-17- Het zal dan gaan om prioriteitsstelling. De heer FRANKEN gaat hiermee akkoord. 6.2. Inbouw maatschappelijk werk in afdeling sociale zaken De VOORZITTER deelt mee, dat de gemeente een zware vertegenwoordiging in het regionaal centrumbestuur heeft. De heer HAGE gaat het erom, dat dat zo blijft. Volgens de VOORZITTER ligt dit in de statuten vast. Wethouder ADRIAANSEN weet, dat hij in de definitieve opzet voorzitter zal zijn. 8.1. Woningbouw Boetse Molen De VOORZITTER weet niet beter dan dat de commissie ruimtelijke ordening heeft gesteld, dat in het plan ook sociale woningbouw moet plaatsvinden, maar op een andere wijze dan door de stedebouwkundige was aangegeven. Mevr. ONLAND- VAN HAAREN loopt alvast vooruit op de tweede termijn van haar fractie, waarin wordt voorgesteld om alleen vrije sectorbouw te verwezenlijken. De heer VAN REIJEN vindt, dat sociale woningbouw, op een lokatie waar in het verleden een echte volksbuurt heeft gestaan, zeker op zijn plaats is. Over de inpassing valt te praten, maar in het plan zal er ruimte voor woningwetwoningen moeten zijn. Het valt hem vooral van de C.D.A.-fraktie tegen, dat zij daar alleen kopers wil, terwijl landelijk een zorgzame samenleving wordt gepropageerd Ook de heer FRANKEN stelt voor om in het plan Boetse Molen alleen in particuliere woningbouw te voorzien. Mevr. VAN DE WATERING verklaart, dat haar fractie in eerste instantie ook voor sociale woningbouw pleitte. Nu aan de hand van de plantekening blijkt, dat die woningen binnen een kring zijn gesitueerd ziet zij daarvan af. De VOORZITTER meent, dat aan dat bezwaar door een andere invulling tegemoet is te komen. De heer REIJNDERS vindt, dat er voor beide groeperingen plaats moet zijn. Over de situering kan overleg worden gevoerd, terwijl ook het aantal woningwetwoningen voor discussie vatbaar is Mevr. ONLAND- VAN HAAREN wil naar aanleiding van de opmerking van de heer van Reijen wijzen op de zes redenen, waarom het C.D.A. voor uitsluitend vrije sectorbouw kiest. De heer VAN REIJEN heeft begrepen, dat de werknemerspartij aleen bezwaar heeft tegen de situering van de woningwetwoningen. Mevr. VAN DE WATERING ziet in wijziging niets, want dat zou te koste gaan van de particuliere woningbouw. De VOORZITTER concludeert, dat een meerderheid van de raad voor uitsluitend vrije sektorwoningen kiest. De RAAD besluit hiertoe zonder hoofdelijke stemming, waarbij mevr. MACHIELSE-SCHOUTEREN en de heren VAN REIJEN, IJZERMANS REIJNDERS en HEIJMANS geacht wensen te worden te hebben tégen gestemd

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1988 | | pagina 17