ft
-4-
De heer FRANKEN zegt dat bij de aanschaf van de volgende huisvuilwagen
toch rekening gehouden zal moeten worden met deze mogelijkheden.
De VOORZITTER antwoordt dat de ontwikkelingen op dit gebied zeker in de
gaten gehouden gaan worden.
De heer IJZERMANS vraagt, verwijzend naar de raadsvergadering van 26
april 1990, of er voorzieningen zijn getroffen om een tijdelijk tekst op
de wagen aan te brengen.
Wethouder Ooms zegt toe dat dit meegenomen zal worden.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.
7. VASTSTELLING 4E WIJZIGING "LEGESVERORDENING, 1988"
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig
het voorstel.
8. VOTERING KREDIET AD. F 1.102.000,= TEN BEHOEVE VAN HET BOUWRIJEMAKEN VAN
HET 2E GEDEELTE, 3E FASE NOORD-OOST (23e wijziging begroting AD 1990 en
2e wijziging begroting 1990 Gem. Grondbedrijf)
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig
het voorstel.
9. INSTELLING VAN EEN REGIONALE VOLKSHUISVESTINGSCOMMISSIE
De heer ADRIAANSEN is bang dat het instellen van deze commissie voor drie
jaar in de tijd gezien zal uitlopen en dat de f 50.000,=, f 100.000,= zal
worden. Hij vraagt om stemming. Mocht er geen stemming komen dan moet
geacht worden dat de werknemerspartij tegen gestemd heeft.
De VOORZITTER deelt mee dat onder leiding van oud-raadslid de heer Hage
hier uitvoerig over is gesproken. De provincie zal in de toekomst niet
meer spreken met de individuele gemeenten maar met de streekgewesten en
de voorzitters van de regionale volkshuisvestingscommissies.
Streekgewestelijk zal het quotum woningen worden verdeeld.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel
waarbij wordt opgemerkt dat geacht wordt dat de werknemerspartij heeft
tegen gestemd.
10. VERDAGING BESLISSINGSTERMIJN MET 2 MAANDEN T.A.V. HET BEZWAARSCHRIFT VAN
DE HEER A.M.J.M. VAN AGTMAALJULIANASTRAAT 6, I.V.M. WEIGERING BOUWVER
GUNNING
De heer IJZERMANS deelt mee erg blij te zijn met de mededeling in het
commissieverslag, dat er in de toekomst alles aan gedaan zal worden om
verdaging van besluiten te voorkomen.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.
11. VASTSTELLING "RAMPENPLAN, 1990"
Mevrouw ONLAND-VAN HAAREN krijgt de indruk dat het meer een regionaal dan
een gemeentelijk rampenplan is. Zij vraagt om een bijlage waarin de
plaatselijke hulpverleners genoemd worden en hoe die ingezet gaan worden.
Ook vraagt zij om mogelijkheden de bevolking in te lichten zodat die
weten hoe zij moeten handelen bij een ramp.