-5-
Zijn fractie gaat er n.l. van uit, dat hier een gemeenschappelijke taak is
uitgevoerd en dat de kosten daarvan gedragen moeten worden door de totale
gemeenschap en niet mag worden afgewenteld op de rug van een of twee
burgers
T.a.v. de schade van de heer Andriessen is zijn fractie het met b&w
eens, dat voor de loods geen schadevergoeding behoeft te worden betaald. De
betreffende grond heeft via het overgangsrecht een industriële bestemming
gekregen en de uitoefening van het bedrijf wordt niet belemmerd.
Voor het huis gelden dezelfde argumenten als die voor de heer de Bruin.
Wel is moeilijk om hier tot een bedrag te komen, omdat er maar één taxatie
voorhanden is. Omdat bij de heer de Bruin een taxatieverschil van 20% optrad
acht zijn fractie toekenning van 80% van de geconstateerde waardeverminder
ing redelijk.
Het kan best zijn, dat er juridische mogelijkheden zijn om er onderuit
te komen, maar de gemeente heeft toch ook morele verplichtingen.
De heer VAN REIJEN verklaart, dat de PvdA-fractie zich lang en con-
centieus over deze zaak heeft beraden en het er niet gemakkelijk mee heeft
gehad. De conclusie van het adviesbureau, dat geen waardedaling is
opgetreden, en het taxatierapport van de heer Nijpels staan op gespannen
voet met elkaar. Daarnaast ligt er dan het compromisvoorstel van b&w en is
het aan de raad om te beslissen. De beslissing zou gemakkelijker zijn
geweest als de raad het advies van zijn fractie had overgenomen om de
politiek in een vroeg stadium in het onderzoek te betrekken. Na rijp beraad
heeft zijn fractie de conclusie getrokken, dat beide bewoners schade hebben
geleden door waardevermindering van hun woningen. Het spanninsvelddat over
het algemeen bestaat tussen de sedentaire bevolking en de woonwagenbewoners,
hoe jammer dat ook is, is daar debet aan.
De schade, die voor het bedrijf van de heer Andriessen zou zijn opge
treden, lijkt zijn fractie niet relevant.
Zijn fractie houdt het er op, dat de waarheid in het midden ligt en
stelt voor om zowel aan de heer de Bruin als de heer Andriessen de helft van
de door Nijpels getaxeerde waardevermindering van hun woning als schade
vergoeding toe te kennen, derhalve resp. f.24.000,= en f.25.000,= plus de
gederfde rente.
Zijn fractie is zich er van bewust, dat dit een soort Salomons oordeel
is, maar verder kan zijn fractie naar eer en geweten niet gaan.
Mevr. V.D. WATERING verklaart, dat ook de W.P.-fractie de zaak uitvoerig
heeft besproken. Zij vindt het het goed recht van de heer de Bruin om de
schade aan zijn onroerend goed ter discussie te stellen. Haar fractie is op
grond van het advies van de SABOZ van oordeel, dat de heer de Bruin zijn
verzoek om vergoeding dient voor te leggen aan de Afdeling geschillen van
bestuur van de Raad van State. De Werknemerspartij steunt het voorstel van
b&w derhalve niet, want vindt dit voorbarig, vooruitlopend op de uitspraak
van de Raad van State.
Mevr. ONLAND-VHAAREN verklaart, dat ook de CDA-fractie lang en uit
voerig over de aanvragen heeft beraadslaagd en daarnaast zich heeft laten
informeren
Het C.D.A. kan niet meegaan met het voorstel van college. Het advies
bureau taxeert een waardevermindering van f.40.000,= van de woning van de
heer de Bruin en geen waardevermindering van de woning van de heer
Andriessen. Op juridische gronden wordt vervolgens geadviseerd geen schade
vergoeding toe te kennen. Haar fractie meent echter, dat de gemeente de
morele plicht heeft een vergoeding uit te keren. Zij stelt dan ook voor om
de heer de Bruin f.40.000,= schadevergoeding toe te kennen en de heer
Andriessen f.20.000,=, want ook hij ondervindt hinder en wordt in zijn woon
genot belemmerd.