-5-
De VOORZITTER verklaart, dat gedeputeerde Huberts hem heeft gezegd, dat
de dependance niet in het budget zit en de prioriteiten ook anders liggen.
Er is geprobeerd hiervoor een extra toewijzing te krijgen. Alleen als er
projecten zouden uitvallen zou een tijdelijke voorziening een kans krijgen.
De heer VAN REIJEN heeft begrepen, dat het extra geld voor een dépen
dance van de staatssecretaris moet komen. Het lijkt hem dan gewenst om ook
hem een brief te sturen.
De VOORZITTER meent, dat dit een gepasseerd station betreft. In de af
lopende planperiode zat geen geld voor een dependance. Om een aanvraag om
extra geld bij de staatssecretaris te kunnen indienen is er een plan voor
semi-permanente bouw opgesteld. Nu is men tot de conclusie gekomen, dat het
beter is het nieuwe plan af te wachten en als dat voor Steenbergen positief
is de tijdelijke voorziening te laten vallen. Daarom is de brief aan gedepu
teerde staten zinvol, hoewel een brief aan de staatssecretaris ook best
kan. Derhalve zal zowel een brief naar gedeputeerde staten, zoals mevr.
v.d. Watering heeft gevraagd, als een schrijven naar de staatssecretaris
worden gestuurd.
De RAAD gaat hiermee zonder hoofdelijke stemming akkoord.
De RAAD besluit voorts overeenkomstig het voorstel.
3.B. MEDEDELINGEN
B.15. Snelheidscontroles (M. Reijnders)
De heer REIJNDERS meent, dat de cijfers er rooskleuriger uitzien dan de
werkelijkheid is. Er is tijdens de vakantieperiode geteld. Hij hoopt, dat de
controles doorgaan. Nu de vakanties voorbij zijn zijn de snelheden weer
hoger. Hij vraagt om ook eens de andere richting te controleren, want hij
heeft geconstateerd, dat de automobilisten al snel gewaarschuwd worden.
Inmiddels kent men de controleplaatsen en de radarauto's.
De VOORZITTER merkt op, dat er al lang controles plaatsvinden, dus ook
buiten de vakantieperiode. T.a.v. de richting zal hij contact met de politie
opnemen, alhoewel die zelf ook wel daaraan en aan andere plaatsen gedacht
zal hebben.
B.19. (aanvulling) Vissterfte Middenvest (D. Machielse-Schouteren)
Mevr. MACHIELSE mist nog een mededeling, n.l. het resultaat van het
onderzoek naar het gebruikte gif, de veroorzaker en of er proces-verbaal is
opgemaakt. Het riet is ter plaatse afgestorven.
De VOORZITTER zal dit nagaan.
B.18. Tweede Afvalstoffenwet 1989-1994 (C. Franken)
De heer FRANKEN is er blij mee, dat voor klein chemisch afval de chemo
kar zal worden ingeschakeld en dat twaalfmaal per jaar. Hij vraagt wanneer
de ophaling begint en of die frequentie niet aan de hoge kant is. Zal het in
het begin wel de moeite waard zijn, op den duur zullen er weinig batterijen
e.d. meer in huisgezinnen aanwezig zijn.
Wethouder OOMS antwoordt, dat b&w de proef van het streekgewest om 2x
per jaar op te halen te mager vinden. Daarom is gekozen voor ophaling, als
begin, eenmaal per maand. Aan de hand van de ervaring kan de frequentie
altijd nog worden aangepast. Belangrijk zal de publiciteit zijn, zodat
iedereen precies weet wanneer men dat afval kwijt kan.
De VOORZITTER vult nog aan, dat b&w door een frequente ophaling willen
voorkomen, dat men het toch in de vuilniszak deponeert, omdat het te lang
duurt