-5-
Welnu, deze zijn van het toneel verdwenen. Wat overblijft is, dat de
gemeente 't Hoogje ter beschikking zal stellen van de Heemkundekring. De
heer Reijnders gaf als antwoord op de vraag of er dan van de gemeente
gehuurd wordt, de suggestie: misschien wel kopen voor een symbolisch
bedrag
Waar het dan op neerkomt is dat de gemeente voor hoge en naderhand
blijvende kosten komt te staan voor iets dat de heer Reijnders zelf heeft
toegegegeven, dat het niet een boerderij is uit 1600, maar een oud woon
huis, nu in of meer in een vervallen staat. Eigenlijk te klein om er daad
werkelijk in te beginnen.
Het onderzoek, wat in het schrijven f.1.000,= zal bedragen, zal
belangrijk duurder worden wanneer er een bestek wordt gemaakt. En dan zijn
we er nog niet, het werk moet dan nog beginnen. Ik heb er wel begrip voor,
dat de heemkundekring tot veel zelfwerkzaamheid bereid is, maar zeker mag
niet uit het oog worden verloren, dat er naderhand kosten blijven komen.
Dit is nu wel niet aan de orde, want dat komt pas na het onderzoek, maar
het is toch goed hieraan te denken."
Mevrouw V. NISPEN-AARDEN meent, dat de woning best geschikt zou zijn
voor een heemkamer. Haar fraktie kan met het voorstel van de heer
Reijnders, meegaan, maar raadt aan om, als de schuur is afgebroken, nog
eens goed te kijken of de kosten voor de heemkundekring en de gemeente
draagbaar zijn. Het lijkt haar verstandig dan pas een definitieve
uitspraak over het huis te doen.
De heer REIJNDERS wijst er op, dat het er bij hem om gaat de mogelijk
heden tot behoud te onderzoeken. Uit dit onderzoek zal moeten blijken of
instandhouding betaalbaar is.
De VOORZITTER deelt mee, dat deskundigen het college hebben verzekerd,
dat restauratie alleen mogelijk is door afbraak en daarna heropbouw. Als
de raad daar anders over denkt is het college bereid om voor f.1.000,= een
onderzoek te laten instellen. Hij moet toch wijzen op de exploitatie, die
na een eventuele opknap of restauratie, volgt. De kosten daarvan zullen
niet alleen door de heemkundekring gedragen kunnen worden, zodat subsidie
onontbeerlijk zal zijn.
Wethouder OOMS heeft overdag en bij mooi weer het gebouw met des
kundigen van bouwtoezicht terdege bekeken. De slotsom was, dat van het
gebouw niets meer te maken is. Het enige is volledige sloop en dan her
bouw. Dat zal minimaal f.150.000,= kosten. Uit het inspectie-onderzoek kan
een restauratieplan volgen en dat kost minimaal f.15.000,=. Hij vindt het
wel jammer, want hij had het graag behouden.
Inmiddels liggen er al een aantal verzoeken om koop van een kavel.
Gezien in het licht van de grote financiële last, die restauratie en
exploitatie zal betekenen, en daartegenover de opbrengst bij verkoop van
bouwgrond, vindt hij behoud een slechte financiële zaak voor de gemeente.
De heer REIJNDERS acht het discussieren over de financiële consequen
ties nu niet nodig. Hij heeft alleen maar een voorstel voor een inspec
tie-onderzoek ingediend. Mocht blijken, dat behoud een onhaalbaar finan
cieel offer vergt, dan zal de conclusie duidelijk zijn. Vooralsnog vecht
hij dit aan.
Mevrouw V.D. WATERING vraagt of het onderzoek wel zo lang moet duren
om de sloop tot 1 juli a.s. uit te stellen. Zij denkt dan met name aan het
belang van de candidaat-bouwers
De heer REIJNDERS heeft om de datum 1 juli gevraagd, omdat hij het een
slechte zaak vindt als de raad telkens voor één maand tot uitstel
besluit. Wel kan het rapport binnen zes weken gereed zijn, maar daarna zal
toch ook over bestemming en de financiële consequenties moeten kunnen
worden overlegd, onderhandeld en beraadslaagd. De kwestie kan dan in één
keer worden afgerond en is niet opnieuw uitstel nodig.