-11-
4. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE REGELING STREEKGEWEST WESTELIJK NOORD
BRABANT IN VERBAND MET ARBEIDSVOORZIENINGENWET
De heer VAN REIJEN heeft bezwaar tegen de grote invloed in het Streekge-
west van de centrumgemeenten. Hij vraagt of hier tegen te protesteren is.
De VOORZITTER zegt, dat alle voorzieningen grotendeels geconcentreerd zijn
in de centrumgemeenten. Het zijn functies waarbij de betrokkenheid met de
andere beleidsvelden van essentieel belang zijn. Ik denk ook dat je kleine
gemeenten moet laten participeren. De portefeuillehouders uit de kleine
gemeente worden betrokken bij de gang van zaken door zitting te hebben in
een adviescommissie.
De heer VAN REIJEN zegt, dat het veel verstandiger is om te kijken naar
mensen in het Streekgewest die capabel en deskundig zijn voor een derge
lijke functie. Men moet niet klakkeloos aannemen, dat de wethouders uit
grote gemeenten dit moeten zijn.
Volgens de VOORZITTER gaat het om drie mensen. De één heeft economische
zaken in zijn portefeuille, de tweede onderwijs en educatie en de derde
sociale zaken.
De heer HAGE deelt mee, dat de centrumgemeenten er het meest voor in aan
merking komen. Zij zijn de grootste werkgevers, grootste gemeenten en
hebben het meeste onderwijs binnen de gemeenten. Voor deze periode zijn
daarom deze wethouders benoemd. Er wordt ook een platvorm gevormd voor de
portefeuillehouders van alle gemeenten. Deze kunnen bij herverkiezingen
kandidaten voordragen.
De VOORZITTER stelt dat de huidige voorzitter van die commissie de eerste
vier jaar niet weggestuurd kan worden. Dit om te komen tot continuïteit.
In de gewestraad mag het standpunt van de heer van Reijen best door
klinken.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.
5. VOTERING KREDIET AD F.15.755,= TEN BEHOEVE VAN DE VERVANGING VAN DE HOGE-
DRUKREINIGING RIOLERING (17e WIJZIGING BEGROTING 1990)
De heer IJZERMANS is blij dat het college gaat bekijken hoe dit apparaat
ten dienste van de gemeenschap gebruikt kan worden. Hij verzoekt, gelijk
tijdig om een regeling dat ambtenaren bij calamiteiten bereikbaar zijn.
De VOORZITTER zal deze opmerking mee nemen en onderzoeken of de bereik
baarheid inderdaad een probleem is. De heer IJZERMANS verzoekt of de moge
lijkheid er is om een antwoordapparaat te plaatsen waarop eventueel bood
schappen in te spreken zijn.
Wethouder OOMS deelt mee dat er weekenddiensten worden gedraaid.
De heer IJZERMANS antwoordt, dat dat bij het publiek niet bekend is.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.
6. INTENSIVERING VERVERSEN HONDENTOILETTEN (15e WIJZIGING BEGROTING 1990)
De VOORZITTER deelt mee, dat het deel handelend over de belasting wordt
teruggenomen en wijst er op dat nu er extra wordt "ververst" dit wel met
meer geld gepaard gaat.
De heer REIJNDERS vraagt, of er bij wijze van proef niet bij een honden
toilet een schop is te plaatsen. Wel aan een ketting te leggen om meenemen
te voorkomen.
Mevrouw VAN DE WATERING wijst op het gevaar en eventueel geweld door het
plaatsen van een schop.
Dit wordt nagegaan.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.
M