-9-
Wethouder OOMS weet dat dit een moeilijke zaak is. Dat blijkt wel uit
het geringe gebruik van de bijzondere bijstandsregeling, waarvan het rijk
90% betaalt. Dat geldt niet alleen voor Steenbergen. Iedere bijstands
gerechtigde heeft een brief ontvangen, waarin alles duidelijk uiteen wordt
gezet. Het resultaat is minimaal. De raad krijgt de brief ter inzage.
De VOORZITTER verwijst naar een vergelijkend onderzoek van de
consumentenbond onder 260 gemeenten. Het totaal bedrag dat uitgekeerd is
kan slechts een indicatie zijn. Immers één hoge uitgaaf van b.v. een
rolstoel schroeft het totaal van één jaar omhoog. In dit verband is het
b.v. interessant te weten hoeveel mensen een uitkering uit het steunfonds
hebben ontvangen, want het bedrag van f.4.578,= zegt op zich niet veel.
Ook daar ontvangt de raad een overzicht van.
De heer VAN REIJEN komt nog even terug op de tegemoetkoming aan de
minima. Het verschil tussen de minima en "net boven de minima" wordt echt
niet overbrugd. Bij een uitkering van f75,tot f.!75,= betekent dit
f.6,20 resp. f.l5,= per maand.
De VOORZITTER wijst er op, dat er ook nog andere vrijstellingen
gelden, zoals O.G.B. en andere gemeentbelastingen. Bij een aanvullend
minima-beleid is daarom voorzichtigheid geboden.
De heer VAN REIJEN stelt, dat de kwijtscheldingsnorm f.l00,= beneden
de A.B.W.-norm ligt.
De VOORZITTER concludeert, dat tot een evaluatie na een jaar moet
worden gekomen. Hij denkt, dat het doelmatiger is daarna tot een tweejaar
lijkse evaluatie over te gaan, omdat het eerste jaar een aanloopjaar is,
zowel wat de aanvragen als de toepassing betreft.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel
8. AANBIEDING BEGROTING 1990 VAN: (WORDT
NAGEZONDEN)
A. ALGEMENE DIENST
B. GRONDBEDRIJF
C. CENTRAAL ANTENNEBEDRIJF
D. le T/M e WIJZIGING
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeen
komstig het voorstel.
9. RONDVRAAG (begin H. van Elzakker)
9.1. Monumenteninventarisatie (H. van Elzakker)
De heer VAN ELZAKKER herinnert aan de vorming van een werkgroepje,
1% jaar geleden, dat een onderzoek naar monumenten zou instellen. Hij
heeft begrepen, dat de leden zich ontoereikend deskundig achtten en dat
inmiddels besloten is het onderzoek aan een bureau uit te besteden. Hij
vraagt naar de stand van zaken.
De VOORZITTER antwoordt, dat een dezer dagen opnieuw een brief naar
het betreffende bureau is gezonden in verband met nader overleg over de
taakomschrijving. De volgende vergadering zal de raad nader worden geïn
formeerd