-6- B8 afrastering sportpark. De heer FRANKEN vraagt of het college in februari met een voorstel zal komen. De VOORZITTER antwoordt, dat om tot een goed voorstel te kunnen komen ook het advies van de sportcommissie nodig is. Het is de bedoeling, dat de raad in februari een voorstel zal ontvangen, maar hij kan nu al zeggen, dat het college tot de overtuiging is gekomen, dat van een voetpad moet worden afgezien. 4. VERKOOP 1.420 m2 GROND AAN A.M. WALPOT, GIBSONSTRAAT 4 TE STEENBERGEN. De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 5. VERKOOP GROND SPEELTERREIN AAN DE LAURENTIUSDIJK AAN O.W.C. STOKMAN EN A.G.M. IJZERMANS TE STEENBERGEN. De VOORZITTER verklaart, dat in het antwoord van b&w op vragen, gesteld in de commissie gemeentewerken, is weggevallen de zin, dat het advies van de commissie financien en gemeentewerken wordt overgenomen. Dit betekent, dat als in de toekomst planologisch de bouw van een woning zou worden toegestaan er een nabetaling zal dienen plaats te vinden naar rato van de dan voor woningbouw geldende grondprijs. De RAAD besluit zonder discussie en stemming overeenkomstig het voorstel met aanvulling van genoemde clausule. 6. INSTELLING VASTE COMMISSIE VAN ADVIES EN BIJSTAND AAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS T.B.V. BEGROTINGSAANGELEGENHEDEN. De heer VAN REIJEN verklaart, dat zijn fraktie het met de strekking van het voorstel eens is. Hij stelt voor om uit elke fraktie één lid te benoemen, waaraan b&w een wethouder als voorzitter toevoegen. Mevr. VAN DE WATERING deelt mee, dat de Werknemerspartij graag een verhoudingsevenwicht in de commissie ziet en derhalve voorstelt om vier leden uit de oppositiepartijen en vier uit de coalitiepartijen te benoemen. Met het voorzitterschap gaat zij akkoord. De VOORZITTER wenst geen onderscheid in oppositie en coalitie te maken, want het is de raad als geheel, die geacht wordt de gemeente te besturen. Mevr. ONLAND-VAN HAAREN heeft een ander voorstel, n.l. om de commissie uit acht personen te laten bestaan, inclusief de wethouder/voorzitter. Derhalve twee C.D.A., twee W.P., en de andere frakties één lid. Zij vindt deze verdeling recht doen aan de verhouding in de raad. Zij verwijst naar de samenstelling van de verkeerscommissiewaar de stemverhouding anders ligt dan die in de raad. Zo kan het dan zijn dat een advies van de verkeerscommissie afwijkt van een raadsmening. Dat wil zij voorkomen. Met acht personen in de commissie is er geen meerderheid en zal een advies de partijen niet binden. De heer VAN REIJEN meent, dat dit geen probleem kan zijn, want uiteindelijk beslist toch de raad. typIS/0902(4)

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1988 | | pagina 6