-8-
dat hij deze bestuursfuncties naast andere maatschappelijke activi
teiten, getuigend van visie en met volle inzet op een uitstekende wijze
heeft uitgeoefend;
dat, gelet op het hiervoor vermelde, dan ook gesproken kan worden van
het zich op bijzondere wijze verdienstelijk te hebben gemaakt voor de
gemeenschap van Steenbergen;
dat het gemeentebestuur zijn waardering hiervoor nadrukkelijk tot
uiting wenst te brengen;
gelet op artikel 5, 3e lid van de Verordening inzake gemeentelijke
onderscheidingen;
besluiten
aan de heer D.G. Hage, geboren op 20 augustus 1922 te Steenbergen en
wonende Nassaulaan 13 te Steenbergen, de erepenning van de gemeente
Steenbergen toe te kennen met daarop de inscriptie:
D.G. Hage
Raadslid 1980 - 1990
Wethouder 1982 - 1986
Hierna spelt de VOORZITTER de versierselen op behorende bij de erepenning
en reikt de erepenning uit.
Wethouder OOMS spreekt als volgt:
Heer Hage.
Allereerst van harte gefeliciteerd met je benoeming tot ere burger van
onze gemeente.
Bij je vertrek uit de gemeentepolitiek wil ik graag namens de raad iets
zeggen. Toen jij in 1980 tot de Raad werd toegelaten kwam al vlug je
collegialiteit naar voren, je lag terstond goed bij je collegae raads
leden. Twee jaar later werd je al gekozen tot wethouder.
Daar ik je collega wethouder ben geweest eerst in de periode 1982-1986 en
nadien nog 4 maanden tijdelijk wethouder - gedurende de periode na het
vertrek van Burgemeester Derksen en de komst van Burgemeester van Wijk.
Vooral in de laatste periode hebben wij beiden, met wij bedoel ik
wethouder Adriaansen en mijzelf, veel steun van je ondervonden.
Ofschoon één van jouw verlangens, welke ook erg bij de heer Adriaansen en
bij mijzelf leefde, om het C.SM.-terrein en alles er omheen in deze
periode planologisch ingevuld te krijgen, niet helemaal is gelukt.
Ofschoon jij daar ontzettend veel tijd hebt ingestoken.
Niet alleen op dit terrein, maar op velerlei gebied hebben wij beide
wethouders veel steun van je gekregen tijdens deze interimperiode.
Heer Hage, toen je in 1982 werd gekozen tot wethouder kwam je collegiali
teit nog duidelijker naar voren.
Je was terstond bereid waar nodig bij te springen. Ik heb in die periode
veel steun van je gekregen. Te denken valt aan de zware opdracht die wij
beiden op onze schouders kregen gelegd, n.l. de doorlichting van de dienst
gemeentewerken en alles wat daar aanvast zat. Er moest gezocht worden waar
bezuinigd kon worden.
Toen wij met de doorlichting rond waren, moesten verenigingen worden uit
genodigd, zowel op cultureel als op sportgebied.