i
4
5. VASTSTELLING MONUMENTENVERORDENING
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig
het voorstel.
6. AANVULLING EN WIJZIGING MEERJARENPROGRAM RESTAURATIE MONUMENTEN 1992-1997
(BESLUIT RIJKSSUBSIDIËRING RESTAURATIE MONUMENTEN)
De heer VAN REIJEN informeert waar bij subsidiëring van monumenten de
grens ligt tussen onderhoud en restauratie.
De VOORZITTER verklaart dat de grens van de restauratie wordt bepaald
door de geoormerktheid van een monument en er is een bepaalde duur nodig.
Als het monument aan die voorwaarde voldoet, valt onderhoud onder monu
mentale zorg. Dit zijn de structurele onderhoudswerkzaamheden om een
monument in stand te houden. In Steenbergen zijn vier monumenten.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.
7. VOTERING KREDIET AD. ƒ.110.205,— T.B.V. ONDERZOEK VUILREDUCTIE
26E WIJZIGING BEGROTING 1991)
De heer RASENBERG merkt op, dat er nog te weinig bekend is over de
processen die in het rioolstelsel plaatsvinden. De resultaten van inge-
nieursburo Witteveen en Bos zijn erg eenzijdig. De argumenten die aange
voerd worden, worden aangenomen omdat er nog geen nadere gegevens bekend
zijn. Hij vraagt in hoeverre de gemeente een en ander zal moeten uitvoe
ren. Zoals op dit moment voorgeschreven, binnen vijf jaar en voor een
bedrag van vier miljoen. Hij stelt voor nog geen vervolgonderzoeken te
verrichten. Tevens zou hij graag van gedachten wisselen om de zaken
voorgesteld door het buro Witteveen en Bos goed af te wegen. Er zou
aangetoond moeten worden dat het inderdaad moet. Nog beter zou het zijn
om in Steenbergen een milieu-ambtenaar aan te stellen.
Wethouder OOMS zegt de woorden van de heer RASENBERG te ondersteunen om
ook na het onderzoek met beide benen op de grond te blijven staan. Hij
verwacht, dat de provincie binnen afzienbare tijd met een conceptverorde
ning komt. Hierin is onder andere geregeld het lozen van overstorten op
het oppervlaktewater. Er zal echt iets aan gedaan moeten worden. In het
najaar komt er vanuit de gemeente een voorstel aan de raad over een
basisrioolplan en het rioolbeheersplan.
De VOORZITTER vult aan dat de gemeente zorgvuldig moet omgaan met de
basiszaken, die met name in de portefeuillehouder milieu gestalte krij
gen.
De heer IJZERMANS heeft in de Seringenlaan geconstateerd dat de overstor
ten bij zware regenbuien milieuvervuiling kunnen veroorzaken. Op korte
termijn zal hieraan iets gedaan moeten worden. Hij onderschrijft de
woorden van de heer RASENBERG, dat eerst onderzocht moet worden wat wel
en niet nodig is en aan welke verplichtingen men zou moeten voldoen.
Tevens vraagt de heer IJZERMANS om een onderzoek betreffende de Boetse
Molen. Hij probeert bij het Hoogheemraadschap te achterhalen wat de voor-
en nadelen zijn van een aparte hemelwaterafvoerWanneer men in de
toekomst het hemelwaterafvoer gescheiden wil houden van het andere
waterafvoer, vraagt hij of het mogelijk is om na te gaan of dit bij de
Boetse Molen eventueel te realiseren is.
4