-7-
13. UITBREIDING HOOFDGEBOUW DE NIEUWE VESTE MET
86M2 O.G.V. ARTIKEL 70 W.B.O.
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeen
komstig het voorstel.
14. DIVERSE AANPASSINGEN/VERBETERINGEN ZWEMBAD
"DE MEERMIN", ALSMEDE WIJZIGING VER
ORDENING "TARIEVEN GEMEENTELIJK ZWEMBAD"
Mevr. ONLAND- VAN HAAREN deelt mee, dat haar fraktie met het voorstel
akkoord gaat, maar daarin de 10-badenkaart mist.
De heer VAN REIJEN heeft problemen met de verhoging van de les-
kaarten, vooral wat dit voor de bijstandsmoeders betekent. Hij heeft in
de commissie er voor gepleit na te gaan of aan die mensen een tegemoet
koming kan worden gedaan. Hij weet dat er gemeenten zijn, die dit op
individuele basis doen. Hij vraagt of ook in Steenbergen een regeling is
te bedenken.
Wethouder ADRIAANSEN denkt, dat de 10-badenkaart zo minimaal wordt
gevraagd, dat het geen zin had deze te verhogen. Hij zal dit echter
nagaan en de raad daarover inlichten.
T.a.v. de mogelijkheid een reductie van de minima, en met name de
bijstandsmoeders, toe te passen is het moeilijk om een algemene regeling
vast te stellen. B&w gaan echter onderzoeken op welke manier het probleem
kan worden aangepakt.
De VOORZITTER wijst er op dat geen toezegging kan worden gedaan,
omdat een individuele benadering heel moeilijk te regelen is. Overigens
moet de precedentwerking niet worden onderschat, want ook het lidmaat
schap van sportverenigingen kan financiële problemen geven of gaan geven.
De heer V. REIJEN acht een verhoging van de leskaart met 35% van dien
aard, dat sommige gezinnen die niet meer kunnen betalen.
Wethouder OOMS is bang, dat als het minimafonds daarvoor wordt
ingezet, bij verhogingen door sportverenigingen daarop ook een beroep
moet worden gedaan. Hij wil nog eens herhalen dat het grote probleem is
waar de grens moet worden gelegd. Zo zal een bijstandsgerechtigde met één
kind het financieel minder moeilijk hebben dan een met drie kinderen.
Daarom is het zo gevaarlijk om dit pad te gaan bewandelen.
De heer V. REIJEN vindt het alleszins verantwoord om als begin
t.a.v. de categorie bijstandsmoeders te bezien of een tegemoetkoming kan
worden gegeven. Dat geeft geen precedentwerking voor anderen en mochten
zich dan problemen voordoen dan kan dit opnieuw worden bekeken.
De VOORZITTER denkt, dat een eventuele tegemoetkoming in het kader
van gelijkberechtigdheid dan ook moet gelden voor andere lidmaatschappen
van kinderen van bijstandsmoeders, zoals van sportverenigingen.
De heer V. REIJEN kan zich hierin vinden, maar acht zwemlessen ook
van belang voor de veiligheid.
Wethouder OOMS herhaalt geen toezegging te doen, maar te zullen
onderzoeken of er een mogelijkheid is. Hij denkt dan met name aan
een-oudergezinnen met twee of drie kinderen, want daar zit de grootste
pijn.
De heer V. REIJEN is het daarmee eens.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel