-5-
G.B.W. is van mening, dat de gemeente zo'n gelegenheid, het promoveren
van een verwaarloosde blok beton tot een blijvende herdenkingsmonument,
hetgeen nu tegen minimale kosten kan gebeuren, niet voorbij mag laten gaan
en verzoekt het college in ieder geval eens te bekijken wat een en ander
in deze gaat kosten."
De VOORZITTER, die de oorlogsjaren zelf heeft meegemaakt, vindt dat
een muur, die door de vijand is aangebracht, niet tot monument mag worden
verheven. Hij gelooft niet, dat iemand anders zou wensen. In dit verband
lijkt het hem goed mee te delen, dat binnen afzienbare tijd geld voor een
herdenkingsmonument gevraagd wordt en daar staat hij volledig achter.
De heer HEIJMANS heeft met mensen gesproken, die de oorlog meegemaakt
hebben, en er toch anders over denken. Hij handhaaft zijn voorstel om te
onderzoeken wat een en ander gaat kosten.
De heer FRANKEN, VAN ZANTVLIET, IJZERMANS en ONLAND-VAN HAAREN ver
klaren namens hun fractie de woorden van de voorzitter te onderstrepen.
4. VERKLARING DAT WORDT VOORBEREID EEN WIJZIGING
VAN HET UITBREIDINGSPLAN IN HOOFDZAAK (KRUIS-
LANDSEDIJK 30A, SECTIE N, NR. 821 GED.)
De heer IJZERMANS spreekt als volgt:
"Onze fractie heeft geen problemen met dit voorstel zoals het geformuleerd
is
Grote twijfels zijn bij ons wel ontstaan of hier sprake is van een z.g.
eerste of tweede bedrijfswoning. Bij de correspondentie en verschillende
briefwisselingen wordt regelmatig gesproken en geschreven over een tweede
bedrijfswoning, zij het bij sommige tevens tussen twee haakjes. U begrijpt
dat er dan vraagtekens gaan rijzen. Twijfelachtig is het in ieder geval
wel. Wij vinden het dan ook hoog tijd, dat er eens goed bekeken wordt of
de regelgeving wel goed is en of er een scherpere omschrijving gemaakt kan
worden wanneer het wel een tweede bedrijfswoning is en wanneer niet.
Duidelijkheid is gewenst en ook rechtvaardigheid naar alle betrokkenen,
maar vooral voor diegenen, die beslissingen moeten nemen en dat is toch
met name de raad. Er moet geen twijfel of de indruk kunnen ontstaan, dat
er met twee maten gemeten kan worden. Dit geldt ook voor het
industrieterrein, waar zich dezelfde problemen kunnen voorzoen, vooral als
er later in gedeelten wordt verkocht."
De VOORZITTER herhaalt wat hij in de commissie gemeentewerken heeft
gesteld, n.l. dat de wet voorschrijft, dat bij het bouwen van een tweede
bedrijfswoning in het buitengebied, eerst advies van de agrarische advies
commissie gevraagd moet worden. De laatste tijd zijn die adviezen meestal
negatief en wordt de bouw dan ook niet toegestaan.
Wethouder HAGE vult aan, dat er juridisch maar één bedrijfswoning
komt
De heer IJZERMANS merkt op, dat in het advies niet over een tweede
bedrijfswoning, maar over een bedrijfswoning wordt gesproken. In andere
briefwisselingen, ook van ambtenaren, wordt de indruk gewekt, dat het over
een eerste en een tweede woning kan gaan.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel