6 naar een meer open structuur, die meer dan ooit te maken kreeg met vele externe factoren. Ik noem er enkele: inspraak in velerlei verschijningsvormen, openbaarheid van bestuur, uitbouw van de rechtsbescherming, deregulering, decentralisatie. Ook u bent daar als bestuurder in meer of mindere mate mee geconfronteerd. Ik zou haast nog een fenomeen in dit rijtje vakjargon verge ten. De budgettair neutrale financiering. In goed Hollands; het mag geen geld kosten. Hoe ging u daar mee om. Schijnbaar moeiteloos en zonder aanpassings problemen. Er is via de media een spreuk tot ons gekomen: ons zeeuwen bin zuunig. Ik heb daar nooit zo in geloofd maar, Meneer Derksen, dames en heren, in de brabantse gemeente wordt deze slogan door burgemeester en secretaris gezamenlijk waar gemaakt. Wij nemen elk hiervan een deel voor onze rekening. Voor degenen onder u die daar niet van op de hoogte mochten zijn; ik ben een zeeuw, de rest laat ik graag ter overdenking aan u over. Het zou een getuigenis van zelfoverschatting zijn indien ik zou menen dat ik, als hoofd van het ambtelijk apparaat en eerste adviseur van het gemeentebe stuur een essentiële bijdrage zou hebben kunnen leveren aan de uitoefening van uw functie. Wel hoop ik dat u in algemene zin gesproken, de ambtelijke ondersteuning, en daar bedoel ik mee het totale ambtelijke apparaat, als loyaal hebt ervaren. Soms kritisch doch immer vanuit een positieve grondhou ding Een burgemeester en secretaris nemen in het gemeentelijk bestel een bijzondere positie in Zij komen elkaar bij wijze van spreken elke dag tegen. En dat is essentieel, zij zullen on speaking terms met elkaar moeten zijn en blijven. Elk vanuit de eigen verantwoordelijkheid. Dat betekent zeker niet dat men het te allen tijde met elkaar eens dient te zijn. Ik meen zelfs te mogen stellen dat het gezond is om wat divergerende opvattingen te vernemen. Het houdt de geest nadrukkelijk fit. Het dwingt immers zo nu en dan op de tenen te lopen om de zaak tot een goed einde te brengen. Want daar moet het streven altijd op gericht zijn. Het gaat tenslotte om het produkt gemeente. En dat kan best wat extra glamour gebruiken. Dat extra zal zeker niet te verkrijgen zijn indien het hoofd van het bestuur van een gemeente en het hoofd van het ambtelijk apparaat niet met elkaar door een deur kunnen. Wij waren on speaking terms met elkaar, zo heb ik althans de periode van 5 jaar dat ik met u heb mogen werken ervaren. Zij het met een wat voorzichtige aftastende eerste periode. Bij een moment van afscheid hoort een terugblik. Ik herinner mij nog de eerste maal dat ik u mocht ontmoeten. Dat was het moment waarop ik met het college een gesprek had als sollicitant naar mijn huidige functie. Het gesprek vond plaats in de b&w—kamer. Zonder dat dit met zoveel woorden was gezegd wist ik bij het moment van binnenkomst dat u de burgemeester was. U zult zich mogelijk afvragen waarom. Uw aanwezigheid als zodanig straalde dat blijkbaar uit. Het viel mij ook op dat u het meest zorgelijk oogde. Waren dat de bestuurlijke problemen van Steenbergen waar u als hoofd van de gemeente mee worstelde? Ik kon daar niet goed uitkomen. Ik werkte tot dan toe in een wat grotere gemeen te. Ik had de gedachte dat de zwaarte van de bestuurlijke problemen van een gemeente in evenredigheid toenamen in verhouding met het inwonersaantal. Ik geef het direct toe, dat was naïef; ik weet nu beter; veel beter. Ik ontmoette laatst een collega die ik lange tijd niet meer gezien had. Hij verwonderde zich over mijn vele grijze haren. U weet nu waarom. Later is mij duidelijk geworden, dat het niet alleen de zwaarte van uw functie was, die u wat somber deed ogen. U bent van nature geen rasopti mist. Ik durf dit zo te formuleren omdat u zelf meerdere malen getuigde van het bezitten van een niet zo optimistische karaktertrek. In de benadering van velerlei aangelegenheden was uw voorzichtige visie herken baar. En voor de goede orde dit: lange niet altijd ten onrechte.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1989 | | pagina 60