moment zullen wij in deze raad komen tot nieuwe besluiten.
Wij ervaren nu, dat wij door de provincie gedwongen worden tot het nemen van
dit voorbereidingsbesluit. Wij onderschrijven wel de visie van de PPC dat een
klein stadje met een groot winkelarsenaal zo aantrekkelijk mogelijk wordt
gehouden door een compact winkelcentrum.
Mevrouw ONLAND— VAN HAAREN vraagt of uit het antwoord van de voorzitter mag
worden opgemaakt, dat indien de raad niet akkoord gaat met het voorstel zoals
het er ligt er geen vestiging van Albert Heijn komt.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De provincie heeft het advies aan
Gedeputeerde Staten opgehouden om Steenbergen in de gelegenheid te stellen een
voorbereidingsbesluit te nemen, dat er uitziet, zoals het nu voorligt. Komt
dit besluit er niet, dat zal een negatief advies het gevolg zijn. Wij van onze
kant zullen dan bezwaar aantekenen naar ik aanneem met uw instemming tegen een
onjuiste beslissing van G.S. op onze voorstellen.
Mevrouw ONLAND- VAN HAAREN vraagt schorsing van de vergadering. De voorzitter
stelt voor eerst de tweede ronde af te werken.