-6- De datum van 1 juli is ook gekozen, omdat bij een negatieve uitkomst vóór de bouwvakvakantie het woonhuis kan worden gesloopt. T.a.v. het duperen van candidaat-bouwers verwijst hij naar punt 2 van zijn voorstel. Als het slopen van de schuur met overleg gebeurt dan kan de uitgifte van drie bouwpercelen snel plaatsvinden. Mevrouw V. NISPEN-AARDEN denkt, dat de architekt de staat van het huis beter kan beoordelen als de schuur weg is. Daarom ziet zij graag spoedige sloop van de schuur. De heer IJZERMANS betwijfelt of het wel noodzakelijk is om eerst tot volledige afbraak over te gaan om restauratie te kunnen bereiken. Hij weet, dat er nogal wat oude vervallen panden zijn, die zonder afbraak toch grondig te restaureren bleken. Hij ziet die mogelijkheid ook voor het woonhuis. Hij pleit er voor om het onderzoekresultaat af te wachten. Mevrouw V.D. WATERING wijst er op, dat uitstel tot 1 juli betekent, dat de beslissing toch pas in de augustusvergadering kan worden genomen, omdat er in juli geen vergadering is. De VOORZITTER lijkt een precieze datum niet het belangrijkste, hetgeen niet afdoet aan de mening van b&w, dat het huis moet worden gesloopt. Hij brengt het voorstel van de heer Reijnders in hoofdelijke stemming. Vóór stemmen: Tegen stemmen: J. v. Zantvliet C. Ooms C. v. Reijen A. Adriaansen D. Machielse-Schouteren C. Franken A. IJzermans J. v.d. Watering M. Reijnders D. Hage A. v. Nispen-Aarden M. Onland-v. Haaren A. He ijmans De VOORZITTER concludeert, dat het voorstel van de heer Reijnders met elf tegen twee stemmen is aangenomen. 3.B.5. Aanleg strooiveld op de algemene plaats (A. IJzermans) De heer IJZERMANS is tevreden met het antwoord van b&w, dat de exploitatie in principe kostendekkend zal zijn. 3.B.11. Opdracht D.P.O. t.b.v. CSM-terrein (C. v. Reijen) De heer VAN REIJEN wil graag aannemen, dat de intentie van wethouder Ooms een andere is dan die, welke in de Steenbergse Courant werd weergegeven. Hij wil er op wijzen, dat de burgers het echter zo lezen en daar de raadsleden op aanspreken. Hij zou graag willen weten of de krant foutief heeft geciteerd. De VOORZITTER antwoordt, dat het college nooit op krante artikelen reageert en het niet juist vindt, dat de raad daarover discussieert De heer VAN REIJEN vraagt of er verschil is tussen aanwending van gelden, opgenomen in de begroting, en die, opgenomen in de investeringsstaat De VOORZITTER antwoordt, dat dit inderdaad het geval is. Via de begroting of wijziging daarvan wordt gevoteerd, de inves teringsstaat betreft een behoefte-planning, voor realisering waar van een kredietverstrekking middels een begrotingswijziging nood zakelijk is.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1989 | | pagina 27