-5-
0. VASTSTELLING "VERORDENING TOT le WIJZIGING
VAN DE KAMPEERVERORDENING STEENBERGEN, 1988"
(WIJZIGING ART. 4, OVERLEGGING GEGEVENS)
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeen
komstig het voorstel.
1. VASTSTELLING "VERORDENING OP DE HEFFING
ONROEREND GOEDBELASTING 1989 (WORDT NA
GEZONDEN)
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming
overeenkomstig het voorstel.
2. VASTSTELLING "VERORDENING OP DE HEFFING
EN INVORDERING VAN EEN BELASTING OP HONDEN,
1989"
Mevrouw V.D. WATERING is er tevreden over, dat de extra opbrengst zal
worden aangevoerd voor de bestrijding van de overlast. Liever zou haar
fractie zien, dat de volledige opbrengst van de hondenbelasting daaraan
zou worden besteed, alsmede aan de controle. Haar fractie stelt daarom
voor om de komende jaren telkens een gedeelte gericht te bestemmen, zodat
voor de overlastbestrijding steeds meer geld beschikbaar komt. Immers de
opbrengst wordt elk jaar groter.
De VOORZITTER wijst er op voorhand op, dat de hondenbelasting geen
bestemmingsbelasting is. Bedacht moet worden, dat de opbrengst van deze
belasting niet om het sluitend maken van de begroting kan worden gemist.
Ook het volgend jaar zal dat niet kunnen. Het zou anders zijn als de raad
op zijn voorstel om de hondenbelasting te verdubbelen was ingegaan. Als de
financiële positie van de gemeente niet verslechtert dan lijkt het hem wel
mogelijk om ook de verhoging 1990 voor de overlastbestrijding te
gebruiken.
Mevrouw V.D. WATERING vraagt in dit verband of de "hondencommissie" al
voorstellen heeft gedaan.
De VOORZITTER is hier niets van bekend.
Mevrouw V.D. WATERING zou graag zien, dat ook een gedeelte van de
totale opbrengst van f.59.000,zou worden aangewend en er voor het
sluitend maken van de begroting naar andere mogelijkheden wordt gezocht.
Het lijkt haar goed om hiermee nu al vast van uit te gaan.
De VOORZITTER lijkt het niet juist om nu op de begroting 1990 vooruit
te lopen. De raad kan daar het volgend jaar over beslissen.
Wethouder ADRIAANSEN heeft wel begrip voor de intentie van de vraag
van mevrouw v.d. Watering, die ook bij andere fracties leeft. Indien moge
lijk zou hiermee bij het opstellen van de begroting 1990 rekening kunnen
worden gehouden. Uiteraard is dat mede afhankelijk van de financiële om
standigheden
De heer V. REIJEN wil het zo stellen, dat zijn fractie niet tegen het
voorstel is, mits nu, zoals vorig jaar, de verhoging wordt gebruikt voor
de overlastbestrijdingIn dat kader is ook de ad hoc-commissie inge
steld. Dat betekent, dat in 1989 daarvoor f.26.000,beschikbaar is.
Daarvan kunnen dan de voorstellen, die de commissie gaat doen, worden
betaald
Wethouder ADRIAANSEN zal nagaan of ook over 1988 f.13.000,— voor dit
doel is gereserveerd.
I