-4-
Omdat de leden van de Beleidsgroep Emancipatie Steenbergen genoeg
hebben van het gepraat over een vergoeding zal hij daarover geen voorstel
doen. Het gaat er nu om de werkgroep zo snel mogelijk aan het werk te
zien. Deze groep heeft echter nog een tweetal vragen, neergelegd in haar
laatste brief. Hij rekent er op, dat het college op korte termijn daarop
duidelijk zal antwoorden.
De VOORZITTER zegt dit toe.
Mevrouw VAN DE WATERING deelt namens haar fractie mee het juist te
vinden dat geen vergoeding wordt toegekend. Mocht de werkgroep uitgroeien
tot een commissie dan pleit zij wel voor een vergoeding.
De VOORZITTER antwoordt, dat dan ook van een andere situatie sprake
is
B.15. Ontwikkeling race-circuit Slaakdam (C. v. Re ij en)
De heer VAN REIJEN vindt de mededeling van b en w wat vrijblijvend.
Hij mist daarin een standpuntbepaling. Zijn fractie wil wel een voorlopig
standpunt geven en dat is afwijzend, zeker als het circuit op Steenberg's
gebied komt te liggen.
Wethouder HAGE antwoordt dat er overleg met Nieuw-Vossemeer heeft
plaatsgevonden. De plannen verkeren nog in een onderzoekfasemet name of
zij zich verdragen met de aanwijzing van de Heense polder als stiltege-
bied. Men wacht dus op de provincie. De kans is verminderd, omdat de
gemeente Reimerswaal zich als candidaat heeft aangeboden. Overigens ligt
er een afspraak, dat Steenbergen zich t.a.v. recreatieve ontwikkelingen
aan de plannen van Nieuw-Vossemeer conformeert. Een race-circuit is echter
iets heel anders en heeft effecten, zoals overlast voor inwoners van
Steenbergen. Daarvoor kan de afspraak niet gelden. Er komt nog een Milieu-
Effect- Rapportage en dat zal strenge eisen bevatten.
Mevrouw VAN DE WATERING meent, dat het uitgangspunt van het college
het enige goede is. Er zijn nog geen vastomlijnde plannen en als die wat
concreter worden zal de raad daar zeker in gekend worden. Dan pas is er
het moment om als raad een mening te geven. Gegeven is, dat altijd de
medewerking van de raad vereist is.
De VOORZITTER beaamt dit.
B.5. Flankerend ouderenbeleid (onderdeel subsidiebeleid 1989/1990) (A. v.
Nispen-Aarden)
Mevrouw VAN NISPEN-AARDEN spreekt als volgt:
"Het is voor mij en ook voor de stichting gekoördineerd ouderenwerk heel
onduidelijk wat er wordt bedoeld met "na overleg met de stichting". Moet
dit nog komen of is het al al geweest?
Voor de duidelijkheid wil ik uitleggen wat hier gaande is. In de loop van
1988 werd door de stichting een voorstel gedaan over de besteding van de
gelden voor flankerend beleid, ruim f.17.000,=. Dit gebeurde in juni. Na
diverse telefoontjes kwam er aangaande het verzoek een gesprek in
oktober. Het werd kort dag want de bestemming moest vóór januari bekend
zijn en de besteding vóór maart.
In het gesprek met vertegenwoordigers van de gemeente kwam naar voren dat
er niets van de plannen van het gekoördineerd ouderenwerk ingediende voor
stel was overgenomen, maar dat het volle bedrag in een reserve-fonds zou
worden gestort van de woongemeenschap voor ouderen te Kruisland. Deze
stichting had niet om het geld gevraagd en verkeert ook niet in financiële
moeilijkheden. In dit overleg werd afgesproken dat de stichting een nieuw
voorstel zou doen, maar dat er toch een bedrag voor het reserve-fonds
beschikbaar moest blijven.