-7-
De VOORZITTER wijst er op, dat het om een adviescommissie aan b&w gaat.
Bij de verkeerscommissie is dat ook het geval, maar het verschil is, dat
b&w de beslissing nemen en niet de raad. Bij de onderhavige commissie
gaat het om een advies, ook aan b&w, maar de eindbeslissing ligt bij de
raad. De bedoeling is om alle frakties hun inbreng te laten geven. B&w
kunnen hierop ingaan of niet, maar de raad beslist.
Spreker gaat nog een stap verder met de stelling, dat de vergaderingen
van deze commissie best besloten kunnen zijn. Men kan dan zoals het ver
leden bewees, wat breder en dieper op de zaak ingaan. Dat gaat gemakke
lijker als dat niet in het openbaar gebeurt. Hierbij speelt ook de ambte
lijke informatie een rol.
Bezwaarlijk is dit niet want de algemene beschouwingen en de behandeling
geschieden in de openbaarheid. Om de vergaderingen democratisch verant
woord te doen zijn kan hij zich voorstellen, dat de overige raadsleden
deze b.v. als toehoorder kunnen bijwonen.
Mevr. VAN DE WATERING gaat met het voorstel van b&w akkoord en ziet graag
de mogelijkheid om de andere raadsleden als toehoorder toe te laten.
De heer HAGE ziet in dit laatste het gevaar, dat men zich toch in de dis
cussie zal gaan mengen.
Wethouder ADRIAANSEN heeft er geen bezwaar tegen, dat andere raadsleden
als toehoorder de vergaderingen bijwonen. Dit vooral, omdat er dan veel
duidelijkheid kan worden verschaft en informatie opgedaan.
De heer VAN REIJEN kan slechts akkoord gaan als de andere raadsleden zui
ver als toehoorder aanwezig zijn. Het gaan hem er vooral om te voorkomen,
dat er een log werkende commissie ontstaat.
De heer HEIJMANS vraagt of de vergaderingen besloten zijn.
De VOORZITTER beaamt dit.
De heer VAN ZANTVLIET stelt voor om de leden nu te benoemen.
De VOORZITTER komt het voor, dat de raad moeilijk kan beslissen over
fraktievertegenwoordigersHij meent, dat het juist is, dat elke fraktie
haar vertegenwoordiger en diens vervanger aanwijst en dit meedeelt.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel
en de overeengekomen aanvullingen.
7. BESLISSING OP INGEDIENDE BEZWAARSCHRIFTEN TEGEN DE ONTWERP-SUBSIDIELIJST
1988
De heer VAN REIJEN erkent, dat het college formeel heeft gehandeld, maar
t.a.v. De Vaertsingers wijkt het college daarvan af.
Wethouder ADRIAANSEN ontkent dit. De Vaertsingers voldoen n.l. wel aan de
gestelde voorwaarden maar het aangevraagde bedrag blijkt achteraf te laag
te zijn geweest i.v.m. de extra uitvoering. Het betreft dus een aanvul
lende subsidie.
De heer VAN REIJEN stelt daarentegen, dat het toch niet is toegestaan
achteraf subsidie aan te vragen. Bovendien is dit nu al de tweede keer.
Wethouder ADRIAANSEN merkt op, dat door de welzijnscommissie nadrukkelijk
is gesteld, dat dit bij wijze van uitzondering nog éénmaal wordt getole
reerd
typ:IS/0902(r5)