6 Al zou de HSL voor een aantal zaken voordelen opleveren, in het licht van de extravagante hoge kosten die dit project met zich meebrengt is het voor de Partij van de Arbeidfractie niet verantwoord. Als men denkt aan de grote financiële problemen die er in dit land zijn, zoals de koppeling Ionen-uitkeringen, de sanering van het milieu en de dreigende kortingen op de afdrachten aan gemeenten de komende jaren, kan de Partij van de Arbeidfractie niet anders concluderen. Deze kosten en alle verdere negatieven effecten wegen niet op tegen de voordelen en zijn dus helemaal niet in het belang van het land. Wanneer deze zin geschrapt wordt en gepleit wordt voor een tracé langs een bestaande spoorlijn, dat tevens goedkoper is en in het belang is van onze eigen burgers, kan de Partij van de Arbeidfractie met het voorstel instemmen. De VOORZITTER zet uiteen wat met de betreffende zinsnede is bedoeld. Lo kaal en provinciaal staat de HSL-spoorlijn niet ter discussie, daar het een rijksbelang is. De opvatting van het rijk, dat de HSL een landelijke aangelegenheid is, wordt ondersteund. Over de HSL wordt gesproken in het parlement, daar vindt de besluitvorming plaats of Nederland aansluit op het Europese net van de HSL. Men moet argumenten aandragen waarom Steen bergen vindt, dat de HSL niet door het grondgebied van deze gemeente zou moeten komen. Door het buurtschap Holterberg/Wildenhoek zijn argumenten aangedragen. Er is door hen aangegeven, dat met een boogstraalverlegging met name een verschuiving naar de Vliet, men in dat gebied voor een optimalere ontsluiting kan zorgdragen. In goed overleg moeten de belangen worden afgewogen. Er ligt nu een tracé-keuze. De keuze voor de HSL is geen Steenbergse, geen Streekgewes- telijke en ook geen provinciale. Men moet alleen zorgen dat natuur en mens zo weinig mogelijk nadeel ondervinden van de HSL. De VOORZITTER stelt voor om de zin te aan te passen. De zin wordt als volgt gecorrigeerd: 'De opvatting van de regering is dat met de aanleg van de HSL het landsbelang gediend is'. De heer VAN REIJEN stemt hiermee in. Hij vraagt of het mogelijk is om in de brief te vermelden dat het niet alleen gaat om het H-tracé, maar of er ook gekeken kan worden naar andere varianten. De VOORZITTER zegt dat de gemeente heeft gewerkt op basis van de nota, zoals men die heeft ontvangen. Er wordt in de brief van de gemeente wel geschreven dat de discussie over de tracékeuze elders wordt bepaald. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 10. BESLISSING OP BEROEPSCHRIFT VAN DE HEER Q.J.C. VAN DORST IN VERBAND MET WEIGERING BOUWVERGUNNING VOOR EEN BEDRIJFSWONING De VOORZITTER geeft een toelichting op dit agendapunt. De commissie bezwaarschriften heeft de heer Van Dorst gehoord en heeft het college van b w geadviseerd om de bouwvergunning wel te verlenen. Het college is bij haar standpunt gebleven en vraagt een uitspraak van de raad. Mevrouw Onland zegt dat er op juridische gronden geen enkel bezwaar wordt gezien om via art.19 van de wet op de ruimtelijke ordening de heer Van Dorst in de gelegenheid te stellen een bedrijfswoning te bouwen. Ook de heren RASENBERG en VAN ELZAKKER ondersteunen dit. Dit betekent dat de CDA-fraktie niet akkoord gaat met het voorstel van b w. 4

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1991 | | pagina 106